04. Nadat alle elektrische aansluitingen tot stand zijn gebracht, sluit u beide
centrales op elektrische voeding aan en voert u voor beide de procedure
uit die wordt beschreven in paragraaf 4 .2 -Eerste inschakeling en controle
van de aansluitingen .
Let op! – Als de Oview-programmeereenheid wordt gebruikt, moet de
parameter "Groep" of "Adres" op een van de 2 besturingseenheden van
de slagboombarrière worden gewijzigd; zo wordt voorkomen dat de 2
besturingseenheden tegelijkertijd met Oview communiceren.
05. Voer voor de Slave-slagboombarrière de volgende programmeringen
uit:
a) Herkennen van de aangesloten inrichtingen (zie paragraaf 4 .4)
b)Zelflering van de openings- en sluitposities (zie paragraaf 4 .5)
c) Eventuele instellingen uitvoeren
d) Activeer de parameter "Modus Slave", zoals beschreven in paragraaf
6 .1 - Programmering eerste niveau (AAN-UIT) .
Nu begint LED L7 te knipperen ter signalering van "fout in communicatie
Master-Slave" Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de koppeling van de
Master-barrière met de Slave-barrière nog niet heeft plaatsgevonden .
Belangrijk! - Voor de tegenover gelegen slagboombarrière moet vooraf-
gaand aan "Zelflering van de openings- en sluitposities" de "Draairichting
van de motor" worden ingsteld (parameter L8 - Tabel 7, paragraaf 6 .1);
Belangrijk – Houd er rekening mee dat alle programmeringen die voor de
Slave-slagboombarrière zijn uitgevoerd, tijdens de werking genegeerd zul-
len worden, omdat de programmeringen van de Master-slagboombarrière
Functies van het eerste niveau (functies ON – OFF)
Stand-by
Start
Modus Slave
Lange/korte vertraging
Draairichting motor
Opmerking – Als u de functie "totale stand-by" wilt gebruiken voor de slagboombarrières met Master-SLave-configuratie, moet u de elektrische aansluiting uit-
voeren met de connector BusT4 en niet met de connector Master-Slave.
8
WAT TE DOEN ALS...
(leidraad bij het oplossen van de problemen)
Hieronder vindt u een overzicht van eventuele storingen die zich kunnen voor-
doen gedurende de installatie of de werking, en de mogelijke oplossingen:
• De radiozender stuurt de poort niet aan en de LED op de zender gaat
niet branden. controleer of de batterijen van de zender leeg zijn en vervang
ze eventueel .
• De radiozender stuurt de poort niet aan, maar de LED op de zender
gaat branden: controleer of de zender correct in het geheugen van de radio-
ontvanger is opgeslagen . Controleer bovendien of de zender het radiosignaal
correct uitzendt, door de volgende empirische test uit te voeren: druk op een
willekeurige toets van de zender en plaats de LED ervan op de antenne van een
gewone, ingeschakeld radio en stem af op de FM band op de frequentie 108,5
Mhz of de de frequentie die hier het dichtst bij ligt; op deze manier behoort u
een zacht geluid met pulserend gekraak te horen .
• Bij het versturen van een instructie wordt geen enkele manoeuvre uit-
gevoerd en de LED OK knippert niet: controleer of de barrière gevoed wordt
met 230 V netspanning . Controleer bovendien of de zekeringen F1 en F2 niet
onderbroken zijn; in dit geval dient u na te gaan wat de oorzaak hiervan is en
de zekeringen te vervangen door andere exemplaren met dezelfde kenmerken,
zie afb. 55 .
• Bij het versturen van een instructie wordt geen enkele manoeuvre uit-
gevoerd en het knipperlicht is uit: controleer of de instructie daadwerkelijk
ontvangen wordt; als de instructie binnenkomt op de ingang PP, zal de led OK
tweemaal knipperen om te signaleren dat de instructie ontvangen is .
• De manoeuvre gaat niet van start en het knipperlicht knippert een
Diagnostiek met programmerings-LED
L1 snel knipperen: fout geheugen inrichtingen
L2 snel knipperen: fout geheugen afstandswaarden
L3 snel knipperen: fout geheugen parameters
L4 snel knipperen: kortsluiting knipperlicht of gebruikerslicht
L5 snel knipperen: fout teller encoder
L6 snel knipperen: fout eindaanslagen omgekeerd of eindaanslag niet vrij-
gekomen binnen de geprogrammeerde tijd
L7 snel knipperen: fout Master/Slave-communicatie
L8 snel knipperen: fout versie
TABEL 19
voorrang hebben; een uitzondering op deze regel vormen de programme-
ringen die zijn weergegeven in tabel 18, die alleen betrekking hebben op
de Slave-slagboombarrière .
06. Voer voor de Master-slagboombarrière de volgende programmeringen uit:
a) Herkennen van de aangesloten inrichtingen (zie paragraaf 4 .4)
b) Zelflering van de openings- en sluitposities (zie paragraaf 4 .5)
c) eventuele instellingen uitvoeren;
07. Verstuur ten slotte vanaf de Master-besturingseenheid een instructie
voor uitvoering van een manoeuvre en controleer of deze ook doo de Sla-
ve-slagboombarrière wordt uitgevoerd .
M
TABEL 18
Functies van het tweede niveau (instelbare parameters)
Snelheid Motor
Uitgang Flash
LED-uitgang
Motorkracht
Rem
aantal malen: tel hoe vaak het knipperlicht knippert en zoek de betekenis hier-
van op in tabel 19 .
• De manoeuvre wordt uitgevoerd maar korte tijd erna blokkeert de
slagboom en voert een korte omkering uit: mogelijk is de waarde van de
geselecteerde kracht te laag ingesteld om de slagboom te kunnen bewegen .
Controleer of de slagboom goed uitgebalanceerd is, stel eventueel een hogere
waarde in voor de kracht . De waarde voor gevoeligheid kan te hoog zijn:
verlaag de waarde voor gevoeligheid . Als de signalering tijdens de vertragings-
fase optreedt, moet u de remkracht verlagen .
• De maneouvre wordt op lage snelheid uitgevoerd: de manoevre start
niet vanaf een van de eindaanslage of de besturingseenheid herkent de eind-
aanslag niet . Controleer de elektrische aansluiting van de eindaanslag .
• De Slave-slagboombarrière voert de manoeuvre niet uit: controleer of
de "Master-Slave"-herkenningsfase op beide slagboombarrières is uitgevoerd .
• De maneouvre wordt omgekeerd uitgevoerd: controleer of de parameter
"Draairichting van de motor" (parameter L8 - Tabel 7, paragraaf 6 .1) juist is in-
gesteld, of wissel de kabels van de motor om .
AFDANKEN VAN HET PRODUCT
Dit product maakt integraal deel uit van de automatisering en moet dan
ook samen met de automatisering worden afgedankt.
De ontmantelingswerkzaamheden aan het eind van de levensduur van dit pro-
duct moeten, net als de installatiewerkzaamheden, worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel .
Dit product is opgebouwd uit verschillende soorten materiaal: sommigen hier-
van kunnen gerecycled worden, anderen moeten als afval worden verwerkt .
Win informatie in over de recycling- of afvalverwerkingssystemen die voor de-
ze productcategorie zijn voorzien door de in uw land geldende voorschriften .
Let op! – Sommige delen van het product kunnen vervuilende of gevaarlijke
substanties bevatten die, indien ze in het milieu terechtkomen, schadelijke ef-
fecten kunnen hebben op de omgeving of op de gezondheid van personen .
Zoals aangegeven door het symbool hiernaast, is het verbo-
den dit product met het gewone huisvuil weg te gooien . Voer
een "gescheiden afvalverwerking" uit volgens de methodes
die voorzien zijn door de in uw land geldende voorschriften,
of lever het product weer in bij de verkoper op het moment
dat u een nieuw gelijksoortig product aanschaft .
Let op! – De plaatselijk geldende voorschriften kunnen zware sancties voor-
zien in het geval u de voorschriften voor afvalverwerking van dit product niet
opvolgt .
Nederlands – 19