INSTALLATIE
Voor de installatie
Afmetingen en vrije ruimten
Als het apparaat te dicht bij aangrenzende
voorwerpen wordt geplaatst, kan dit leiden tot een
lagere vriescapaciteit en verhoogde
elektriciteitskosten. Laat bij de installatie van het
apparaat meer dan 50 mm ruimte tussen de
achterkant van het apparaat en de muur.
A
B
C
-
-
Type 1
A
912
B
1793
C
933
D
808
E
878
F
933
G
1229
H
1699
OPMERKING
• U kunt het apparaattype bepalen door naar het
label in het apparaat te kijken.
D E
H
Grootte (mm)
Type 2
912
1793
744
619
689
744
1039
1699
Omgevingstemperatuur
• Het apparaat is ontworpen om te werken binnen
een beperkte omgevingstemperatuur,
afhankelijk van de klimaatzone.
• De interne temperaturen kunnen worden
beïnvloed door de locatie van het apparaat, de
omgevingstemperatuur, het aantal keer dat de
deur wordt geopend, enzovoort.
• De klimaatklasse bevindt zich op het typeplaatje.
Klimaatklasse
F
G
SN (Zeer Gematigd)
N (Gematigd)
ST (Subtropisch)
T (Tropisch)
* Australië, India, Kenia
** Argentinië
OPMERKING
• De apparaten van SN tot T zijn bedoeld om te
worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur
tussen 10 °C en 43 °C.
INSTALLATIE
13
Omgevingstemperatuur
bereik ºC
+10 - +32
+16 - +32
+16 - +38 / +18 - +38**
+10 - +43* / +16 - +43 /
+18 - +43**
NL