Het chassis reinigen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Controleer of er aangekoekt
vuil op het chassis zit.
Na verloop van tijd zal er vuil aankoeken op het
chassis onder de motor. Dit moet worden verwijderd.
Open de motorkap, plaats de steunstang en gebruik
een zaklamp om het gebied onder de motor regelmatig
te inspecteren. Als de laag vuil 2,5 tot 5 cm dik is,
moet u het chassis schoonmaken.
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking en laat de
laderarmen neer.
2.
Til de voorkant van de machine op zodat de
machine naar achteren is gekanteld.
3.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
4.
Verwijder de 2 bouten waarmee de onderste
plaat is bevestigd en verwijder de onderste plaat.
Figuur 75
1. Onderste plaat
5.
Verwijder de voorkap; zie
verwijderen (bladz.
6.
Spuit water in het chassis om het vuil te
verwijderen.
Opmerking:
Het water zal uit de achterkant
van de machine lopen.
Belangrijk:
Spuit geen water in de motor.
7.
Smeer het voertuig; zie
(bladz.
32).
8.
Plaats de onderste plaat.
9.
Plaats het voorscherm.
10.
Laat de machine neer.
De voorste kap
31).
De machine smeren
Stalling
Veiligheid tijdens opslag
•
Zet de motor uit, verwijder de contactsleutel en
wacht tot alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen en laat de machine afkoelen voordat u
deze stalt.
•
U mag de machine of de brandstof niet opslaan in
de nabijheid van een open vuur.
Stalling
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
stel de parkeerrem in werking en laat de
laderarmen neer.
2.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
3.
Verwijder vuil en roet van de volledige machine.
Belangrijk:
mild reinigingsmiddel en water wassen.
Maak de machine niet schoon met een
hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel
water, vooral niet in de buurt van het
bedieningspaneel, de motor, de hydraulische
pompen en de accu.
4.
Geef het luchtfilter een onderhoudsbeurt; zie
Onderhoud van het luchtfilter (bladz.
5.
Smeer de machine; zie
(bladz.
32).
6.
Ververs de motorolie; zie
g367142
en filter vervangen (bladz.
7.
Laad de accu op; zie
8.
Controleer de spanning van de rupsbanden en
breng ze op de juiste spanning; zie
van de rupsbanden controleren en afstellen
(bladz.
43).
9.
Controleer alle bevestigingen en draai deze vast.
Repareer of vervang versleten, beschadigde en
ontbrekende onderdelen.
10.
Werk alle krassen of afgebladderde
metaaloppervlakken bij met lak die verkrijgbaar
is bij uw erkende servicedealer.
11.
Sla de machine in een schone, droge garage of
opslagruimte op. Verwijder het sleuteltje uit het
contact en bewaar het op een logische plaats.
12.
Koppel de accu af; zie
ontkoppelingsschakelaar gebruiken (bladz.
13.
Dek de machine af om deze te beschermen en
schoon te houden.
53
U kunt het voertuig met een
De machine smeren
Motorolie verversen
35).
Accu opladen (bladz.
De spanning
De accu-
32).
39).
38).