9.
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof
en vul indien nodig de tank bij met vloeistof;
raadpleeg
Het peil van de hydraulische vloeistof
controleren (bladz.
50).
Reiniging
Vuil verwijderen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Belangrijk:
Als de motor wordt gebruikt terwijl
de schermen verstopt zijn en/of de uitlaatringen
zijn verwijderd, kan dit leiden tot schade aan de
motor door oververhitting.
1.
Parkeer de machine op een vlakke ondergrond
en laat de laderarmen zakken.
2.
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en laat
de motor afkoelen.
3.
Open de motorkap en zet vast met de
steunstang.
4.
Veeg het vuil van het luchtfilter.
5.
Verwijder met een borstel of blazer aangekoekt
vuil van de motor en de ribben van de oliekoeler.
Belangrijk:
terwijl de schermen verstopt zijn en/of de
uitlaatringen zijn verwijderd, kan dit leiden
tot schade aan de motor door oververhitting.
6.
Verwijder vuil van de opening van de motorkap,
de geluiddemper, de hitteschermen en het
radiateurscherm (indien van toepassing).
7.
Sluit de motorkap.
De machine schoonmaken
Doe het volgende wanneer u de machine reinigt met
een hogedrukreiniger:
•
Draag geschikte beschermende uitrusting voor de
hogedrukreiniger.
•
Laat alle beveiligingen op hun plaats zitten.
•
Vermijd spuiten op elektronische onderdelen.
•
Vermijd spuiten op de randen van stickers.
•
Spuit enkel op de buitenkant van de machine.
Spuit niet rechtstreeks in openingen in de machine.
•
Spuit enkel op de vuile delen van de machine.
•
Gebruik een spuitdop van 40 graden of meer.
Spuitdoppen van 40 graden zijn meestal wit.
•
Hou het uiteinde van de hogedrukreiniger minstens
61 cm verwijderd van het oppervlak dat gereinigd
wordt.
•
Gebruik enkel hogedrukreinigers met een druk
onder 137,89 bar en een debiet onder 7,6 liter per
minuut.
•
Vervang afpellende of beschadigde stickers.
•
Smeer alle smeerpunten na het schoonmaken; zie
De machine smeren (bladz.
52
Als de motor wordt gebruikt
32).