Kalibratieprocedure
6. Tik voor aangepaste waarden op een lege plaats om een nieuwe waarde in te voeren of op een
bestaande waarde om te bewerken.
Volg de stappen Aangepaste bufferwaarden bewerken.
Aangepaste bufferwaarden bewerken (navigatierichtlijnen)
Met het tabblad Kalibratie geselecteerd:
1. Tik op Bewerken naast Buffergroep.
2. Tik op een aangepaste buffer in de kolom Beschikbare aangepaste buffers.
3. Tik op Bewerken.
4. Gebruik de cijfertoetsen om een waarde in te voeren.
53