Figuur 4
Kabelaansluitingen aan de voorkant
1. Zeskantbouten (¼")
2. Rode accukabel
4.
Controleer of de busbars goed vastzitten en
draai de zeskantbouten
vast met een torsie van 11 N·m.
5.
Leid de accukabels naar de achterkant van de
accubak zoals getoond in
Belangrijk:
Zorg ervoor dat de kabels uit
de buurt van knelpunten of scherpe randen
worden geleid.
Figuur 5
1. Rode accukabel
2. Zwarte accukabel
6.
Gebruik 2 slotbouten (¼"), ringen (¼") en 2
borgmoeren om de rode en zware accukables
aan te sluiten op de busbars aan de achterkant
van de accubak zoals getoond in
g450071
3. Zwarte accukabel
(Figuur 3
en
Figuur
4)
Figuur 4
en
Figuur
g464502
3. Achterkant accubak
Figuur
6.
Draai het bevestigingsmateriaal vast met een
torsie van 10,8 N·m.
Kabelaansluitingen aan de achterkant
1. Zwarte accukabel
2. Borgmoer
3. Rode accukabel
5.
5
Figuur 6
4. Ring (¼")
5. Slotbout (¼")
g450070