GEBRUIK
6
C3. .12
Drempel
C3. .13
Informatie
C3. .14
Simulatie
C3. .15
4mA afregeling
C3. .16
20mA afregeling
C3.
frequentie-uitgang X
C3.
frequentie-uitgang X
C3. .1
pulsvorm
C3. .2
pulsbreedte
C3. .3
100% pulsfrekwentie
C3. .4
Meting
C3. .5
meetbereik
C3. .6
Polariteit
C3. .7
begrenzing
84
Verschijnt alleen als de drempel van Fct. C3. .11 geactiveerd is tussen het
uitgebreide en het normale bereik. De automatische bereikfunctie verandert
altijd van het uitgebreide in het normale bereik wanneer 100% stroom
bereikt wordt.
De bovenste 100%-waarde van de hysteresis is dan = 0. De drempel is dan de
waarde van de hysteresis, in plaats van "drempel ± hysteresis" zoals
weergegeven op het display.
Bereik: 5,0...80%
(1ste waarde = schakelpunt / 2de waarde = hysteresis),
voorwaarde: 2de waarde ≤ 1ste waarde
Serienummer van de I/O printplaat, versienummer van de software en
productiedatum van de printplaat
Sequentie zie B1.
stroomuitgang X
Afregeling van de stroom op 4 mA
Resetten op 4 mA herstelt de fabriekskalibratie.
®
Gebruikt voor HART
-instelling.
Afregeling van de stroom op 20 mA
Resetten op 20 mA herstelt de fabriekskalibratie.
®
Gebruikt voor HART
-instelling.
X staat voor een van de aansluitklemmen A, B of D
staat voor Fct. nr. C3.2 (A) / C3.3 (B) / C3.5 (D)
Specificeer de pulsvorm.
Selecteer: symmetrisch (ongeveer 50% aan en 50% uit) / automatisch
(constante puls met ongeveer 50% aan en 50% uit bij 100% pulsfrequentie) /
vast (vaste pulsfrequentie, instelling zie verderop Fct. C3. .3 100%
pulsfrequentie)
Alleen beschikbaar indien ingesteld op "vast" in Fct. C3. .1
Bereik: 0,05...2000 ms
Opmerking: max. instellingswaarde Tp [ms] ≤ 500 / max. pulsfrequentie
[1/s], geeft de pulsbreedte = tijd waarin de uitgang geactiveerd wordt
Pulsfrequentie voor 100% van het meetbereik.
Bereik: 0,0...10000 1/s
Begrenzing 100% pulsfrequentie ≤ 100/s: I
Begrenzing 100% pulsfrequentie > 100/s: I
Metingen voor activering van de uitgang.
Selecteer meting: volumeflow / massaflow / temperatuur / dichtheid /
snelheid /diagnose 1 / diagnose 2 /
Afhankelijk van de instellingen voor de concentratiemeting zijn de volgende
metingen mogelijk:
diagnose 3 / concentratie 1 / concentratie 2 / concentratie flow 1 /
concentratie flow 2
0...100% van de meting ingesteld in Fct. C3. .4
0...xx.xx _ _ _ (indeling en eenheid hangen af van de meting, zie boven)
Stel de polariteit in, maar let op de flowrichting in C1.3.2!
Selecteer: beide polariteiten (plus- en minwaarden worden weergegeven) /
positieve polariteit (weergave voor negatieve waarden = 0) / negatieve
polariteit (weergave voor positieve waarden = 0) / absolute waarde (gebruik
voor de uitgang)
Begrenzing voor toepassing van de tijdsconstante.
±xxx ... ±xxx%; bereik: -150...+150%
www.krohne.com
≤ 100 mA
max
≤ 20 mA
max
09/2011 - 4001609501 - MA MFC 300 R02 nl
MFC 300