GEBRUIK
6
6.2 Nulpunt kalibratie (menu C1.1.1)
Voer na de installatie de nulpunt kalibratie uit voordat het toestel in bedrijf gesteld wordt. Voltooi
de installatie voordat u de nulpunt kalibratie uitvoert. Veranderingen (pijpenstelsel of
kalibratiefactor) die worden aangebracht na de nulpunt kalibratie kunnen van invloed zijn op de
nauwkeurigheid, zodat het noodzakelijk is de nulpunt kalibratie opnieuw uit te voeren.
Neem het volgende in acht voor een betrouwbare nulpunt kalibratie:
• De meetsensor moet volledig gevuld zijn met product op de verwachte procesdruk en
temperatuur.
• Het product mag geen lucht of gas bevatten, vooral bij horizontale installaties. Voorafgaand
aan de nulpuntkalibratie wordt geadviseerd het product uit te spoelen met een hoog debiet
(>50%) gedurende 2 minuten.
• Zorg na het spoelen voor nul flow door de betreffende kleppen te sluiten.
Stel de nulpunt kalibratie in op automatisch of handmatig met behulp van de bedieningen. Voor
automatische kalibratie moet de afdekking van de omvormer moet op het display worden
geplaatst.
A) Automatische kalibratie
Toets
>
2 x ↓
3 x >
>
↓
^
5 x ^
^
72
Weergave
A
snelle setup
C
Set-up
C1.1.1
nulpunt kalibratie
nulpunt calibreren?
afbreken
nulpunt calibreren?
Automatisch
Wacht op aftellen vanaf 40 s
nulpunt kalibratie
+XX.XXX%
config. opslaan?
Ja
Displaypagina
www.krohne.com
Beschrijving en instelling
De toets ingedrukt houden
gedurende 2,5 s, daarna loslaten.
Weergave van gemeten
nulpuntkalibratie in %.
(Waarschuwing, wijziging van
waarde is mogelijk!)
09/2011 - 4001609501 - MA MFC 300 R02 nl
MFC 300