MFC 300
4.8.2 Puls- en frequentie-uitgang
INFORMATIE!
Afhankelijk van de versie moeten de puls- en frequentie-uitgangen passief of actief worden
aangesloten, of volgens NAMUR EN 60947-5-6! Welke I/O-versie en ingangen/uitgangen
geïnstalleerd zijn in uw signaalomvormer staat vermeld op de sticker in het deksel van de
aansluitruimte.
• Alle uitgangen zijn elektrisch gescheiden van elkaar en van alle andere circuits.
• Alle bedrijfsgegevens en functies kunnen worden aangepast.
• Passieve modus:
Externe stroomvoorziening vereist: U
I ≤ 20 mA bij f ≤ 10 kHz (override tot f
I ≤ 100 mA bij f ≤ 100 Hz
• Actieve modus:
Gebruik van interne stroomvoorziening: U
I ≤ 20 mA bij f ≤ 10 kHz (override tot f
I ≤ 20 mA bij f ≤ 100 Hz
• NAMUR-modus: passief in overeenstemming met EN 60947-5-6, f ≤ 10 kHz,
boven bereik tot f
• Schaling:
Frequentie-uitgang: in pulsen per tijdseenheid (bijv. 1000 pulsen/s bij Q
Pulsuitgang: hoeveelheid per puls.
• Pulsbreedte:
Symmetrisch (werktijdverhouding 1:1, onafhankelijk van de uitgangsfrequentie)
automatisch (met vaste pulsbreedte, werktijdverhouding ong. 1:1 bij Q
vast (pulsbreedte kan zoals nodig is worden aangepast van 0,05 ms...2 s)
• Voorwaartse / achterwaartse flowmeting (F/R modus) is mogelijk.
• Alle puls- en frequentie-uitgangen kunnen ook worden gebruikt als statusuitgang /
limietschakelaar.
VOORZICHTIG!
Bij frequenties boven 100 Hz moeten afgeschermde kabels worden gebruikt om radio-
interferentie te voorkomen.
INFORMATIE!
Voor verdere informatie zie Aansluitschema's van ingangen en uitgangen op blz. 47
Technische gegevens op blz. 132
GEVAAR!
Voor toestellen die in gevaarlijke gebieden worden gebruikt gelden aanvullende
veiligheidsvoorschriften; zie de Ex-documentatie.
09/2011 - 4001609501 - MA MFC 300 R02 nl
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
ext
max
max
≤ 12 kHz
max
.
www.krohne.com
≤ 32 VDC
≤ 12 kHz)
= 24 VDC
nom
≤ 12 kHz)
4
);
100%
) of
100%
en zie
41