ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4
4.8 Beschrijving van de ingangen en uitgangen
4.8.1 Stroomuitgang
INFORMATIE!
De stroomuitgangen moeten worden aangesloten afhankelijk van de versie! Welke I/O-versies
en ingangen/uitgangen geïnstalleerd zijn in uw signaalomvormer staat vermeld op de sticker in
het deksel van de aansluitruimte.
• Alle uitgangen zijn elektrisch gescheiden van elkaar en van alle andere circuits.
• Alle bedrijfsgegevens en functies kunnen worden aangepast.
• Passieve modus: externe voeding U
• Actieve modus: belastingimpedantie R
≤ 450 Ω bij I ≤ 22 mA voor Ex i-uitgangen
R
L
• Zelfmonitoring: onderbreking of belastingimpedantie te hoog in de stroomuitgangslus
• Foutbericht mogelijk via statusuitgang, foutindicatie op LC-display
• Foutdetectie van de huidige waarde kan worden aangepast.
• Automatische bereikconversie via drempel of stuuringang. Het instellingsbereik voor de
drempel ligt tussen 5 en 80% van Q
tussen kleiner en groter bereik van 1:20 tot 1:1,25).
Signalering van het actieve bereik mogelijk via een statusuitgang (die aangepast kan worden).
• Voorwaartse / achterwaartse flowmeting (F/R modus) is mogelijk.
INFORMATIE!
Voor verdere informatie zie Aansluitschema's van ingangen en uitgangen op blz. 47
Technische gegevens op blz. 132
GEVAAR!
Voor toestellen die in gevaarlijke gebieden worden gebruikt gelden aanvullende
veiligheidsvoorschriften; zie de Ex-documentatie.
40
≤ 32 VDC bij I ≤ 22 mA
ext
≤ 1 kΩ bij I ≤ 22 mA;
L
, ± 0...5% hysteresis (overeenkomende verhouding
100%
.
www.krohne.com
MFC 300
en zie
09/2011 - 4001609501 - MA MFC 300 R02 nl