12
Opsporen en verhelpen van
storingen
12.1
Storingsdiagnose met behulp van
de led op de printplaat van de
buitenunit
Led...
Diagnose
knippert
Normaal.
▪ Controleer de binnenunit.
AAN
▪ Schakel de voeding uit en weer aan, en
controleer de led binnen een 3-tal minuten.
Als de led weer brandt, dan is de printplaat
van de buitenunit defect.
UIT
1
Voedingsspanning
energiebesparing).
2
Storing elektrische voeding.
3
Schakel de voeding uit en weer aan, en
controleer de led binnen een 3-tal
minuten.
Als de led weer UIT is, dan is de
printplaat van de buitenunit defect.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
▪ Wanneer de unit NIET werkt, worden de leds op de
printplaat uitgeschakeld om energie te besparen.
▪ Zelfs wanneer de leds niet branden, kunnen de
klemmenstrook en de printplaat nog stroom krijgen.
13
Als afval verwijderen
OPMERKING
Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het
ontmantelen van het systeem en het behandelen van het
koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN
conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en
terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf
worden behandeld.
INFORMATIE
Om het milieu te beschermen moet u de unit automatisch
laten afpompen voordat u de unit verplaatst of ontmantelt.
Voor
de
procedure
servicehandleiding of de uitgebreide handleiding voor de
installateur.
14
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
14.1
Bedradingsschema
Het bedradingsschema is bij de unit geleverd en bevindt zich
op de binnenkant van de buitenunit (onderkant van de bovenste
plaat).
RXJ20~35A
R32 Split-reeks
3P482320-17X – 2021.12
(voor
van
het
afpompen,
zie
de
12 Opsporen en verhelpen van storingen
14.1.1
Legende eengemaakt bedradingsschema
Voor
gebruikte
onderdelen
bedradingsschema op de unit. De onderdelen zijn genummerd met
Arabische cijfers in oplopende volgorde en wordt in het overzicht
hieronder aangegeven door "*" in de onderdeelcode.
Symbool Betekenis
Symboo
l
Stroomonderbrek
er
Aansluiting
,
Connector
Aarding
Lokale bedrading
Zekering
Binnenunit
INDOOR
Buitenunit
OUTDOOR
Reststroomappar
aat
Symbool Kleur
Symbool
BLK
Zwart
ORG
BLU
Blauw
PNK
BRN
Bruin
PRP, PPL
GRN
Groen
RED
GRY
Grijs
WHT
SKY BLU Lichtblauw
YLW
Symbool
A*P
BS*
BZ, H*O
C*
AC*, CN*, E*, HA*, HE*, HL*,
HN*, HR*, MR*_A, MR*_B, S*, U,
V, W, X*A, K*R_*, NE
D*, V*D
DB*
DS*
E*H
FU*, F*U, (voor kenmerken, zie
printplaat in uw unit)
FG*
H*
H*P, LED*, V*L
HAP
HIGH VOLTAGE
IES
IPM*
K*R, KCR, KFR, KHuR, K*M
L
L*
L*R
en
nummering,
zie
Betekenis
Veiligheidsaarding
Beschermende aarding
(schroef)
A
Gelijkrichter
,
Relaisconnector
Kortsluitconnector
Aansluitklem
Klemmenstrook
Kabelklem
Kleur
Oranje
Roze
Paars
Rood
Wit
Geel
Betekenis
Printplaat
Drukknop aan/uit,
bedrijfsschakelaar
Zoemer
Condensator
Aansluiting, connector
Diode
Diodebrug
DIP-schakelaar
Verwarming
Zekering
Connector (randaarding)
Kabelboom
Controlelamp, led
Led (servicemonitor groen)
Hoogspanning
Intelligent eye sensor
Intelligente voedingsmodule
Magneetrelais
Stroomvoerend
Spoel
Reactievat
Montagehandleiding
het
13