Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
1.
IR-zender
Stuurt een signaal naar de projector.
2.
POWER OFF
Schakel de projector uit. Zie
projector uitschakelen" op pagina 47
details.
3.
POWER AAN
Schakelt de projector in. Zie
projector opstarten" op pagina 28
details.
4.
HDMI 1
Toont de bronkeuze voor HDMI 1. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 35
voor details.
5.
HDMI 2
Toont de bronkeuze voor HDMI 2. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 35
voor details.
12
Kenmerken van de projector
6.
Pijltje omhoog/Keystone (
in de OSD. Zie
18
op pagina 31
19
vervormde beelden die door de
20
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
21
"Keystone corrigeren" op pagina 30
22
23
details.
24
7.
MENU/ EXIT
25
MENU: Hiermee schakelt u het OSD-
menu in.
26
27
EXIT: Hiermee gaat u terug naar het
vorige OSD-menu en slaat u de menu-
28
instellingen op.
29
Zie
30
voor details.
31
8.
Pijltje naar links/Volumeniveau
32
verlagen (
33
34
in de OSD. Zie
op pagina 31
9.
ECO BLANK
Verbergt het beeld op het scherm.
10. Pijltje omlaag/Keystone (
in de OSD. Zie
"De
op pagina 31
voor
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"De
"Keystone corrigeren" op pagina 30
voor
details.
11. ASPECT
Selecteer de weergaveverhoudingen. Zie
"De beeldverhouding selecteren" op
pagina 43
12. USER 1/ User 2/ User 3
Selecteer de User-geheugeninstellingen.
: Navigeert en verandert instellingen
"De menu's gebruiken"
voor details.
: Hiermee corrigeert u handmatig de
"De menu's gebruiken" op pagina 31
/
)
: Navigeert en verandert instellingen
"De menu's gebruiken"
voor details.
: Verlaagt het volume.
: Navigeert en verandert instellingen
"De menu's gebruiken"
voor details.
: Hiermee corrigeert u handmatig de
voor details.
Opmerking: Gebruikersmodus 3 wordt
niet ondersteund voor dit model.
/
)
voor
/
)
voor