Inhoudsopgave
Advertenties
5. Gebruik in combinatie met uw toetsenbord
5.3 Geforceerde werking
Deze functie maakt het mogelijk om bijvoorbeeld het systeem
in te schakelen, zelfs als er nog een uitgang is geopend of
een product defect is (lege batterij,...).
Ê De centrale weigert om in te schakelen.
De centrale laat een geluidssignaal weerklinken om de
gebruiker te waarschuwen.
Op het toetsenbord knippert de LED rood.
Ë Vorm nogmaals uw toegangscode, gevolgd door op ON te
drukken, dit moet binnen de 5 seconden na de eerste druk
worden uitgevoerd.
Het lampje licht rood en vervolgens
groen op om de actie te bevestigen.
De centrale laat een PIEP horen.
5.4 Activeren van een stil alarm
(onder dwang stoppen)
Met deze functie kunt u een eventuele aanvaller laten gelo-
ven dat u de juiste toegangscode invoert terwijl u in werkelijk-
heid een discreet alarm in werking stelt (geen geluidssigna-
len) met de telefonische overdrager, ongeacht of het systeem
is ingeschakeld of uitgeschakeld.
Tel hiervoor 1 op bij het eerste cijfer van uw toegangscode.
Voorbeeld:
- toegangscode "123456", onvrijwillige code "223456",
- of toegangscode "923456", onvrijwillige code "023456",
Het lampje licht rood en vervolgens groen op om de actie te
bevestigen.
De centrale laat een PIEP horen.
De telefonische overdrager belt vanaf het derde geprogram-
meerde nummer.
Het eerste en twee nummer worden tijdens een stil alarm
niet gebeld.
ON
Inschakelen geweigerd
(bijv. uitgang geopend)
Piep, Piep, Piep
ON
ON
< 5s
+1
+1
OK
- 20 -
5.5 Activeren van een geluidsalarm
Met deze functie kunt u met de telefonische overdrager een
oproep maken om uw naasten op de hoogte te brengen dat u in
Piep, Piep, Piep
nood bent. De sirenes worden met een specifieke toon geacti-
veerd.
Druk gedurende 2 seconden op de toets SOS.
Het lampje licht rood en vervolgens groen op om de actie te be-
vestigen.
De centrale laat een PIEP horen.
Het geluidsalarm activeert:
- een oproepcyclus naar de geprogrammeerde
nummers wordt uitgevoerd (beginnend met het eerste
nummer).
- een geluidssignaal van een verbonden sirene.
Om een geluidsalarm te stoppen, vormt u de toegangscode ver-
volgens drukt u op OFF.
5.6 Vereffening van storingen
Bij elke inschakeling/uitschakeling van het systeem zal de centrale
signaleren, aan de hand van een aantal geluidssignalen of weige-
ring van inschakelen, dan een gebeurtenis (of storing) werd op-
geslagen. Deze gebeurtenissen (inbraakdetectie, storing, uitgang
geopend, enz ...) kunnen worden vereffend zodat deze niet meer
door de centrale worden gesignaleerd.
Het systeem moet uitgeschakeld zijn.
Als u niet beschikt over een touch-toetsenbord, kunt u de storin-
gen met het gewone toetsenbord vereffenen:
Ê Vorm uw toegangscode.
Ë Druk gedurende 5 seconden op de toets
Het lampje licht rood en vervolgens groen op om de actie te bev-
estigen.
De centrale laat enkele pieptonen horen, stopt, en laat vervolgens
opnieuw een pieptoon horen.
Toegangscode
5.7 De toetsgeluiden uitschakelen
Code onder
dwang
Toegangscode
Code onder
dwang
SOS
>5s
Houd de toets
5 seconden ingedrukt totdat het lampje groen
oplicht.
OK
>2s
.
>5s
Om de geluidssignalen opnieuw te activeren, houdt u 5
seconden de toets
ingedrukt.
- 21 -
SOS
NL
+
OFF
>5s
Advertenties
Inhoudsopgave
