Figuur 16
1. Tractiepedaal – vooruit
2. Tractiepedaal – achteruit
Figuur 17
De rijsnelheden zijn als volgt:
•
Maaisnelheid vooruit: 3,2 tot 8 km/u
•
Maximale transportsnelheid: 16 km/u
•
Snelheid achteruit: 4 km/u
Vergrendelpedaal van
stuurstangarm
Druk het pedaal in
(Figuur
omhoog of omlaag voor het comfort van de bestuurder
en laat het pedaal los om de arm te vergrendelen.
Opmerking:
Beweeg de stuurarm volledig vooruit
voordat u de stoel omhoog brengt.
Gashendel
De gashendel
(Figuur
mogelijkheid het toerental van de motor te regelen.
U verhoogt het toerental van de motor door de
3. Vergrendelpedaal van
stuurstangarm
16) en breng de stuurarm
18) biedt de bestuurder de
gashendel naar Snel te bewegen; u verlaagt het
toerental van de motor door de gashendel naar
Langzaam te bewegen.
Opmerking:
gashendel.
g014603
1. Contactschakelaar
2. Schakelhendel
3. Bedieningshendel van
hefinrichting (voor
omhoog/omlaag brengen
van maaidekken)
Bedieningshendel van hefin-
g005105
richting (voor omhoog/omlaag
brengen van maaidekken)
Als u de hendel
voren beweegt, laat u de maaidekken neer en start u
de messenkooien. Om de messenkooien tot stilstand
te brengen en de maaidekken omhoog te brengen,
moet u de hendel naar achteren trekken. Tijdens het
maaien kunt u de messenkooien tot stilstand brengen
door de hendel eventjes naar achteren te trekken
en dan los te laten. Deze functie wordt de Tap-off
genoemd. U kunt dit instellen in het InfoCenter. U
stelt de messenkooien in werking door de hendel naar
voren te bewegen.
Schakelhendel
De schakelhendel
tractiestanden plus een neutraalstand. U kunt van
maaien naar transport en van transport naar maaien
schakelen (niet naar de neutraalstand) als de machine
in beweging is. De machine zal geen schade oplopen.
•
Achterste stand – neutraalstand en wetten
21
U kunt de motor niet afzetten met de
Figuur 18
4. Gashendel
5. InfoCenter
(Figuur
18) tijdens het gebruik naar
(Figuur
18) heeft twee
g017975