Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Service En Functiecontrole; Garantie; Alarmen En Probleemoplossing; Algemeen - Swegon GOLD RX Bedrijfs- En Onderhoudsvoorschriften

Generatie f
Verberg thumbnails Zie ook voor GOLD RX:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.3 Service en functiecontrole

Volg voor de service- en functiecontroles de intervallen hieron-
der.
Te controleren
Actie
artikel
Service
Filters
Vervangen als het
display een filteralarm
toont. Controleer
of het filterinstalla-
tieframe goed werkt
en dicht is.
Ventilatoren,
Inspecteren en indien
warmtewisselaars,
nodig schoonmaken.
kanaalaccessoires
Interne oppervlak-
Inspecteren en indien
ken
nodig schoonmaken.
Externe oppervlak-
Inspecteren en indien
ken
nodig schoonmaken.
Pakkingen, afdicht-
Inspecteren en indien
strippen, lagers,
nodig herstellen.
aandrijfriemen
Sensoren, kabels,
Visueel inspecteren en
meetbuizen
indien nodig herstel-
len.
Controle functio-
naliteit
Veiligheidsfuncties,
Functionaliteit inspec-
brand- en vorstbe-
teren.
veiliging enz.
Andere bedienings-
Functionaliteit in-
en regelfuncties
specteren. Vergelijk
de waarden van de
luchtbehandelingsunit
met het inbedrijfstel-
lingsrapport. Eventue-
le onregelmatigheden
moeten worden
verholpen.
Alarmhistorie
Controleren.

4.4 Garantie

Om een schadeclaim in te dienen die onder de garantie valt,
dient u een compleet gedocumenteerd en ondertekend Service-
en functiecontrolerapport van het product en de accessoires te
overleggen.
Een Service- en functiecontrolerapport dient volgens de aanwij-
zingen in de Secties 4.1, 4.2 en 4.3 te worden opgesteld.
De algemene voorwaarden met betrekking tot claims die onder
de garantie vallen staan in de aflevervoorwaarden die bij afleve-
ring worden overhandigd.
12
www.swegon.com
5. Alarmen en probleemop-
lossing

5.1 Algemeen

6-maan-
12-maan-
delijkse
delijkse
service
service
Alarmen worden aangegeven met een knipperende rode LED op
de handterminal.
Als de LED knippert, gaat u naar het Alarmlog op het instrumen-
x
tenpaneel, zie Sectie 2.2.3 in de handleiding met bedrijfsproce-
dures van de microhandterminal IQnavigator.
Actieve alarmen, alarmen in behandeling en alarmhistorie (50
meest recente) kunnen worden bekeken via Alarmlog.
Voor het resetten van alarmen kunt u afzonderlijke alarmen
x
selecteren of alle alarmen.
De resettijd kan ook worden weergegeven onder Geschiedenis.
x
Het storingzoeken wordt gedaan door de functie of de functio-
nele component te onderzoeken, die in het alarmbericht wordt
x
genoemd.
Als de storing niet direct kan worden verholpen:
x
Bepaal of de unit in bedrijf kan blijven tot de storing is verholpen.
Kies ervoor om het alarm te blokkeren en/of te wijzigen van stop
naar bedrijf. Zie Sectie 4.8.6 in de functiehandleiding, Installatie.
x

5.1.1 A- en B-alarmen

A-alarmen sturen een indicatie naar de uitgang voor alarmrelais
A (IQlogic-module
x
B-alarmen sturen een indicatie naar de uitgang voor alarmrelais B
(IQlogic-module
x
Alarmen kunnen via deze relais worden doorgestuurd met ver-
schillende prioriteiten.

5.1.2 Alarmen resetten

Alarmen met handmatige reset kunnen worden gereset via de
handterminal. Selecteer reset in het alarmlog.
Alarmen met automatische reset worden gereset zodra de sto-
ring is verholpen.
x
Alarmen kunnen ook worden gereset via een communicatienet-
werk (niet van toepassing op het vorstbeveiligingsalarm).

5.1.3 Alarmprioriteit wijzigen

Zie Sectie 4.8.6 in de functiehandleiding, Installatie.
NL.GOLDSKFRX.171215
+
).
+
).
We behouden het recht voor om specificaties te wijzigen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave