Inhoudsopgave
Advertenties
Codes
Beschrijving van de storing
SWW-sensor kortgesloten: Er werd een
E 32
kortsluiting gedetecteerd in de kring van de
SWW-temperatuursensor
SWW-sensor open: Er werd een open kring
E 33
gedetecteerd in de kring van de SWW-tempe-
ratuursensor
Lage spanning: De netspanning is onder het
E 34
aanvaardbare werkingsniveau gezakt.
Lage waterdruk: De waterdruk is onder de
E 37
0,07 MPa (0,7 bar) gezakt.
Retoursensor kortgesloten: kortsluiting retour
E 43
temperatuursensor
Retoursensor open: Een open kring werd
E 44
gedetecteerd in de kring van de retourtempe-
ratuursensor van het toestel.
Rookgassensor kortgesloten: Kortsluiting
E 45
rookgas temperatuursensor
Rookgassensor open: Een open kring werd
E 46
gedetecteerd in de kring van de rookgas tem-
peratuursensor van het toestel.
Storing waterdruksensor: De waterdruksensor
E47
is losgekoppeld of defect
Gasdrukschakelaar open
E 76
Externe limiet open: Een externe limiet voor
het automatisch resetten van het toestel werd
geopend.
E 77
Hoge temperatuur in mengkring
E 78
Mengcircuit sensor kortsluiting
E 79
Mengcircuit sensor open
Retour > Toevoer: Retour temperatuur is hoger
E 80
dan de aanvoer temperatuur.
Sensor Drift: Aanvoer en retourtemperatuur
E 81
zijn niet gelijk.
E82
Blokkade delta T - Delta T te hoog
NL
STORINGSOPLOSSING
1. Controleer de SWW-temperatuursensor en de kabelboom op een
kortsluiting.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
1. Controleer de SWW-temperatuursensor, de aansluitklemmen en de
kabelboom op een open kring.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
Het toestel reset automatisch als de netspanning op een voldoende
hoge waarde is.
1. Verhoog de druk tot in het normale bereik.
2. Het toestel reset automatisch als de waterdruk op een voldoende
hoge waarde is
1. Controleer de SWW-retourtemperatuursensor en de kabelboom op
een kortsluiting.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
1. Controleer de retourtemperatuursensor, de aansluitklemmen en de
kabelboom op een open kring.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
1. Controleer de rookgassensor en de kabelboom op een kortsluiting.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
1. Controleer de rookgassensor, de aansluitklemmen en de kabel-
boom op een open kring.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
1. Controleer de waterdruksensor, aansluitklemmen en kabelboom.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
1. Controleer zowel de statische als de dynamische gasdruk.
2. Corrigeer de omstandigheid die heeft geleid tot het openen van de
drukschakelaar.
3. Het toestel zal automatisch resetten zodra de drukschakelaar ge-
sloten is.
1. Corrigeer de omstandigheid die heeft geleid tot het openen van de
limiet.
2. Het toestel zal automatisch resetten zodra de externe limiet sluit.
Controleer of de mengklep correct werkt.
1. Controleer de mengcircuit sensor en de bedrading op kortsluiting.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
1. Controleer de mengcircuit sensor en de bedrading op een open
verbinding.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
Controleer of het water door het toestel stroomt van de retour naar
de aanvoer.
1. Verzeker u ervan dat er water door het toestel stroomt.
2. Wacht een aantal minuten om de water temperatuur in het toestel
gelijk te laten worden, het toestel reset automatisch indien de
temperatuur geëgaliseerd.
3. Indien de temperatuur niet gelijk wordt controleer dan de NTC's en
de bedrading en vervang indien nodig.
1. Controleer de stroming in de installatie.
2. Controleer de pomp op vervuiling en verstoppingen, de pomp
herstarten indien nodig en vervang indien nodig.
A1010440-664Y8300 • C
Oplossing voor de storing
45
Advertenties
Inhoudsopgave
