Codes
Ontsteekfout: Brander ontsteekt niet na 5 start
E 01
pogingen.
Onterecht vlam Er is een onterecht vlamsig-
E 02
naal gedetecteerd.
Max. temp. overschreden : Aanvoer of retour-
E 03
temperatuursensor boven 105°C
Ventilator toerental : foutieve toerental van de
E 05
ventilator, of ACVMax krijgt geen signaal.
Rookgastemp. hoog: rookgastemperatuur
E 07
overschrijdt de limiet.
Ionisatie circuit fout: Test van de ionisatie
E 08
circuit fout
Gasklep circuit fout: Test van de gasklep circuit
E 09
fout.
E 12
Interne fout : EEPROM misconfi guratie
Aantal resets bereikt: Maximaal 5 resets per 15
E 13
min. toegestaan
Sensor Drift: Aanvoer- of retourvoeler waarde
E 15
verlopen.
Aanvoer temp. sensor vast : Aanvoer sensor
E 16
waarde verandert niet.
Retour temp. sensor vast: Retour sensor waar-
E 17
de verandert niet.
Probleem met sensor: Aanvoer of retour sen-
E 18
sor waarde verandert te snel.
E19
Vlam verlies: Vlam verlies na opstart fase
E 21
Interne fout: A / D conversie fout.
E 25
Interne fout: CRC check fout.
Toevoersensor kortgesloten: Kortsluiting aan-
E 30
voertemperatuursensor
Toevoersensor open: Een open kring werd
E 31
gedetecteerd in de kring van de aanvoertem-
peratuursensor van het toestel
44
STORINGSOPLOSSING
Beschrijving van de storing
Oplossing voor de storing
1. Controleer de gastoevoer.
2. Controleer de ontsteekkabel en de aansluiting op het control-
board.
3. Controleer de elektrode en de afstand tussen de pennen.
4. Controleer de gasklep en de electrische aansluitingen
1. Controleer de aardverbindingen in het toestel en naar het control-
board.
2. Controleer de elektrode op vervuiling.
Corrigeer de oorzaak van de hoge temperatuur.
1. Controleer de waterdoorstroming in het toestel (radiator ventie-
len).
2. Controleer de pomp en de elektrische aansluitingen.
1. Controleer de ventilator, de verbinding en de bekabeling.
2. Onder normale omstandigheden zal een afwijking van 1000 rpm
na 60 seconden worden weergegeven, tijdens start up komt deze
melding al na 30 seconden.
3. Uitzondering : als het toerental boven 3000 rpm ligt bij max PWM
komt er geen foutmelding.
1. Er kan vervuiling van de warmtewisselaar zijn opgetreden.
2. Het toestel zal automatisch resetten zodra de temperatuur vol-
doende gedaald is.
1. Schakel het toestel uit.
2. Controleer en reinig de elektrode.
3. Controleer de ionisatie kabel en de aarding van het toestel.
1. Controleer de gasklep en de bedrading.
2. Indien het probleem niet is opgelost, vervang de ACVMAX-control-
board.
1. Schakel toestel uit en aan om normaal bedrijf te hervatten.
2. Indien het probleem niet is opgelost, vervang de ACVMAX-control-
board.
1. Schakel toestel uit en aan om normaal bedrijf te hervatten.
2. Indien het probleem niet is opgelost, vervang de ACVMAX-control-
board.
Controleer de aanvoer- en de retour temp. voelers en de bedrading.
1. Controleer de toevoertemperatuursensor en de kabelboom op
kortsluitingen of andere defecten.
2. Controleer de waterdoorstroming en de temperaturen in het
systeem want de aanvoertemperatuur verandert niet.
1. Controleer de retourtemperatuursensor en zijn positie, controleer
de kabelboom op kortsluitingen en andere defecten.
2. Controleer de waterdoorstroming en de temperaturen in het sys-
teem want de retourtemperatuur verandert niet.
3. De fout kan ook optreden op lage capaciteit bij het laden vanuit
een grote buff ertank
Controleer de aanvoer- en de retour temp. voelers en de bedrading.
Vlam verlies na start van het toestel
1. Controleer het rookgas afvoersysteem tegen verstopping en ve-
rifi eer de CO2-instellingen van het toestel (CO2 hoog 8,8 +/-0,2%,
CO2 laag 8,6+/-0,2% gemeten met open mantel).
2. Controleer de ontstek/ionisatie pen (afstand tot brander + vervui-
ling)
Schakel toestel uit en aan en druk op OK om gewoon bedrijf te star-
ten.
Schakel toestel uit en aan en druk op OK om gewoon bedrijf te star-
ten.
1. Controleer de toevoertemperatuursensor en de kabelboom op een
kortsluiting.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
1. Controleer de toevoertemperatuursensor, de aansluitklemmen en
de kabelboom op een open kring.
2. Vervang indien nodig de buitenvoeler of de bekabeling.
3. Nadat het probleem is opgelost, reset het toestel en hervat nor-
maal bedrijf.
A1010440-664Y8300 • C
NL