VEILIGHEIDS- EN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
VOOR DE SCHOUWAANSLUITING
Belangrijke instructies voor de veiligheid
•
De ketel niet installeren in een gemeenschappelijke
rookgasafvoer met andere gas- of olie-apparaten. Dit zal
rookgas lekkage of defect van het apparaat veroorzaken.
•
Controleer of de geïnstalleerde verbrandingslucht en
rookgasafvoer gasdicht aangesloten zijn en voldoen
aan alle geldende instructies en toepasselijke codes
en normen.
•
Als de rookgasafvoer niet goed wordt ondersteund, kan
het rookgasafvoersysteem defect raken, met als gevolg
aanzienlijke materiële schade, ernstig letsel of de dood.
•
Een bijproduct van een met gas/olie-gestookt apparaat
is koolmonoxide. Als u geen koolmonoxidemelders
met alarmsignalen installeert, kan dit ernstig letsel of
de dood tot gevolg hebben. Volg de geldende lokale
voorschriften
4
1
3
1
1.
Elke bocht en recht element worden op de mof vastgezet.
2. Indien de rechte buizen voor of na de eerste bocht korter zijn dan
25 cm, dient het tweede rechte element na de bocht vastgezet
worden met een beugel.
3. Indien een recht (horizontaal of verslepend) element langer is
dan 1 m, ondersteun dan het element in het midden met behulp
van een klem en zorg ervoor dat de buis vrij kan bewegen.
4. Zet vast met een klem elk 2 meter in verticale leidingen / 1 meter
in horizontale / verslepend leidingen. Verdeel de klemmen
gelijkmatig over de leidingen.
Belangrijke instructies voor een correcte werking van het
toestel
•
Een condensafvoer die op het riool is aangesloten, moet
dicht bij de ketel worden geplaatst om te voorkomen
dat de condensatieproducten uit de rookgasafvoerbuis
in de ketel terechtkomen.
•
Installeer
indien vereist door nationale en / of lokale voorschriften
en laat het regelmatig reinigen.
•
Gebruik
rookgasafvoersysteem van dezelfde fabrikant om dit
apparaat aan te sluiten en zorg ervoor dat de leiding en
de aansluitdiameters allemaal overeenkomen.
•
Zorg ervoor dat het rookgasafvoersysteem op een
solide structuur wordt bevestigd.
•
Gebruik uitsluitend meegeleverde beugels om het
rookgasafvoersysteem te ondersteunen.
•
Installeer de horizontale rookkanalen met een lichte helling
van 5 cm per meter (3 °), zodat het condensatiewater naar
een condensaatterugwinningscontainer stroomt en het
verwarmingslichaam niet beschadigt.
Schouwaansluiting moet steeds gebeuren volgens het hoofdstuk "Veiligheids- en algemene voorschriften voor de
schouwaansluiting" op pag. 30
30
4
4
Helling = 3°
2
2
≤0,25 m
een
condensaatneutraliseringssysteem
uitsluitend
onderdelen
INSTALLATIE
•
Als
condenswaterafvoer, zorg er dan voor dat u de volledige
assemblage op de ketel installeert. Als de set incompleet
is, vervangt u de hele set.
•
Zorg ervoor dat de condensafvoer is gevuld met water
voordat u de ketel in gebruik neemt en controleer
regelmatig het waterniveau. Vul met water indien nodig.
•
De ventilatie van de stookruimte is verplicht. De
afmetingen van de bovenverluchting of onderverluchting
zijn afhankelijk van het vermogen van de ketel en het
volume van de stookruimte. Volg de geldende lokale
voorschriften.
•
Als de verbrandingsluchtinlaat zich bevindt in een ruimte
die mogelijk verontreinigingen veroorzaakt of bevat, of
als producten die de lucht kunnen verontreinigen niet
kunnen worden verwijderd, moet de verbrandingslucht
op een andere locatie worden aangezogen.
•
Zwembad, was, gemeenschappelijke huishoudelijke
en
chloorverbindingen, die sterke zuren kunnen vormen en
de interne componenten en het rookgasafvoersysteem
kunnen aantasten.
•
Zorg
voldoende afstand (minimaal 40 mm) tussen de
rookgasleidingen van de ketel en brandbare materialen,
en tussen de rookgasafvoer en de luchtinlaatleiding als
deze is gemaakt van kunststof.
•
Gebruik geen schroeven om rookgasafvoerelementen
of PP-luchtinlaatelementen aan elkaar te bevestigen.
•
Verbind leiding-elementen niet aan elkaar met lijm (bv.
siliconen) of schuim (bv. PUR).
Algemene opmerkingen
•
Om veiligheidsredenen en om de montage te
vergemakkelijken, is het raadzaam om waar mogelijk het
gebruik van een concentrisch rookgasafvoersysteem te
verkiezen.
•
Het wordt aanbevolen om de rookgasafvoerleidingen in
vochtige ruimtes te isoleren om te voorkomen dat zich
condensatiewater op de leidingen vormt en druppelt.
•
Wanneer u de leidingen op maat snijdt, zorg dan dat u
rond snijdt en de randen ontbraamt om te voorkomen
dat de afdichtingen onjuist of beschadigd zijn.
•
Om het assembleren van leidingen gemakkelijker te
maken, gebruikt u uitsluitend een mengsel van water en
zeep (1%) op het uiteinde van de te passen buis.
•
Zorg er bij het monteren van metalen rookgasafvoerkanalen
voor dat de buis altijd in de mof tot aan de aanslag wordt
geplaatst.
•
Zorg er bij het monteren van kunststof rookgasafvoerbuizen
voor dat de materiaal-uitzetting ongeveer 10 mm is tussen
het uiteinde van de buis en de eindaanslag van de mof.
•
Zorg ervoor dat u de leidingen zonder spanning installeert.
•
Zorg ervoor dat u een inspectieopening in het
rookkanaalsysteem installeert.
•
Bij de uitvoering van de schouwaansluiting moet u erop
toezien dat het opgegeven maximale lengte aanbevolen
voor het product niet overschreden
het vermogen van de installatie afnemen.
•
Voor de schoorsteenaansluiting, uitsluitend ACV-
goedgekeurde componenten gebruiken. Als u dit
van
het
nalaat, vervalt elke aanspraak op garantie.
•
Voor C63-verbindingstype (niet toegestaan in
België), zorg ervoor dat u het juiste leidingmateriaal
gebruikt in overeenstemming met de weerstand
tegen temperatuur, druk, chemische samenstelling
van het rookkanaal, condensatie en roet. Een
code (zoals uitgelegd in EN 1443), gemarkeerd op
de buis, maakt het mogelijk om te bepalen of
het materiaal voldoet aan de vereisten van het
rookgasafvoersysteem.
A1010440-664Y8300 • C
het
apparaat
wordt
geleverd
hobbyproducten
bevatten
bij
parallelle
rookgasafvoersystemen
wordt, zo niet kan
met
een
vaak
fluor-
of
voor
NL