VEILIGHEIDS- EN ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
VOOR DE GASAANSLUITING
Belangrijke instructies voor de veiligheid
•
De gasaansluiting moet in overeenstemming
met de geldende lokale voorschriften en normen
uitgevoerd worden, en dat het gas circuit dient
uitgerust te worden met een gasdrukregelaar.
•
Controleer niet met een open vlam op gaslekken.
Gebruik een gasdetectieapparaat of bubbeltest.
•
De gasbranders zijn in de fabriek ingesteld voor
aardgas [gelijkwaardig met G20]. De uitlaatdruk
van de gasklep niet veranderen of proberen te
meten. De gasgklep wordt in de fabriek ingesteld
voor de correcte druk en heeft geen additionele
instelling nodig.
•
De omzetting van aardgas naar propaan of
omgekeerd is niet toegelaten in bepaalde landen
waaronder België.
gascategorieën, in de technische kenmerken van
dit handleiding.
•
Voor de Belgische markt is een conversie kit
beschikbaar als afzonderlijk accessoire, de propaan
conversie dient steeds uitgevoerd te worden door
Groupe Atlantic België, gelieve hiervoor contact op
te nemen.
•
De op de ketel geïnstalleerde diafragm mag nooit
worden gewijzigd of vervangen door een andere
maatdiafragm, behalve in het geval van een
gasconversieproces, dat moet worden uitgevoerd
volgens de verstrekte procedure en vereisten door
een professionele vakman.
WaterMaster® 25 (X) - 35 - 45 (X) -
NL
INSTALLATIE
Raadpleeg de tabel met
70 (X) - 85 Evo
A1010440-664Y8300 • C
•
De regeling van de CO2, het gasverbruik, het
luchtverbruik en de lucht- en gastoevoer worden
in de fabriek ingesteld en mogen in België niet
worden gewijzigd, behalve voor ketels van type I
2E(R).
•
Wijzig de instelling van de OFFSET (A) van de
gasklep niet: deze wordt in de fabriek ingesteld en
verzegeld.
Belangrijke instructie voor een correcte werking van het
toestel
•
Raadpleeg de technische kenmerken van deze
handleiding of de handleiding van de brander om
de aansluitdiameter te kennen.
•
Ontlucht de gasleiding en controleer zorgvuldig
de dichtheid van alle leidingen van de ketel, zowel
intern als extern.
•
Controleer of het type gas en de druk van het
distributienetwerk in overeenstemming zijn met
de toestelinstellingen. Zie de typeplaat van het
product.
•
Controleer de elektrische aansluiting van de ketel,
de ventilatie van de stookruimte, de dichtheid van
de rookgasafvoerkanalen en de dichtheid van de
vuurhaarddeur.
•
Controleer de gasdruk en het gasverbruik bij het
opstarten van het toestel.
•
Controleer de CO
naar de instellingsprocedure en de technische
gegevens).
A
WaterMaster® 120 Evo
instelling van de ketel (verwijzen
2
31