Basisbediening
Het beeldscherm bijstellen
(MONITOR)
1. Druk op de knop [ADJ] en raak vervolgens de
toets [MONITOR] aan.
2. Regel de gewenste instelling.
Zie het volgende gedeelte voor meer informatie.
3. Raak de toets [Back] aan om terug te keren
naar het voorgaande scherm.
* In de volgende gedeelte worden alleen de
details betreffende de bijstellingen
beshreven De procedure voor het selecteren
van opties wordt weggelaten.
De kleur van de titel- en
opdrachtbalk op het scherm
wijzigen
2-1. Raak de toets []] van de optie MONITOR
ADJ aan om het scherm Monitor Adjust te
laten verschijnen.
* U kunt dit scherm ook rechtstreeks bereiken
door op de knop [ADJ] te drukken en deze
langer dan een seconde ingedrukt te
houden.
2-2. Raak de toets [Auto], [Day] of [Night] aan
om de kleurenmodus in te stellen (de
fabrieksinstelling is "Auto").
"Auto":
De kleur wordt ingesteld afhankelijk van de
status van de voertuigverlichting.
Als de voertuigverlichting is uitgeschakeld:
lichtgrijs
Als de voertuigverlichting is ingeschakeld:
donkergrijs
"Day":
De kleur wordt ingesteld op lichtgrijs.
"NIght":
De kleur wordt ingesteld op donkergrijs.
Opmerking:
• De instelling voor de optie MONITOR ADJ die is
ingesteld in de modus NAVI wordt teruggezet naar
"Auto" (de standaardfabrieksinstelling) wanneer
de speler wordt uitgeschakeld of de verlichting van
het voertuig wordt in- of uitgeschakeld.
354
MAX678RVD
De helderheid, kleurverzadiging,
kleurtoon en dimmer instellen
Opmerking:
• De instellingen Color en Hue kunnen alleen
worden aangepast in de modus DVD Video, Video
CD, TV/VTR en VISUAL, en alleen als de auto stil
staat en de handrem wordt gebruikt.
• De kleurtoon (Hue) kan alleen worden geregeld als
de modus NTSC is geselecteerd.
2-1. Raak de toets []] van de optie MONITOR
ADJ aan om het scherm Monitor Adjust te
laten verschijnen.
* U kunt dit scherm ook rechtstreeks bereiken
door op de knop [ADJ] te drukken en deze
langer dan een seconde ingedrukt te houden.
2-2. Raak de toets [Bright] enkele malen aan om
te selecteren wat u wilt instellen.
Achtereenvolgens verschijnen de volgende
opties:
[Bright] ➜ [Color] ➜ [Hue] ➜ [Dimmer] ➜
[Bright] ...
"Bright":
De helderheid van het scherm.
"Color":
De kleurverzadiging.
"Hue":
De kleurtoon (rood wordt versterkt of groen
wordt versterkt).
"Dimmer":
De helderheid van het scherm bij in- of
uitgeschakelde voertuigverlichting.
2-3. Raak de toets [[] of []] aan om de instelling
te regelen.
Bright/Color/Hue:
De fabrieksinstelling is gemiddeld niveau.
Dimmer:
De fabrieksinstelling is:
Als de voertuigverlichting is uitgeschakeld:
helderste niveau
Als de voertuigverlichting is ingeschakeld:
gemiddeld niveau
"Bright"
[]]: Het beeld lichter maken.
[[]: Het beeld donkerder maken.
"Color"
[]]: De kleurverzadiging verhogen.
[[]: De kleurverzadiging verlagen.
"Hue"
[]]: Het groengehalte verhogen.
[[]: Het roodgehalte verhogen.
"Dimmer"
[]]: Het beeld lichter maken.
[[]: Het beeld donkerder maken.