Als alle stroomtoevoer naar de unit is uitgeschakeld, werken de compressor
verwarmers niet meer. Wanneer er weer stroomtoevoer is, moeten de
compressor-verwarmers en de verwarmers van de olie-afscheiders van stroom
worden voorzien gedurende minimaal 12 uur voordat weer geprobeerd kan
worden de unit te starten.
Wanneer dit niet wordt gedaan kunnen de compressors beschadigd raken als
gevolg van overmatige accumulatie van vloeistof in de compressor.
Opstarten na tijdelijke stopzetting
1. Zorg dat de compressor en de de compressor-verwarmers en de verwarmers van de
olie-afscheiders van stroom worden voorzien gedurende minimaal 12 uur voordat de
unit wordt gestart.
2. Start de gekoeldwaterpomp.
3. Als de systeemschakelaar Q0 in de "on" (aan) positie staat, zet u de
afzuigingsschakelaars Q1 en Q2 in de "auto" positie.
4. Houd de werking van de unit nauwlettend in de gaten totdat het systeem
gestabiliseerd is.
Verlengde (periodieke) stopzetting [Extended
(Seasonal) Shutdown]
1. Zet de schakelaars Q1 en Q2 (en Q3) in de positie voor handmatige afzuiging.
2. Nadat de compressors de afzuiging hebben voltooid, zet u de gekoeldwaterpomp uit.
3. Schakel alle stroomtoevoer naar de unit en naar de gekoeldwaterpomp uit.
4. Als er nog vloeistof in de verdamper zit, zorg dan dat de verwarmers van de
verdamper in werking zijn.
5. Beweeg de noodstopschakelaar S1 naar de "off" positie (uit).
6. Sluit de drukontlast-klep van de compressor en de optionele compressorzuigklep
(indien aanwezig) alsmede de vloeistofleiding-afsluiters.
7. Label alle geopende compressor afkoppelschakelaars om te waarschuwen tegen
opstarten voordat de compressorzuigklep en vloeistofleiding-afsluiters geopend zijn.
8. Als glycol niet wordt gebruikt in het systeem, zorg dan voor afvoer van al het water
van de unit-verdamper en gekoeldwaterleidingen als de unit wordt stopgezet tijdens
de winter en er temperaturen lager dan -20F verwacht kunnen worden. De
verdamper is uitgerust met verwarmers om te helpen bij bescherming tegen
temperaturen tot -20F. Gekoeldwaterleidingen moeten worden beschermd met veld-
installatie bescherming. Stel de reservoirs of de leidingen gedurende de periode van
stopzetting niet bloot aan de atmosfeer.
9. Voorzie de verwarmers van de verdamper niet van stroom als het systeem geledigd
is. Hierdoor kunnen de verwarmers doorbranden.
Opstarten na verlengde (tijdelijke) stopzetting
1. Controleer, als alle elektrische ontkoppelingen zijn uitgeschakeld en gelabeld, alle
elektrische schroef- of plaat/lip-aansluitingen om u ervan te verzekeren dat ze strak
vastzitten voor goed elektrisch contact.
ALLE VOEDINGSBRONNEN MOETEN WORDEN UITGESCHAKELD EN
GELABELD WANNEER U VERBINDINGEN CONTROLEERT. EEN
ELEKTRISCHE SCHOK KAN ERNSTIG PERSOONLIJK LETSEL OF DE DOOD
TOT GEVOLG HEBBEN.
D
D–EOMWC00A04-14NL
- 65 -
LET OP [CAUTION]
!
DANGER
!
65