Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mschrijving Van Alarmen; Alarmsignalen [Signaling Alarms]; Het Beëindigen Van Alarmen [Clearing Alarms]; Alarmeringen En Meldingen [Alarms And Events] - Daikin MICROTECH III Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MICROTECH III:
Inhoudsopgave

Advertenties

Alarmeringen en meldingen [Alarms and Events]

44
Er kunnen zich situaties voordoen die extra actie vragen van de koudwatermachine, of
die moeten worden genoteerd als referentie voor gebruik in de toekomst. Een
omstandigheid die stopzetting en/of blokkering vereist is een alarm. Alarmen kunnen
een normale stop veroorzaken (met afzuiging) of een versnelde stop. De meeste
alarmen vereisen een handmatige reset, maar in sommige gevallen gebeurt het resetten
automatisch wanneer de alarmsituatie is gecorrigeerd. Andere omstandigheden kunnen
een melding in werking stellen. De koudwatermachine kan hierop wel of niet reageren
met een specifieke actie. Alle alarmen en meldingen worden vastgelegd in een logboek.

Alarmsignalen [Signaling Alarms]

De volgende acties geven aan dat er een alarm heeft plaatsgevonden:
1. De unit of een circuit voert een versnelde stopzetting of een stopzetting met
afzuiging uit.
2. Een pictogram van een bel  wordt getoond in de rechter bovenhoek van alle
controller-schermen, inclusief de optionele interface bedieningsschermen voor
gebruik op afstand.
3. Een optioneel bijgeleverd alarmapparaat met veldbedrading wordt geactiveerd.
Het beëindigen van alarmen [Clearing Alarms]
Actieve alarmen kunnen worden gewist m.b.v. het toetsenblok/de display of een BAS-
netwerk. Alarmen worden automatische beëindigd wanneer de controller wordt
ingeschakeld. Alarmen worden alleen gewist als de omstandigheden die het alarm in
werking hebben gezet niet meer bestaan. Alle alarmen en groepen alarmen kunnen
worden beëindigd via het toetsenblok of netwerk via LON, met nviClearAlarms en via
BACnet met het ClearAlarms-object
Om het toetsenblok te gebruiken, volgt u de Alarm-koppelingen naar het Alarm-
scherm. Daar vindt u actieve alarmen [Active Alarms] en het alarmlogboek [Alarm
Log]. Selecteer [Active Alarm] en gebruik het wieltje om de alarmlijst [Alarm List] (lijst
met actieve alarmen) te zien. Zij staan in volgorde, met het meest recente alarm
bovenaan. De tweede regel op het scherm toont Alm Cnt (het aantal actieve alarmen op
dat moment) en de status van de functie voor het beëindigen van het alarm. Uit [Off]
betekent dat de functie Beëindigen [Clear] uit is, en dat het alarm niet beëindigd is.
Gebruik het wieltje om naar de bewerkingsmodus te gaan [edit mode]. De parameter
[Alm Clr] (beëindigen alarm) is geaccentueerd met OFF. Om alle alarmen te beëindigen,
draait u het wiel om AAN [ON] te selecteren en voert u het in door op het wiel te
drukken.
U heeft geen actief wachtwoord nodig om alarmen te beëindigen.
Als het probleem (of de problemen) dat het alarm heeft veroorzaakt opgelost is, zullen
de alarmen worden beëindigd, verdwijnen van de lijst Actieve Alarmen [Active Alarm]
en worden opgeslagen in het alarmlogboek. Als het probleem niet wordt gecorrigeerd,
verandert [On] onmiddellijk weer in [OFF] en de unit blijft in de alarmsituatie.
Alarmsignaal op afstand [Remote Alarm Signal]
De unit is zo geconfigureerd dat veldbedrading van alarmapparaten wordt toegestaan.
Raadpleeg de documentatie die bij de unit is geleverd voor informatie over de
veldbedrading.
Omschrijving van alarmen
Verlies fasespanning/GFP Fout [Phase Volts Loss/GFP Fault]
Omschrijving alarm (zoals getoond op het scherm): UnitOffPhaseVoltage
Trigger: PVM-instelpunt is ingesteld op Eén Punt [Single Point] en PVM/GFP
invoer is laag
- 44 -
D–EOMWC00A04-14NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave