Tabel 8-3
Nr.
1
CN140: Stroomvoorziening, 220-240 VAC input
2
CN115: W-HEAT, Elektrische verwarmer van de waterstroomschakelaar
3
CN125: Driewegsklep (heetwaterklep)
4
CN123: Pomp (220-240V stuurstroomtoevoer)
1) Na ontvangst van de inbedrijfstellingsinstructie wordt de pomp onmiddellijk opgestart en blijft de opstarttoestand altijd in
bedrijf.
2) Als het koelen of het verwarmen wordt stopgezet, zal de pomp 2 minuten nadat alle modules gestopt zijn met werken,
worden uitgeschakeld.
3) In geval van stopzetting in de pompmodus kan de pomp direct worden uitgeschakeld.
4) Wanneer de besturing van de frequentieomzettingspomp plus constante frequentiepompregeling van de unit geldig voor
S1-4 ON is, bestuurt CN123 het starten en stoppen van de constante frequentiepomp.
5
CN121: COMP-STATE, aansluiten met een ac-lampje om de toestand van de compressor aan te geven
Let op: de werkelijk gedetecteerde waarde van de controlepoort van de pomp is ON/OFF, maar niet 220-240V stuurstroom-
toevoer, dus er moet speciale aandacht worden besteed aan de installatie van het licht.
6
CN119:
HEAT1.Bijverwarming van de leidingen HEAT2.Bijverwarming van het warmwaterreservoir
Let op: de werkelijk gedetecteerde waarde van de controlepoort van de pomp is ON/OFF, maar niet 220-240V stuurstroom-
toevoer, dus er moet speciale aandacht worden besteed aan de installatie van de bijverwarming van de leidingen.
7
CN108: Omvormerpomp 0-10V outputcontrolesignaal
8
CN109: W.P-SW, Waterdrukschakelpoort.
9
CN110: TEMP-SW, Schakelpoort voor doelwatertemperatuur.
10
CN138: Afstandsfunctie van koel/verwarmingssignaal
11
CN137: Afstandsfunctie van aan/uit-signaal
12
CN114: Signaal van waterstroomschakelaar
13
CN105: Taf1: Waterzijdige antivriestemperatuur
14
CN101: Tw: Totale wateruitlaattemperatuursensor wanneer diverse units parallel geschakeld zijn
15
CN103: T5: Temperatuursensor van het waterreservoir
16
CN300: Programma brandt in poort (WizPro200RS programmeertoestel).
17
CN109: Communiceren met hoofdprintplaat
•
Fouten
Wanneer de hoofdunit defecten vertoont, stopt hij met werken en alle andere units stoppen ook met functioneren;
Wanneer de ondergeschikte unit storingen vertoont, stopt alleen die unit met werken en worden andere units niet beïnvloed.
•
Beveiliging
Wanneer de hoofdunit beveiligd is, stopt alleen die unit met werken en blijven de andere units gewoon werken.
Wanneer de ondergeschikte unit onder bescherming is, stopt alleen die unit met werken en worden andere units niet beïn-
vloed.
Fi
8 6 Sl
b
d f 6 KW
Afb. 8-6 Slavekaart van 65KW en 110KW
Gedetailleerde informatie
ATTENTIE
15
d 110KW