RXYQ5
RX(Y/H)Q8
RX(Y/H)Q10
RX(Y/H)Q12
RX(Y/H)Q14
RX(Y/H)Q16
RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q20 = RX(Y/H)Q8 + RX(Y/H)Q12
RX(Y/H)Q22 = RX(Y/H)Q10 + RX(Y/H)Q12
RX(Y/H)Q24 = RX(Y/H)Q12 + RX(Y/H)Q12
RX(Y/H)Q26 = RX(Y/H)Q8 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q28 = RX(Y/H)Q10 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q30 = RX(Y/H)Q12 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q32 = RX(Y/H)Q14 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q34 = RX(Y/H)Q16 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q36 = RX(Y/H)Q18 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q38 = RX(Y/H)Q8 + RX(Y/H)Q12 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q40 = RX(Y/H)Q10 + RX(Y/H)Q12 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q42 = RX(Y/H)Q12 + RX(Y/H)Q12 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q44 = RX(Y/H)Q8 + RX(Y/H)Q18 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q46 = RX(Y/H)Q10 + RX(Y/H)Q18 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q48 = RX(Y/H)Q12 + RX(Y/H)Q18 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q50 = RX(Y/H)Q14 + RX(Y/H)Q18 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q52 = RX(Y/H)Q16 + RX(Y/H)Q18 + RX(Y/H)Q18
RX(Y/H)Q54 = RX(Y/H)Q18 + RX(Y/H)Q18 + RX(Y/H)Q18
RXYHQ12
RXYHQ16
=
RXYQ8
+
RXYQ8
RXYHQ18
=
RXYQ8
+ RXYQ10
RXYHQ20
=
RXYQ8
+ RXYHQ12
RXYHQ22
= RXYQ10 + RXYHQ12
RXYHQ24
=
RXYQ8
+
RXYQ8
RXYHQ26
=
RXYQ8
+
RXYQ8
RXYHQ28
=
RXYQ8
+ RXYQ10 + RXYQ10
RXYHQ30
=
RXYQ8
+ RXYQ10 + RXYHQ12
RXYHQ32
=
RXYQ8
+ RXYHQ12 + RXYHQ12
RXYHQ34
= RXYQ10 + RXYHQ12 + RXYHQ12
RXYHQ36
= RXYHQ12 + RXYHQ12 + RXYHQ12
Monteer altijd een hoofdschakelaar voor het volledige systeem.
I
LET OP
Kies de voedingskabel op basis van de des-
betreffende lokale en nationale voorschriften.
I
De draaddikte moet in overeenstemming zijn met
de geldende plaatselijke en nationale voor-
schriften.
I
De specificaties voor de lokale bedrading,
netsnoer en aftakkingen zijn in overeenstemming
met IEC60245.
I
DRAADTYPE H05VV(*)
*Alleen voor beveiligde leidingen (H07RN-F
gebruiken als geen beveiligde leidingen worden
gebruikt).
Montagehandleiding
15
Minimum
Z
(Ω)
S
-waarde
max
sc
—
—
—
910 kVA
0,27
838 kVA
0,27
849 kVA
0,24
873 kVA
0,24
873 kVA
0,24
878 kVA
0,27
1759 kVA
0,25
1687 kVA
0,25
1698 kVA
0,24
1788 kVA
0,23
1716 kVA
0,23
1727 kVA
0,22
1751 kVA
0,22
1751 kVA
0,22
1756 kVA
0,23
2637 kVA
0,22
2565 kVA
0,22
2576 kVA
0,22
2666 kVA
0,22
2594 kVA
0,22
2605 kVA
0,22
2629 kVA
0,22
2629 kVA
0,22
2634 kVA
Minimum
Z
(Ω)
S
-waarde
max
sc
0,27
849 kVA
—
1820 kVA
0,27
1748 kVA
0,27
1759 kVA
0,25
1687 kVA
+
RXYQ8
—
2730 kVA
+ RXYQ10
0,27
2658 kVA
0,25
2586 kVA
0,25
2597 kVA
0,25
2608 kVA
0,24
2537 kVA
0,24
2548 kVA
8.4.
Algemene waarschuwingen
I
Er kunnen met behulp van dwarsbedrading voor de voeding
tussen de buitenunits tot 3 units worden aangesloten. Units met
een kleinere capaciteit moeten echter stroomafwaarts worden
aangesloten. Raadpleeg de technische gegevens voor details.
I
Wanneer verschillende units in VRV-combinatie worden aan-
gesloten, kan de voeding van elke buitenunit ook afzonderlijk
worden aangesloten. Raadpleeg de lokale bedrading in het
Engineering Data Book voor nadere bijzonderheden.
I
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsklemmenstrook en
klem deze vast zoals afgebeeld in
beschreven in het hoofdstuk
voedingsbedrading" op pagina
I
Raadpleeg
de
Technische
aansluitingen.
I
Aangezien deze unit is uitgerust met een inverter kan de
montage van een blindvermogencondensator niet alleen de
vergroting van de energiefactor belemmeren maar ook
abnormaal hoge temperaturen veroorzaken in de condensator
als gevolg van hogefrequentiegolven. Daarom mag u nooit een
blindvermogencondensator monteren.
I
Houd de spanningsafwijking binnen de 2% van de voedings-
waarde.
•
Een grotere afwijking kan de levensduur van de afvlak-
condensator verkorten.
•
Ter beveiliging zal het toestel stilvallen en verschijnt een
storingsindicatie als de spanningsafwijking meer dan 4%
bedraagt van de voedingswaarde.
I
Volg bij het uitvoeren van de elektrische bedrading het elek-
trische bedradingsschema dat bij de unit is geleverd.
I
Schakel de voeding volledig uit vooraleer de bedradings-
werkzaamheden aan te vatten.
I
De draden moeten altijd worden geaard. (Overeenkomstig de
nationale voorschriften van het desbetreffende land).
I
Sluit de aardleiding niet aan op een gasleiding, riolering,
bliksemafleiders of een telefoonaarding. Dit kan een elektrische
schok veroorzaken.
•
Gasleidingen: kunnen ontploffen of vuur vatten in geval van
gaslekken.
•
Rioleringsbuizen: in geval van plastic buizen is er helemaal
geen sprake van aarding.
•
Telefoonaardingen en bliksemafleiders: gevaarlijk bij bliksem-
inslag omwille van abnormale stijging van elektrisch poten-
tiaal in de aarding.
I
Deze unit bevat een inverter en produceert dus ruis, die zal
moeten worden verminderd om interferentie met andere
apparaten te voorkomen. De externe behuizing van het product
kan een elektrische lading krijgen als gevolg van een elektrische
lekstroom, die via de aarding moet worden afgeleid.
I
Installeer een aardlekschakelaar. (Eén die bestand is tegen
elektrische ruis met hoge frequenties.)
(Deze unit werkt met een inverter, m.a.w. er moet een aardlek-
schakelaar worden gebruikt die geschikt is voor elektrische ruis
met hogere frequenties, om problemen met de aardlek-
schakelaar zelf te voorkomen.)
I
Gebruik aardlekschakelaars die speciaal voor het beveiligen van
aardingsfouten in combinatie met een hoofdschakelaar of
zekering voor gebruik met bedrading.
I
Sluit de voeding nooit met omgekeerde fasen om.
De unit kan niet normaal werken met omgekeerde fasen. Als u
ze met omgekeerde fasen aansluit, moet u twee van de drie
fasen vervangen.
I
Deze unit is voorzien van een beveiligingscircuit tegen fasen-
omkering. (Als dit circuit is geactiveerd, moet u de bedrading
corrigeren alvorens u de unit opnieuw mag gebruiken.)
I
De voedingskabels moeten goed vastgemaakt zijn.
I
Als de voeding een ontbrekende of verkeerde N-fase heeft, zal
de installatie beschadigd raken.
RXYQ5~18P9W1B + RXYHQ12P9W1B + RXHQ8~18P9W1B
afbeelding 21
en zoals
"8.8. Lokale kabelaansluitingen:
18.
Gegevens
voor
conditionele
VRVIII-systeem airconditioner
4PW67902-1 – 01.2011