- 34 -
4.
De telescooparm kan niet gezakt worden
a.
Zijn de controle ventielen E.44 en E.33 onderbroken wanneer de lift zijn
maximale uitschuifbare lengte bereikt heeft?
b.
Bevinden zich de sleuteischakelaar (2) in de juiste positie?
c.
De spanning controleren, eventueel noodstop in- en uitschakelen.
5.
De telescooparm kan niet uitgeschoven worden
a.
Zijn er hindernissen voor de hoogwerker?
b.
Zijn de controle ventielen E.44 en E.33 onderbroken wanneer de lift zijn
maximale uitschuifbare lengte bereikt heeft?
c.
Bevinden zich de sleutelschakelaar (2) in de juiste positie?
d.
De spanning controleren, eventueel noodstop in- en uitschakelen.
e.
Werd het contact voor kettingbreuk E.16 geactiveerd?
6.
De telescooparm kan niet ingeschoven worden
a.
Zijn er hindernissen voor de hoogwerker?
b.
Bevinden zich de sleutelschakelaar (2) in de juiste positie?
c.
De spanning controleren, eventueel noodstop in- en uitschakelen.
d.
Werd het contact voor kettingbreuk E.16 geactiveerd?