- 33 -
FOUTEN OPSPOREN
1.
Alqemeenheden
a.
Is de hoofdschakelaar (B) (S.0) ingeschakeld?
b.
Zijn de noodstopschakelaars (S.11, S.12) ingedrukt?
c.
Is de hoofdaansluiting ok? (Type 1650 EZ).
d.
Is de korflast hoger dan toegelaten?
e.
Zijn de zekeringen in orde? (100 A hoofdzekering en 10 A stuurzekering)
Is er genoeg olie in de tank?
2.
De steunbenen kunnen niet gezakt worden
a.
Bevinden zich de sleutelschakelaar (2) in de juiste positie?
3.
De telescooparm kan niet opgeheven worden
a.
Is de vergrendeling los?
b.
Bevinden zich de sleutelschakelaar (2) in de juiste positie?
c.
Eventueel de potentiometer (3) hoger draaien.
d.
De spanning controleren, eventueel noodstop in- en uitschakelen.
e.
Is de hoogwerker juist opgesteld? De controlelampjes voor het opstellen van de
hoogwerker controleren. De 4 rode controlelampjes (7b) moeten nu
uitgeschakeld zijn. Het groene controlelampje (7a) moet nu oplichten.