Er is geen geluid of er klinkt herrie wanneer bronnen met
DTS worden afgespeeld.
Controleer of de instellingen van de speler juist zijn en/of de
uitvoer van het DTS-signaal is ingeschakeld. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van de DVD-speler.
Er lijkt een tijdsverschil te zijn tussen de uitvoer van de
luidsprekers en die van de subwoofer.
Zie Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC) op
bladzijde 24 en stel uw systeem opnieuw in waarbij u de
MCACC gebruikt (hierdoor wordt de vertraging in de
subwoofer automatisch gecompenseerd).
Na de automatische MCACC-instelling is de instelling van
het luidsprekerformaat (LARGE of SMALL) onjuist.
Low-De laagfrequente ruis kan veroorzaakt zijn door een
airconditioning of een motor. Schakel alle toestellen in de
kamer uit en voer de automatische MCACC-instelling opnieuw
uit.
De afstandsbediening doet het niet.
Vervang de batterijen (zie bladzijde 9).
Blijf binnen 7 m en 30º van de sensor op het voorpaneel (zie
bladzijde 9).
Verwijder het obstakel of ga op een andere plaats zitten of
staan.
Vermijd blootstelling van de afstandsbedieningssensor op het
voorpaneel aan direct licht.
Het display is donker of uitgeschakeld.
Druk herhaaldelijk op DIMMER op de afstandsbediening om
naar de standaardinstelling terug te keren.
De voorpaneeldisplay schakelt zonder duidelijke reden over
naar verscheidene andere displays.
Dit gebeurt omdat de demodisplay in werking is. Om de
demodisplay uit te schakelen drukt u op een willekeurige toets
om naar de originele display terug te keren, of stelt u FL Demo
Mode in op OFF (zie Het FL Demo Mode-menu op
bladzijde 42).
De receiver herkent iPod touch/iPhone niet.
Probeer het volgende.
1. Houd de slaapstandtoets en hometoets op de iPod touch of
de iPhone meer dan 10 seconden lang tegelijkertijd ingedrukt
om opnieuw op te starten.
2. Schakel de receiver in.
3. Sluit de iPod touch/iPhone aan op de receiver.
Het apparaat dat is voorzien van Bluetooth draadloze
technologie kan niet worden aangesloten of bediend. Er
komt geen geluid uit het apparaat dat is voorzien van
Bluetooth draadloze technologie of het geluid is
onderbroken.
Controleer dat er geen voorwerp dat elektromagnetische
straling uitzend in de 2,4 GHz band (magnetrons, draadloze
LAN-apparatuur of draadloze apparatuur die is voorzien van
Bluetooth technologie) in de buurt van de eenheid staat. Als
dit wel het geval is, zet dan de eenheid ver van dit voorwerp
vandaan. Of staak het gebruik van het voorwerp dat
elektromagnetische straling uitzend.
Controleer dat het apparaat dat is voorzien van Bluetooth
technologie niet te ver van de eenheid staat en dat er geen
obstakels tussen het apparaat dat is voorzien van Bluetooth
technologie en de eenheid staan. Stel het apparaat dat is
voorzien van Bluetooth draadloze technologie en de eenheid
zo in dat de onderlinge afstand kleiner is dan 10 m en dat er
geen voorwerpen tussen staan.
Controleer of de Bluetooth ADAPTER en het ADAPTER PORT-
aansluitpunt van het apparaat juist zijn aangesloten.
Het apparaat dat is voorzien van Bluetooth draadloze
technologie is mogelijk niet ingesteld op de
communicatiemodus die de Bluetooth draadloze technologie
ondersteunt. Controleer de instelling van het apparaat dat is
voorzien van Bluetooth draadloze technologie.
Controleer of de paring juist is. De paringinstelling werd van
deze eenheid of van het apparaat dat is voorzien van Bluetooth
draadloze technologie verwijderd. Herstel de paring.
Controleer of het profiel juist is. Gebruik een apparaat dat is
voorzien van Bluetooth draadloze technologie dat A2DP-
profielen en AVRCP-profielen ondersteunt.
HDMI
Geen beeld of geluid.
Als het probleem blijft aanhouden terwijl uw HDMI-
component rechtstreeks is aangesloten op uw monitor, dient
u de handleiding van de component of de monitor te
raadplegen of contact op te nemen met de fabrikant voor
ondersteuning.
Geen beeld.
Alleen VSX-821: De videosignalen die vanaf het analoge video-
aansluitpunt binnenkomen worden niet door het HDMI-
aansluitpunt uitgevoerd. De videosignalen die vanaf het
HDMI-aansluitpunt binnenkomen worden niet door het
analoge video-aansluitpunt uitgevoerd. Het type kabel tussen
de ingang en uitgang dient telkens hetzelfde te zijn.
Afhankelijk van de uitgangsinstellingen van de
broncomponent kan het zijn dat er een video-indeling wordt
verzonden die niet kan worden weergegeven. Wijzig de
uitgangsinstellingen van de bron, of sluit de bron aan met
behulp van de component- of composite-aansluitingen.
Deze receiver is geschikt voor HDCP . Controleer of de
componenten die u aansluit eveneens HDCP-compatible zijn.
Als dat niet het geval is, sluit u ze aan met behulp van
component- of composite video-aansluitingen.
Afhankelijk van het aangesloten apparaat is het mogelijk dat
het apparaat niet werkt met deze receiver (zelfs als het
geschikt is voor HDCP). In dat geval sluit u aan met behulp
van component- of composite video-aansluitingen tussen
bron en receiver.
Als er geen beeld op de TV verschijnt, probeert u de instelling
voor de resolutie of Deep Color, of een andere instelling voor
het apparaat te wijzigen.
Om signalen in Deep Color uit te voeren, gebruikt u een
®
HDMI-kabel (High Speed HDMI
Cable) om deze receiver te
verbinden met een apparaat of TV met de Deep Color-functie.
Alleen VSX-821: Het OSD-scherm (System Setup-menu of het
menuscherm voor de iPod/USB) wordt niet weergegeven.
Het schermmenu (OSD) verschijnt niet wanneer u uw televisie
met behulp van de HDMI-uitgang hebt aangesloten. Gebruik
component- of composite-aansluitingen wanneer u uw
systeem instelt.
Geen geluid, of geluid is plotseling gestopt.
Controleer of de Audio Parameter-instelling ingesteld is op
HDMI AMP/THRU (raadpleeg bladzijde 36).
Als de component een DVI-apparaat is, gebruikt u een
afzonderlijke aansluiting voor de audio.
Bij digitale audio-overbrenging in HDMI-formaat duur het
langer voordat dit door het apparaat wordt herkend. Daardoor
ontstaat er mogelijk een geluidsstoring wanneer tussen
geluidsindelingen wordt gewisseld of wanneer de weergave
wordt gestart.
Door het aan- en uitzetten van het apparaat dat tijdens de
weergave op het HDMI OUT-aansluitpunt van dit systeem is
aangesloten, of door het aan- of afsluiten van de HDMI-kabel
tijdens de weergave kan ruis of een storing in het geluid
ontstaan.
Gesynchroniseerde bediening met gebruik van de Control
met HDMI-functie is niet mogelijk.
Controleer de HDMI-aansluitingen.
De kabel kan beschadigd zijn.
Selecteer ON voor de Control met HDMI-instelling (zie HDMI
Setup op bladzijde 43).
Schakel eerst het TV-toestel in en daarna pas deze receiver.
Schakel de Control met HDMI-instelling van de TV in (zie de
gebruiksaanwijzing voor de TV).
09
09
53
Nl