7. LIGHT-toets
Druk op de LIGHT-toets om de displayverlichting tijdelijk in
te schakelen.
Houd deze toets gedurende één seconde ingedrukt om de
displayverlichting in te schakelen. Druk nogmaals op deze
toets om de displayverlichting uit te schakelen.
8. PLAY/PAUSE/ENTER-toets
• PLAY/PAUSE (afspelen)
Druk in de stopstand op deze toets om met het afspelen te
beginnen.
Druk tijdens het afspelen op deze toets om het afspelen te
pauzeren.
Druk in de weergavepauzestand op deze toets om het
afspelen te hervatten.
• ENTER (menu)
Druk tijdens het werken op het menu op deze toets om de
huidige instelling vast te leggen en verder te gaan naar het
volgende menuonderdeel om in te stellen.
9. TRACK JUMP
/
• TRACK JUMP
Druk tijdens het afspelen op deze toets om naar de
voorgaande track te verspringen. Als u op deze toets drukt
terwijl de eerste track wordt afgespeeld, wordt versprongen
naar de laatste track op de CF-kaart.
•
• Houd tijdens het afspelen de
'snel achteruit te spoelen' en in achterwaartse richting op
2-voudige snelheid te zoeken met geluid. Laat de toets
los om terug te keren naar de normaal afspelen in
voorwaartse richting.
• Houd tijdens het afspelen of in de pauzestand de
toets ingedrukt om snel achteruit te spoelen. Het
achteruitspoelen gebeurt gedurende drie seconden op
10-voudige snelheid en versnelt daarna automatisch tot
140-voudige snelheid.
Opmerkingen:
Als de
toets tot voorbij het begin van een track
ingedrukt wordt gehouden, zal het achteruitspoelen
worden voortgezet in de voorgaande track. Druk tijdens het
werken op het bewerkingenmenu en het instellingenmenu
op de
toets om de parameter te veranderen in de –
richting.
• MARK–
Houd in de stopstand de SHIFT-toets ingedrukt en druk
tegelijkertijd op de MARK–-toets om de EDL-markeringen
op de CF-kaart te doorlopen. Druk op de PLAY/PAUSE-
toets om met het afspelen te beginnen vanaf de
afgebeelde EDL-markering.
/MARK–-toets
toets ingedrukt om
9