Optimaal gebruik maken van uw mixer
Een gebalanceerde kabel heeft drie aders:
1)
een massa-ader die geen signaal voert, alleen de 'massa-' of '0'-referentie ten opzichte waarvan de signalen in de andere
aders fluctueren.
2)
een 'hete' of '+'-ader voert het audiosignaal met de normale fase.
3)
een 'koude' of '–'-ader voert het audiosignaal in tegenfase.
Omdat de gewenste audiosignalen in de hete en koude aders uit fase zijn, zal de ruis die wordt opgepikt in de kabel exact gelijk
zijn in beide aders, en dus in fase met elkaar. De truc is dat de fase van één signaal wordt omgekeerd aan het ontvangende eind
van de kabel, zodat het gewenste audiosignaal in fase komt, en de opgepikte ruis ineens in tegenfase is. Het ruissignaal wordt
effectief geneutraliseerd, terwijl het audiosignaal intact blijft. Slim, nietwaar?
1-3. Signaalniveaus — wat wel en niet te doen met decibels
Vanaf het moment dat u te maken kreeg met audio heeft u te maken gekregen met de term 'decibel' en zijn afkorting 'dB'. Er kan
makkelijk verwarring ontstaan omdat de decibel een zeer veelzijdige meeteenheid is die wordt gebruikt om zowel akoestische
geluidsdruk als elektronische signaalniveaus weer te geven. Om het nog erger te maken zijn er een aantal variaties: dBu, dBV,
dBm. Gelukkig hoeft u geen expert te zijn om hiermee om te gaan. Hier zijn een paar basisprincipes die u in gedachte kunt
houden.
● 'Consumenten'-apparatuur (zoals huiskameraudioapparatuur) beschikt gewoonlijk over lijnin- en -uitgangen met een
nominaal (gemiddeld) niveau van -10 dB.
● Professionele audio-apparatuur heeft gewoonlijk lijnin- en -uitgangen met een nominaal niveau van +4 dB.
● Op –10dB-ingangen zouden altijd –10dB-signalen moeten worden ingevoerd. Als u een +4dB-signaal in een –10dB-ingang
voert zult u waarschijnlijk de ingang overbelasten.
● Op +4dB-ingangen zouden altijd +4dB-signalen moeten worden ingevoerd. Een –10dB-signaal is ook te zwak voor een
+4dB-ingang, en zal resulteren in minder-dan-optimale prestaties.
● Veel professionele en semi-professionele apparaten hebben niveauschakelaars aan de ingangen en/of uitgangen die u –10 of
+4 dB laten selecteren. Zorg ervoor dat u deze schakelaars overeenkomstig het niveau van de aangesloten apparatuur instelt.
● Ingangen die over een 'Gain'-regelaar beschikken — zoals de mono-kanaalingangen van uw Yamaha-mixer — zullen een zeer
uitgebreide reeks ingangsniveaus accepteren, omdat de regelaar gebruikt kan worden om de ingangsgevoeligheid aan het
signaal aan te passen. Meer hierover later.
8
MG8/2FX
Signaal met normale fase
+ ruis in fase.
Signaal met normale fase
+ ruis in tegenfase.
Gewenste signaal
zonder ruis.