Opstellen
Opstellen
Opstelprocedure
1
Zorg ervoor dat alle apparatuur is uitgezet, voordat u
microfoons en instrumenten aansluit. Zet ook alle
kanaalregelaars en alle regelaars in de masterregel-
sectie dicht (minimale stand).
2
Sluit voor elke verbinding het ene eind van de kabel
aan op de betreffende microfoon of het betreffende
instrument, en sluit het andere eind aan op de passende
ingangsaansluiting op de mixer.
Opstellingsvoorbeelden
Microfoon
Gitaar
20
MG8/2FX
Synthesizer
Multitrackrecorder
Ritmemachine
Als een ingangskanaal over zowel een MIC INPUT-
OPMERKING
aansluiting als over een LINE INPUT-aansluiting
beschikt, kunt u één van deze aansluitingen gebrui-
ken, maar niet beide tegelijkertijd. Sluit slechts op
één van deze aansluitingen per kanaal iets aan.
3
Zet de apparatuur in de volgende volgorde aan, om
beschadiging van uw luidsprekers te voorkomen:
Randapparatuur → mixer → eindversterkers (of
versterkte luidsprekers).
Als u het systeem uitschakelt, zet u ze in de
OPMERKING
omgekeerde volgorde uit: Eindversterkers (versterkte
luidsprekers) → mixer → randapparatuur.
Geluidsbronnen (cd, MD,
DAT, cassette, video, enz.)
Geluidsbronnen (cd, MD,
DAT, cassette, video, enz.)
Masterrecorder
(MD, CD-R, DAT, enz.)
Voetschakelaar
(YAMAHA FC5)
Versterkte
monitorluidsprekers
Hoofdtelefoon
Effectapparaat