Bedienings- & achterpanelen
Ingangs-/uitgangssectie
2
1
Kanaalingangsaansluitingen (kan. 1, 2, 3/4, 5/6)
• MIC-aansluitingen
Dit zijn gebalanceerde XLR-ingangsaansluitingen
(1: massa; 2: heet; 3: koud).
• LINE-aansluitingen
Dit zijn gebalanceerde steekplugingangsaansluitingen.
U kunt of gebalanceerde of ongebalanceerde steek-
pluggen op deze aansluitingen aansluiten.
Als een ingangskanaal zowel over een MIC- als een
OPMERKING
LINE-aansluiting beschikt, kunt u één van deze
aansluitingen gebruiken, maar niet beide tegelijk. Sluit
slechts één van deze aansluitingen per kanaal aan.
2
INSERT I/O-aansluitingen (kanalen 1 en 2)
Dit zijn ongebalanceerde steekplugingangs-/-uitgangs-
aansluitingen. Elk van deze aansluitingen bevindt zich
tussen de equalizer en kanaal-LEVEL-regelaar van het
corresponderende ingangskanaal. Deze aansluitingen
kunnen afzonderlijk worden gebruikt om de kalen aan te
sluiten op apparaten zoals grafische equalizers, com-
pressors en ruisonderdrukkers. Dit zijn TRS (top, ring,
mantel) steekplugaansluitingen die tweerichtingsverkeer
ondersteunen.
Aansluiting op een INSERT I/O-aansluiting vereist
OPMERKING
een speciale, apart verkrijgbare insertiekabel, zoals
hieronder aangegeven.
Naar de ingangsaansluiting van de externe
Naar de
INSERT I/O-aansluiting
Mantel
Ring
Naar de uitgangsaansluiting van de externe
Top
18
MG8/2FX
1
processor
Mantel
Top
processor
3
4
5 6
9
Het signaal dat wordt uitgestuurd via de INSERT
I/O-aansluitingen is in tegenfase. Dit is geen pro-
bleem als u de aansluiting aansluit op een
effectapparaat. Als de aansluiting echter gebruikt
wordt om een extern apparaat aan te sluiten, weest u
zich er dan van bewust dat er zich faseproblemen
voor kunnen doen met andere signalen.
3
Kanaalingangsaansluitingen (kanalen 7/8)
Elk van deze kanaalparen kan worden gebruikt om het
signaal van een stereobronsignaal op aan te sluiten. Voor
elk paar is het onevengenummerde kanaal voor het L-sig-
naal en het evengenummerde kanaal voor het R-signaal.
Elk kanaal biedt keuze uit twee aansluittypen: steekplug-
en RCA-tulpplugaansluiting. Al deze aansluitingen zijn
ongebalanceerd.
Als een kanaal van zowel een steekplug- als een
OPMERKING
RCA-tulpplugaansluiting is voorzien, kunt u één
van deze aansluitingen gebruiken, maar niet beide
tegelijk. Sluit slechts één van deze aansluitingen
per kanaal aan.
4
2TR IN-aansluitingen
Dit zijn ongebalanceerde RCA-tulpplugingangsaan-
sluitingen. Gebruik deze aansluitingen als u een
stereogeluidsbron (cd, DAT, enz.) direct op de mixer wilt
aansluiten, voor de afluistering.
U kunt het signaalniveau aanpassen met de 2TR
OPMERKING
IN-regelaar in de masterregelsectie.
5
REC OUT (L, R)-aansluitingen
Dit zijn ongebalanceerde RCA-tulppluguitgangsaan-
sluitingen. Deze aansluitingen voeren het gemengde
signaal uit waarvan het niveau wordt geregeld met de
ST-master-LEVEL-regelaar. U gebruikt deze aansluitingen
bijvoorbeeld om een externe recorder op aan te sluiten.
A
8
7
0