16
8. Technische gegevens
6.4 De sonde desinfecteren
Het meetinstrument mag niet te lang worden blootgesteld aan de
infectiemiddelen. Het gebruik van de TopSafe-beschermhoes kan
het risico op incompatibiliteit verminderen.
1. Maak een papieren handdoek nat met ontsmettingsmiddel.
2. Dep de sonde voorzichtig met het desinfectiemiddel, vermijd
wrijven.
3. Regenereer de sonde bij voorkeur gedurende 12 uur in elek-
trolytgel voordat u een nieuwe meting uitvoert. (Bij gebruik van
alcoholische ontsmettingsmiddelen wordt water uit het glas-
membraan verwijderd)
4. Voer na elke desinfectie een kalibratie uit met de bufferoploss-
ing. (zie 5.5 Kalibreren van het instrument)
6.5 Module vervangen
Na het vervangen van de sondemodule moet het meetapparaat
opnieuw gekalibreerd worden (zie 5.4 Apparaat kalibreren)!
Het meetapparaat moet uitgeschakeld zijn. De stekkercontacten
aan het meetapparaat mogen niet aangeraakt worden!
1 Schroeven aan de rugzijde van het meetapparaat losdraaien.
2 Module verwijderen en de nieuwe module bevestigen.
De gummidichtingsringen op de schroeven moeten aanwezig
zijn.
Controleer of de dichtingsringen correct op hun plaats zitten!
3 De schroeven vastdraaien.
6.6 Batterij verwisselen
1 Batterijvak achterzijde openschuiven.
2 Gebruikte knoopcel vervangen voor een nieuwe (Type
CR2032, 3V). Het (+) symbool moet zichtbaar zijn.
3 Batterijvak terugschuiven.