AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
I Digitale aansluitingen
Dit toestel heeft digitale aansluitingen om digitale
signalen direct door te geven via hetzij coaxiale, hetzij
optische glasvezelkabels. U kunt de digitale aansluitingen
gebruiken om PCM, DTS en DOLBY DIGITAL
bitstromen te verwerken. Wanneer u componenten
aansluit op zowel de COAXIAL als de OPTICAL
aansluitingen zullen de ingangssignalen van de
COAXIAL aansluiting voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen
met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
y
• U kunt het ingangssignaal van elk van de digitale
ingangsaansluitingen toewijzen aan bepaalde componenten in
uw systeem door middel van de "7 I/O ASSIGNMENT"
instelling van het SET MENU (zie bladzijde 56 en 57 voor
details).
Opmerking
• De OPTICAL aansluitingen van dit toestel voldoen aan de EIA
standaard. Als u een optische glasvezelkabel gebruikt die niet
aan deze standaard voldoet, is het mogelijk dat het toestel niet
naar behoren kan functioneren.
I Aansluiten van een draaitafel
De PHONO ingangsaansluitingen zijn bedoeld om een
draaitafel met een MM of hoog vermogen MC cartridge
op aan te sluiten. Als u een draaitafel heeft met een laag
vermogen MC cartridge, dient u een inline booster-trafo
of MC-kop versterker te gebruiken voor u deze
ingangsaansluitingen kunt gebruiken.
y
• De GND (aarde) aansluiting dient alleen om storing van het
overgedragen signaal te verminderen. Bij sommige
platenspelers is het echter mogelijk dat u minder last heeft van
ruis als u de GND (aarde) aansluiting niet gebruikt.
16
I Aansluiten van een CD-speler
y
• De COAXIAL CD en OPTICAL CD ingangsaansluitingen kunt
u gebruiken als uw CD-speler eveneens is voorzien van
coaxiale of optisch digitale uitgangsaansluitingen.
• Wanneer u een CD-speler aansluit op zowel de COAXIAL CD
en OPTICAL CD ingangsaansluitingen, zullen de signalen die
binnenkomen via de COAXIAL CD ingangsaansluiting
voorrang krijgen.
I Aansluiten van een MD-recorder,
cassettedeck of CD-recorder
y
• De DIGITAL OUTPUT uitgangsaansluitingen en de analoge
OUT (REC) uitgangsaansluitingen werken onafhankelijk van
elkaar. Via de DIGITAL OUTPUT aansluitingen worden
digitale signalen geproduceerd, en via de OUT (REC)
aansluitingen analoge signalen.
• Wanneer u uw opname apparatuur aansluit op zowel de analoge
als de digitale in- en uitgangsaansluitingen, zullen de digitale
signalen voorrang krijgen.
Opmerkingen
• Wanneer u opname apparatuur aansluit op dit toestel, dient u
deze apparatuur ingeschakeld te houden terwijl u dit toestel
gebruikt. Als de stroom is uitgeschakeld, is het mogelijk dat dit
toestel de geluidssignalen van andere apparatuur vervormt.
• Wanneer u opneemt van signaalbronnen die zijn aangesloten op
dit toestel terwijl dit uit (standby) staat, is het mogelijk dat het
opgenomen signaal vervormd wordt. Om dit te voorkomen
dient u dit toestel aan te zetten.