4 Monteren
Procescondities
Geschiktheid voor de om-
gevingsomstandigheden
Schakelpunt
10
4
Monteren
4.1
Algemene instructies
Opmerking:
Het instrument mag uit veiligheidsoverwegingen alleen binnen de
toegestane procesomstandigheden worden gebruikt. De specificaties
daarvan vindt u in hoofdstuk " Technische gegevens" van de handlei-
ding resp. op de typeplaat.
Waarborg voor de montage, dat alle onderdelen van het instrument
die in aanraking komen met het proces, geschikt zijn voor de optre-
dende procesomstandigheden.
Daarbij behoren in het bijzonder:
•
Meetactieve deel
•
Procesaansluiting
•
Procesafdichting
Procesomstandigheden zijn in het bijzonder:
•
Procesdruk
•
Procestemperatuur
•
Chemische eigenschappen van het medium
•
Abrasie en mechanische inwerkingen
Het instrument is voor normale en uitgebreide omgevingsomstandig-
heden conform DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1 geschikt. Het
kan zowel binnen als buiten worden gebruikt.
In principe kan de OPTISWITCH 5200C, 5250 C in iedere willekeurige
positie worden ingebouwd. Het instrument moet wel zodanig worden
gemonteerd, dat de trilvork zich op de hoogte van het gewenste
schakelpunt bevindt.
De trilvork heeft markeringen op de zijkant (inkervingen), die het
schakelpunt bij verticale inbouw aangeven. Het schakelpunt is gerela-
teerd aan het medium water bij de basisinstelling van de dichtheids-
schakelaar >= 0,7 g/cm³. Let er bij de montage van de OPTISWITCH
5200C, 5250 C op dat het schakelpunt van het instrument verschuift,
wanneer het medium een van water afwijkende dichtheid heeft -
water = 1 g/cm³. Bij media ≤ 0,7 g/cm³ (0.025 lbs/in³) en ≥ 0,5 g/cm³
(0.018 lbs/in³) moet de dichtheidsschakelaar op ≥ 0,5 g/cm³ worden
ingesteld.
Houdt er rekening mee, dat schuim met een dichtheid ≥ 0,45 g/cm³
ook door de sensor wordt gedetecteerd. Dit kan vooral bij toepassing
als droogloopbeveiliging foutieve schakelingen veroorzaken.
OPTISWITCH 5200 C, 5250 C • Relais (DPDT)