Inhoud
Aansluitingen
De luidsprekers aansluiten
OPMERKING
0 Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u de luidsprekers
aansluit.
0 Sluit de luidsprekerkabels zodanig aan, dat er geen kerndraden uit de
luidsprekeraansluitingen steken. Het beveiligingscircuit kan geactiveerd worden
wanneer de kerndraden in contact komen met het achterpaneel of wanneer de +
en – draden met elkaar contact maken. ("Beveiligingscircuit" (v blz. 51))
0 Raak de luidsprekeraansluitingen nooit aan terwijl het netsnoer is aangesloten. Dit
kan een elektrische schok veroorzaken.
0 Gebruik luidsprekers met impedantie binnen de onderstaand weergegeven
bandbreedtes en in overeenstemming met hun vereisten.
Luidsprekeraansluitingen
Aantal aangesloten
die worden gebruikt op
dit toestel
LUIDSPREKERS A
(standaardaansluiting)
LUIDSPREKERS B
LUIDSPREKERS A en
LUIDSPREKERS B
LUIDSPREKERS A en
LUIDSPREKERS B
(Tweedraads
aansluiting)
Voorpaneel
Achterpaneel
Weergave
Luidspreker
luidsprekers
Impedantie
2 (één set)
4 – 16 Ω/ohm
2 (één set)
4 – 16 Ω/ohm
4 (twee sets)
8 – 16 Ω/ohm
2 (één set)
4 – 16 Ω/ohm
Afstandsbediening
Instellingen
o De luidsprekerkabels aansluiten
Controleer de kanalen links (L) en rechts (R) en de polariteiten +
(rood) en – (wit) op de luidsprekers die op dit toestel worden
aangesloten, en zorg dat u de kanalen en polariteiten correct aansluit.
1
Pel ongeveer 10 mm van de omhulling van het uiteinde
van de luidsprekerkabel en draai de kerndraad stevig
of sluit het uiteinde vast.
2
Draai de luidsprekeraansluiting linksom om deze los te
maken.
3
Stop de kerndraad van de luidsprekerkabel helemaal in
de luidsprekeraansluiting.
15
Index
Tips
Appendix