Tabel 8. Opties voor System Setup—Wachtwoordmenu (vervolg)
Wachtwoorden
Maximum systeemwachtwoord
Beheerderswachtwoord
Systeemwachtwoord
Blokkeren masterwachtwoord
inschakelen
Tabel 9. Opties van System Setup - menu Secure Boot (Beveiligd opstarten)
Veilig opstarten
Secure Boot inschakelen
Modus Veilig opstarten
Tabel 10. Opties van System Setup - menu Expert Key Management (Expert versleutelingsbeheer)
Geavanceerd sleutelbeheer
Aangepaste modus inschakelen
Aangepaste modus Key Management
Tabel 11. Opties van System Setup - menu Prestaties
Prestaties
Multi-Core Support
Actieve cores
Intel SpeedStep
Intel SpeedStep Technology inschakelen
C-State Control inschakelen
60
System Setup
Standaard: 4
Geef het maximumaantal tekens op dat is toegestaan voor het systeemwachtwoord.
Standaard: 32
Hiermee kunt u het administratorwachtwoord instellen, wijzigen, of verwijderen (soms
het installatiewachtwoord genoemd).
Hiermee kunt u het systeemwachtwoord instellen, wijzigen of verwijderen.
Hiermee kunt u support voor het masterwachtwoord in- of uitschakelen.
Standaard: UIT
Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de computer alleen opstart met gevalideerde
opstartsoftware.
Standaard: AAN
OPMERKING:
Als u Secure Boot wilt inschakelen, dient de computer in de UEFI-
opstartmodus te staan en dient de optie Enable Legacy Option ROMs uitgezet te
zijn.
Hiermee selecteert u de Secure Boot-bewerkingsmodus.
Standaard: geïmplementeerde modus
OPMERKING:
Geïmplementeerde modus moet worden geselecteerd voor
normale werking van Secure Boot.
Hiermee kunt u in- of uitschakelen dat de beveiligingssleuteldatabases PK, KEK, db en
dbx kunnen worden aangepast.
Standaard: UIT
Selecteert de aangepaste waarden voor Expert key Management.
Standaard: PK
Wijzigt het aantal CPU-cores dat beschikbaar is voor het besturingssysteem. De
standaardwaarde is ingesteld op het maximumaantal cores.
Standaard: alle cores
Hiermee schakelt u de Intel SpeedStep-technologie in of uit om de processorspanning
en de core-frequentie dynamisch aan te passen en zo het gemiddelde energieverbruik
en de warmteproductie te verlagen.
Standaard: AAN
Hiermee schakelt u de mogelijkheid van de CPU in of uit om standen met laag
energieverbruik te starten of stoppen.