1
2
3
4
5
6
7
8
8.
PIP- en POP-knoppen (Zie pagina
Druk op de knop PIP of POP om de PIP- of POP-functie in of uit te schakelen. Druk op + of - om de
grootte van het PIP-beeld aan te passen. Druk op de knop ACTIVE (Actief) om tussen het hoofd- en
subvenster of tussen het linker- en rechtervenster te schakelen, zodat u de beeldinstellingen in het
geselecteerde venster kunt aanpassen.
9.
Preset (Voorkeur) (Zie pagina
Hiermee wordt de standaardmodus geselecteerd die het best bij het type programma past.
10. EXIT (Afsluiten) (Zie pagina
Hiermee sluit u het menu af en worden de wijzigingen opgeslagen.
11. LIGHT (Licht)
Hiermee schakelt u de achtergrondverlichting van de afstandsbediening in.
1.
POWER (Aan/uit) (Zie pagina's 19,
Houd deze knop ingedrukt om de projector in te schakelen als deze
stand-by staat. Of druk de knop twee keer in om het apparaat uit te
schakelen.
2.
Bronknoppen (Zie pagina
Hiermee selecteert u een ingangsbron die wordt weergegeven op de
projector.
9
3.
Beeldverhoudingsknoppen (Zie pagina
Hiermee selecteert u de beeldverhouding zodat deze overeenstemt
met het ingangssignaal.
4.
Geheugenknoppen (1, 2, 3 en default (standaard)) (Zie pagina
voor meer informatie.)
10
Hiermee herstelt u de instellingen die in geheugen 1, 2 of 3 zijn
opgeslagen of herstelt u de standaardwaarden voor de gebruikte
invoerbron.
5.
Pijltjestoetsen ( / / / ) (Zie pagina
Hiermee kunt u het gewenste menu selecteren of instellingen
wijzigen.
ENTER (Zie pagina 25 voor meer informatie.)
11
Hiermee opent u de geselecteerde menu-items.
6.
MENU (Zie pagina
Hiermee schakelt u de schermmenu's in of uit.
7.
Knoppen voor aanpassing beeldkwaliteit (Zie
informatie.)
22
voor meer informatie.)
21
voor meer informatie.)
25
voor meer informatie.)
23
en
32
26
voor meer informatie.)
26
voor meer informatie.)
25
voor meer informatie.)
25
voor meer informatie.)
25
voor meer informatie.)
26
voor meer
Overzicht
13