Pagina 2
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ..........5 LEES ALLE INSTRUCTIES VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT..5 Veiligheidsberichten..................5 Opmerkingen bij brandbaar koelmiddel ............6 GELEVERDE ONDERDELEN............20 ALGEMENE INFORMATIE ............22 Modelinformatie..................22 Onderdelen en afmetingen .................23 Bedieningsonderdelen ................27 Bedieningspaneel..................29 Typisch installatievoorbeeld ................30 Cyclusdiagram.....................31 Bedradingsschema ..................32 INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN ........36 Voorwaarden waarmee rekening moet worden gehouden bij het installeren van de buitenunit ...............36 Minimale werkruimte..................36...
Pagina 3
Hoe een installateur-instelling invoeren ............109 Installateurinstelling ..................110 Besturingsmethode ..................126 Gebruik van de verwarming voor verwarmingstank........127 Mengcircuit ....................128 Externe pomp gebruiken................130 RMC master/slave ..................131 LG Therma V Configuratie.................132 Voorrangsregeling ..................133 Pompvoorloop/-overloop ................134 Waterstroomcontrole................135 Energiebewaking ..................136 Anti-vries optie 1 ..................137 Reset wachtwoord..................138 Vloerdroging....................139...
Pagina 4
INHOUDSOPGAVE Waterkoeling temp. inst................149 Water stop temp. tijdens koel..............150 Hysteresis Kamerlucht (Koeling) ...............151 Hysteresis Koelwater................152 Koeling temp. instelling................153 Pompinstelling in koeling ................154 Seizoensgeb. auto temp ................155 Verwarming prioriteit ................158 DHW temp. inst..................159 Tank ontsmettingsinstelling 1, 2 ...............160 Tank instelling1 ..................161 Tank instelling2 ..................162 DHW tijdsinstelling ...................164 Hercirculatietijd ..................166...
Pagina 5
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LEES ALLE INSTRUCTIES VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT. De volgende veiligheidsvoorschriften zijn bedoeld om onvoorziene risico's of schade door onveilig of verkeerd gebruik van het product te voorkomen. Veiligheidsberichten Dit symbool wordt weergegeven om zaken en handelingen aan te geven die risico's kunnen veroorzaken. Lees het gedeelte met dit symbool zorgvuldig door en volg de instructies om risico's te vermijden.
Pagina 6
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Opmerkingen bij brandbaar koelmiddel De volgende symbolen worden op de toestellen getoond. Dit symbool geeft aan dat dit apparaat een brandbaar koelmiddel gebruikt. Als het koelmiddel lekt en blootgesteld wordt aan een externe ontstekingsbron, treedt er brandgevaar op. Dit symbool geeft aan dat de handleiding aandachtig moet wordt gelezen.
Pagina 7
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Gebruik een stroomonderbreker of zekering van de juiste waarde. - Er is brandgevaar of kans op stroomstoten. • Wijzig of verleng de stroomkabel niet. - Vermijd het risico van brand of elektrische schok. • Installeer, verwijder, verander, inspecteer en onderhoud, repareer of herinstalleer de eenheid niet zelf (klant).
Pagina 8
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Raak gelekt koelmiddel niet rechtstreeks aan. - Er bestaat risico op bevriezing. • Koper dat in contact komt met koelmiddelen moet zuurstofvrij of gedesoxideerd zijn, bijvoorbeeld Cu-DHP zoals gespecificeerd in EN 12735-1 en EN 12735-2. • De nationale gasvoorschriften moeten worden nageleefd. •...
Pagina 9
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Flexibele koelmiddel aansluitingen (zoals verbindingslijnen tussen het binnen- en buitendeel) dat tijdens normaal gebruik kan worden verplaatst, moeten worden beschermd tegen mechanische beschadiging. • Zorg voor de nodige veiligheidsvoorzieningen. • Laat koudemiddel niet in de riolering terechtkomen. • Pijpleidingen moeten worden beschermd tegen fysieke schade. •...
Pagina 10
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Bewaar of gebruik geen ontvlambare gassen of brandbare stoffen in de buurt van de buitenunit. (vooral in de veiligheidszone) - Er bestaat risico op brand of defecten aan het apparaat • Gebruik het toestel niet in een kleine, afgesloten plaats gedurende een lange periode.
Pagina 11
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Schakel de hoofdstroom 6 uur voordat u het product in gebruik neemt in om de compressorolie vloeibaar te maken. - Anders kan de compressor beschadigd raken. • Raak elektrische onderdelen niet aan gedurende 10 minuten nadat dehoofdstroomvoorziening uitgeschakeld is. - Er bestaat risico op fysiek letsel, elektrisch schok.
Pagina 12
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Veiligheid bij het opslaan van het product • Volg alle plaatselijke voorschriften en vereisten voor productopslag. • Bewaar de producten op plaatsen die niet zijn blootgesteld aan brandgevaar en uit de buurt van warmte- en ontstekingsbronnen. • Verwijderd houden van brandbare materialen. •...
Pagina 13
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Er mogen in geen geval mogen potentiële ontstekingsbronnen worden gebruikt bij het zoeken of detecteren van koelmiddellekken. Er mag geen halogenidebrander (of een andere detector met een open vlam) worden gebruikt. Methodes voor lekkagedetectie De volgende methodes voor lekkagedetectie worden gezien als acceptabel voor systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten.
Pagina 14
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Verwijdering en evacuatie Als u het koelmiddelcircuit open maakt om te kunnen repareren – voor een ander doel – moet u gebruik maken van conventionele procedures. Voor ontvlambare koelmiddelen is het echter belangrijk dat u de beste werkwijzen volgt aangezien ontvlambaarheid altijd overwogen moet worden.
Pagina 15
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Laadprocedures Naast conventionele laadprocedures, moet er aan de volgende voorwaarden voldaan worden. - Zorg ervoor dat de verschillende koelmiddelen niet worden verontreinigd bij het bijvulllen van het apparaat. Slangen of leidingen moeten zo kort mogelijk worden gehouden om de hoeveelheid koelmiddel die erin zit te minimaliseren.
Pagina 16
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Cilinders moeten uitgerust zijn met een overdrukventiel en gekoppelde afsluitkleppen die in goede staat zijn. Lege terugwinningscilinders worden weggebracht en, indien mogelijk, afgekoeld voordat terugwinning plaats vindt. De terugwinningsapparatuur moet in goede staat zijn, met instructies inzake de apparatuur in de buurt en moet geschikt zijn voor de terugwinning van ontvlambare koelmiddelen.
Pagina 17
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP Installatie • Blijf waterpas, zelfs wanneer u het apparaat installeert. - Om trillingen of waterlek te voorkomen. • Twee of meer personen moeten de eenheid optillen en vervoeren. - Vermijd persoonlijk letsel. • Installeer de unit niet in mogelijk explosieve atmosferen. •...
Pagina 18
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Bij het installeren van het product • Ventilatieopeningen in bezette ruimten moeten worden gesloten nadat er lucht is vrijgekomen. Automatische ventilatieopeningen moeten worden afgesloten met een dop. Als gelekt koelmiddel in de waterkringloop terechtkomt, mag het gas niet automatisch vrijkomen in de leefruimte.
Pagina 19
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Sta niet of zet niets op de eenheid. - Er is gevaar voor persoonlijk letsel en defect aan het product. • Gebruik een stevige kruk of ladder tijdens het schoonmaken of onderhoud van de eenheid. - Wees voorzichtig en vermijd persoonlijke letsels. •...
Pagina 20
GELEVERDE ONDERDELEN GELEVERDE ONDERDELEN Voordat u met de installatie begint, moet u ervoor zorgen dat alle onderdelen zich in de verpakking van het product bevinden. DOOS INTERNE EENHEID Item Afbeelding Aantal stuks Item Afbeelding Aantal stuks Installatiehandleiding Eenheid binnen (1Sheet) Nstallatiehandleiding Installatievel voor de eigenaar...
Pagina 21
GELEVERDE ONDERDELEN Installatiegereedschappen Figuur Naam Figuur Naam Schroevedraaier Ohmmeter Elektrische boor Ampèremeter Lekdetector Meetlint, mes (Geschikt voor R290) Thermometer, Kernboormachine Horizontale meter Steeksleutel Tangen Momentsleutel Brandblusser...
Pagina 22
ALGEMENE INFORMATIE Modelinformatie Aanvullende informatie over alle mogelijke combinaties, inclusief energielabels en ErP- gegevensbladen, vindt u op de volgende website: https://www.lg.com/global/support/cedoc/cedoc OPMERKING Zoek op die website naar de modelnaam van de buitenunit. Bedrijfsconditie - Maximale bedrijfstemperatuur van het water : 75 °C - Minimale bedrijfstemperatuur van het water : 15 °C...
Pagina 23
ALGEMENE INFORMATIE Onderdelen en afmetingen Binnenunit : Extern (eenheid : mm) * Deze functie kan verschillen afhankelijk van het type model. Beschrijving Naam Opmerkingen Bedieningspaneel Ingebouwde afstandsbediening...
Pagina 24
ALGEMENE INFORMATIE Binnenunit : Intern (eenheid : mm) 301.2 84.5 81.2 Beschrijving Naam Opmerkingen Waterslang uitgaand Mannelijke PT 1 inch Waterslang binnengaand Mannelijke PT 1 inch Bedieningsdoos PCB en eindblokken Expansievat Absorptievolumeverandering van verwarmd water Ventilatieopening Luchtpompen wanneer water geladen wordt Reserveverwarming Capaciteit : 6 kW (1Ø), 9 kW (3Ø) Uitschakeling stroomtoevoer naar backupverwarming bij 90 °C...
Pagina 26
ALGEMENE INFORMATIE Buitenunit : Intern (eenheid : mm) Beschrijving Naam Opmerkingen Compressor Druk van het koelmiddel verhogen Vinnenpijp Warmtewisselaar Warmte-uitwisseling tussen koelmiddel en lucht. Ventilator Circuleren van de lucht. Besturingskast Printplaat en aansluitblokken.
Pagina 27
ALGEMENE INFORMATIE Bedieningsonderdelen Regeldoos: Binnenunit Elektrisch verwarmingsmodel 1Ø Beschrijving Naam Opmerkingen De eindblokken maken een makkelijke aansluiting van Eindblokken veldbedrading mogelijk De ELB beschermt de eenheid tegen overbelasting of Unit Aardlekschakelaar kortsluiting. Printplaat verwarming regelt de werking van de Printplaat-verwarming reserveverwarming De hoofdprintplaat (Printed Circuit Board) regelt de werking Hoofd PCB...
Pagina 28
ALGEMENE INFORMATIE Elektrisch verwarmingsmodel 3Ø Beschrijving Naam Opmerkingen De eindblokken maken een makkelijke aansluiting van Eindblokken veldbedrading mogelijk De ELB beschermt de eenheid tegen overbelasting of Unit Aardlekschakelaar kortsluiting. De magneetschakelaar regelt de werking van de Magneetschakelaar backupverwarming De hoofdprintplaat (Printed Circuit Board) regelt de werking Hoofd PCB van het toestel en de aangesloten accessoires.
Pagina 29
ALGEMENE INFORMATIE Bedieningspaneel Venster bedieningsdisplay Vorige-knop Aan/uit-knop OK-knop Omhoog/omlaag/ links/rechts Venster bedieningsdisplay - Statusdisplay bediening en instellingen - Beginscherm: Toon 'monitoringscherm' Vorige-knop - Andere gevallen: Naar vorige fase gaan - Navigeren binnen menu en instellingsopties Omhoog/omlaag/links/rechts - Waarden wijzigen - Menu openen OK-knop - Instellingen bevestigen - Warmtepomp in-/uitschakelen...
Pagina 30
Mengventiel Flexibele aansluiting Afsluitklep Magneetschakelaar Thermostaat Waterafvoer Drukreduceer Afvoerbak Afdekplaat ※ Ga voor meer installatiescènes naar http://partner.lge.com/ of neem contact op met uw lokale LG kantoor. Selecteer regio → Doc. Bibliotheek → (Product) Verwarming → Toepassingsgids → Referentietekening voor toepassing...
Pagina 31
ALGEMENE INFORMATIE Cyclusdiagram : Verwarmingsinlaat : Koeling <De zijde van het water> : Verwarmingsuitlaat <De zijde van het koelmiddel> : Verwarming <Buitenunit> <Binnenunit> 4-Weg V/V Ventilatieopening Druksensor Drukschakelaar Controleer V/V Expansievat Koellichaam Druksensor EEV1 EEV2 Comp Sluit V/V af Druksensor Toebehoren Stromingssensor zeef PHEX...
Pagina 32
ALGEMENE INFORMATIE Bedradingsschema Interne Eenheid : Eenfasig (Ø)
Pagina 33
ALGEMENE INFORMATIE Interne Eenheid : Driefasig (Ø)
Pagina 34
ALGEMENE INFORMATIE Buiten Eenheid : Eenfasig (Ø)
Pagina 35
ALGEMENE INFORMATIE Buiten Eenheid : Driefasig (Ø)
Pagina 36
INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN De buitenunit wordt buiten geïnstalleerd om warmte uit te wisselen met de omgevingslucht. Het is daarom belangrijk om te zorgen dat er genoeg ruimte is rond de externe eenheid en te zorgen voor specifieke externe condities. Dit hoofdstuk geeft richtlijnen om de eenheid buiten te installeren, een omleiding te maken om aan te sluiten op de eenheid binnen en wat men moet doen wanneer het apparaat wordt geïnstalleerd bij de zee.
Pagina 37
INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN Veiligheidszone Aangezien de buitenunit ontvlambaar koelmiddel bevat, moet er een aparte veiligheidszone worden ingesteld in de buurt van de buitenunit. LET OP Wees zeer voorzichtig voor de veiligheidszone • Er mogen geen gebouwopeningen zijn. (ramen, deuren, dakramen, enz.) •...
Pagina 38
INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN Grondinstallatie in een hoek met muur aan de linkerkant (eenheid : mm) 1 000 1 800 Grondinstallatie in een hoek met muur aan de rechterkant (eenheid : mm) 1 000 1 800...
Pagina 39
INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN Installatie bij de zee LET OP • Eenheid mag niet worden geïnstalleerd in gebieden waar corrosieve gassen, zoals zuur of alkalisch gas, worden geproduceerd. • Installeer de eenheid niet op een plek waar het direct kan worden blootgesteld aan zeewind (zoute wind).
Pagina 40
INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN Seizoenswind en voorzorgsmaatregelen in de winter - Voldoende voorzorgsmaatregelen zijn vereist in een gebied met sneeuw of strenge winters, zodat het product goed kan blijven functioneren. - Bereid u voor op seizoensgebonden stormen of sneeuw gedurende de winter, zelfs als dat elders is.
Pagina 41
INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN Vervoeren van de eenheid - Leid bij het dragen van de hangende unit de touwen tussen de poten van het basispaneel onder de eenheid. - Til het apparaat altijd op met touwen bevestigd op vier punten, zodat er geen impact op het apparaat wordt uitgeoefend.
Pagina 42
INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN LET OP Wees zeer voorzichtig tijdens het dragen van het product. • Laat niet één persoon een product vervoeren als het meer is dan 20 kg. • PP-banden worden gebruikt om sommige producten in te pakken. Gebruik ze niet als transportmiddel, omdat ze gevaarlijk zijn.
Pagina 43
INSTALLATIE VAN EENHEID BUITEN Ondergrond voor installatie - Controleer de sterkte van de installatieondergrond en of deze waterpas staat, zodat de unit geen trillingen of geluid veroorzaakt tijdens de werking na installatie. - Maak de unit stevig vast middels de funderingsbouten.
Pagina 44
INSTALLATIE VAN EENHEID BINNEN INSTALLATIE VAN EENHEID BINNEN De binnenunit moet worden geïnstalleerd in een ruimte waar zowel de buitenunit als het verwarmingssysteem gemakkelijk toegankelijk zijn. In dit hoofdstuk worden condities voor de installatieplek beschreven. Verder worden ook overwegingen bij het installeren van accessoires van derden beschreven.
Pagina 45
INSTALLATIE VAN EENHEID BINNEN Bevestiging aan muur Stap 1. Koppel de behuizing van de afstandsbediening los uit het voorpaneel en koppel de kabel van de afstandsbediening los. LET OP Nadat de installatie is voltooid, moet u de afstandsbediening herstellen naar de oorspronkelijke staat. OPMERKING Gebruik een platte schroevendraaier of een muntstuk om de behuizing van de afstandsbediening te verwijderen.
Pagina 46
INSTALLATIE VAN EENHEID BINNEN Stap 4. Verwijder het installatieblad. Schroef de bouten vast op de gatpunten op de muur. Wanneer men bouten aanschroeft, gebruikt u de M8 ~ M11 ankerbouten om de eenheid binnen stevig op te hangen. OPMERKING Als alternatief voor de M8 - M11-ankerbouten kunt u zelfboorschroeven gebruiken. Maar we geven de voorkeur aan ankerbouten van M8 - M11.
Pagina 47
ELEKTRISCHE BEDRADING ELEKTRISCHE BEDRADING Algemene overwegingen en waarschuwingen - Volg de regelgeving van uw overheidsorganisatie op voor technische normen met betrekking tot elektrische apparatuur, bedradingsvoorschriften en richtlijnen van elk elektriciteitsbedrijf. WAARSCHUWING • Zorg ervoor dat geautoriseerde elektrotechnici het elektrische werk uitvoeren met speciale circuits in overeenstemming met de voorschriften en deze installatiehandleiding.
Pagina 48
ELEKTRISCHE BEDRADING Algemene opmerkingen Men moet het volgende in ogenschouw nemen voordat men begint met de bedrading van de eenheid binnen. - Door het veld geleverde elektrische componenten zoals stroomschakelaars, circuitbrekers, draden, einddozen et cetera dient men goed te kiezen om te voldoen aan nationale wetgeving over elektriciteit of regelgeving daarover.
Pagina 49
ELEKTRISCHE BEDRADING Punt van aandacht inzake de kwaliteit van de openbare elektrische stroomtoevoer - Europese/Internationale Technische Normen voor het stellen van grenzen voorvoltageveranderingen, voltagefluctuaties en flikkeringen in publieke lag- voltagestroomvoorzieningssystemen voor apparaat met een nominale spanning ≤ 75 A. - Europese/Internationale Technische Normen voor het stellen van grenzen voor harmonische spanningen geproduceerd door apparatuur die aangesloten is op publieke lag-voltage systemen met een ingangsspanning ≤16 A of >75 A per fase.
Pagina 50
ELEKTRISCHE BEDRADING Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van de bedrading Gebruik ronde drukterminals voor aansluitingen op het klemmenblok voor voeding. Stroomdraad Rond drukeindpunt Volg de onderstaande aanwijzingen als er geen andere beschikbaar zijn. - Sluit geen kabels van verschillende dikte op het klemmenblok voor voeding aan. (Slaphangende gedeelten in de voedingskabels kunnen abnormale verhitting veroorzaken.) - Ga te werk zoals in de onderstaande afbeelding aangegeven bij het aansluiten van kabels van gelijke dikte.
Pagina 51
ELEKTRISCHE BEDRADING Voer de elektrische bedradingen uit volgens het bedradingsschema. - De volledige elektrische bedrading moet aan de plaatselijke voorschriften voldoen. - Kies een stroombron die in staat is de stroom te leveren die nodig is voor de unit. - nstalleer tussen de voedingsbron en de unit een goedgekeurde lekstroomverbreker. Installeer bovendien een stroomverbreker die indien nodig de verbinding met alle voedingsleidingen verbreekt.
Pagina 52
ELEKTRISCHE BEDRADING Specificatie van draden en stroomonderbrekers Modelnaam Max. Stroomkabel Stroomvoorziening Stroomonderbreker Kabelspecificatie (Koper) huidige (incl. Aarde) 380-415V HM163HF 16.1 A 16 A 2.5 mm x 5C H07RN-F 50 Hz 380-415V HM143HF 16.1 A 16 A 2.5 mm x 5C H07RN-F 50 Hz 380-415V...
Pagina 53
ELEKTRISCHE BEDRADING Elektrische aansluitingen bij buitenunit Stap 1. Demonteer het zijpaneel en het deksel van de bedieningskast van de buitenunit Eenfasig (Ø), Driefasig (Ø) Aansluitblok voor voeding Kabeldoorvoer (communicatie) Kabeldoorvoer (voeding) Stap 2. Sluit de voedingskabel aan op de hoofdvoedingsklem De aardingskabel wordt aangesloten op de behuizing van de schakelkast waar het aardingssymbool gemarkeerd is.
Pagina 54
ELEKTRISCHE BEDRADING Driefasig (Ø) Communicatie kabel Buitenvoedingseenheid Kabeldoorvoer (communicatie) Kabeldoorvoer (voeding) Het niet opvolgen van deze instructie kan leiden tot brand, elektrische schokken of overlijden. • Zorg ervoor dat de stroomkabel de koperen buis niet raakt. • Zorg ervoor dat u [snoerklem] stevig vastzet om de aansluiting van de terminal te ondersteunen.
Pagina 55
ELEKTRISCHE BEDRADING Informatie eindblok Symbolen van de hieronder weergegeven afbeeldingen zijn als volgt : - L, L1, L2 : Live (230 V AC) - N: neutraal (230 V AC) - BR: Bruin, WH: Wit, BL: Blauw, BK: Zwart Driefasig (Ø) Eenfasig (Ø) Eindblok 4 Eindblok 3...
Pagina 56
ELEKTRISCHE BEDRADING Eenfasig (Ø) Communicatie kabel (28) (29) Hoofdprintklemmenblok bij buitenunit IDU B IDU A Stroomvoorziening binnenunit Externe stroomtoevoer (zelfde speciale 18 (L) 19 (N) stroomtoevoer voor de nheid binnen en de eenheid buiten) Stroomvoorziening reserveverwarming en boostverwarming (optioneel) 1(L) 2(N) 3(L) 4(N) Externe stroomtoevoer (zelfde speciale stroomtoevoer voor de nheid...
Pagina 57
ELEKTRISCHE BEDRADING Driefasig (Ø) Communicatie kabel (28) (29) Hoofdprintklemmenblok bij buitenunit IDU B IDU A Stroomvoorziening binnenunit Externe stroomtoevoer (zelfde speciale 18 (L) 19 (N) stroomtoevoer voor de nheid binnen en de eenheid buiten) Stroomvoorziening reserveverwarming en boostverwarming (optioneel) 1(R) 2(S) 3(T) 5(L) 6(N) Externe stroomtoevoer...
Pagina 58
WATERLEIDING WATERLEIDING Procedures voor waterslangen en elektrische bedrading bij de eenheid binnen worden in dit hoofdstuk beschreven. Verbinding waterslangen en watercircuit, laden van water, isolatie slangen zullen weergegeven worden voor procedures om slangen aan te brengen. Voor bedrading, aansluiting eindblok, aansluiten op de eenheid buiten, zal de bedrading van de elektrische verhitter worden ingeleid.
Pagina 59
WATERLEIDING Als men waterslangen aansluit, moet het volgende in ogenschouw genomen worden: - Buizenwerk (bijvoorbeeld elleboog in een L-vorm, T-stuk, diameterverminderaar et cetera) dient men stevig vast te draaien om te zorgen dat er geen lekken optreden. - Aangesloten delen dienen lekveilig te worden gemaakt door tefron tape, rubber draagring, dichtmakingsstoffen, et cetera.
Pagina 60
WATERLEIDING Hoe waterleidingen naar beneden installeren 1. Verwijder 2 bestaande rubberen leidingen Bestaande rubberen leidingen 2. Verander de richting van 2 messing koppelstukken 3. Installeer de geleverde kit met rubberen leidingen Geleverde onderdelen WAARSCHUWING Vergeet niet de meegeleverde klemmen te gebruiken om de rubberen leidingen vast te zetten, anders kan er water gaan lekken.
Pagina 61
WATERLEIDING Laden van water Voor het laden van water volgt u de onderstaande procedures. Stap 1. Open alle kleppen van het gehele watercircuit. Geleverd water dient alleen binnen de eenheid binnen te worden geladen, maar ook in het watercircuit onder de grond, het circuit van de sanitaire watertank, het FCU-watercircuit en alle andere watercircuits die door het product geregeld worden.
Pagina 62
WATERLEIDING Waterpompcapaciteit Het waterpomp ons variabele type dat de stroomsnelheid kan veranderen, waardoor het kan nodig zijn om de standaardsnelheid van de waterpomp te veranderen als er een geluid gehoord wordt door de waterstroming. In de meeste gevallen wordt echter sterk aanbevolen om de snelheid als Maxiumum in te stellen.
Pagina 63
WATERLEIDING Performance curve GRUNDFOS Waterpomp : UPML GEO 20 – 105 CHBL QH-diagram 100% Q [LPM] OH SUNG Waterpomp : ODM-061P QH-diagram 100% Q [LPM] Prestatietest gebaseerd op standaard ISO 9906 met voordruk 2.0 bar en vloeistoftemperatuur 20 °C. WAARSCHUWING •...
Pagina 64
WATERLEIDING Waterkwaliteit De waterkwaliteit moet voldoen aan de richtlijn EN 98/83 EG. De gedetailleerde waterkwaliteitsvoorwaarden zijn te vinden in de richtlijn EN 98/83 EG. LET OP • Als het product is geïnstalleerd op een bestaande hydraulische waterlus, is het belangrijk om hydraulische leidingen te reinigen om slib en kalkaanslag te verwijderen.
Pagina 65
WATERLEIDING Vorstbescherming door antivriesklep Informatie over de antivriesklep Dit is een klep om bevriezing in de winter te voorkomen. Wanneer er geen antivries aan het water wordt toegevoegd, kunt u op alle laagste punten van de veldleidingen antivrieskleppen gebruiken om het water uit het systeem af te tappen voordat het kan bevriezen. Installeren van de antivriesklep Om de veldleidingen te beschermen tegen bevriezing, installeer de volgende onderdelen: Buiten...
Pagina 66
WATERLEIDING OPMERKING • Maak geen trap-aansluitingen. Als de vorm van de verbindingspijp het potentieel heeft om een insluiting-effect te creëren, zal een deel van de pijp niet kunnen uitlekken en zal vorstbescherming niet langer gegarandeerd zijn. • Laat ten minste 15 cm afstand van de grond om te voorkomen dat ijs de wateruitgang blokkeert •...
Pagina 67
WATERLEIDING Watervolume en druk expansievat Er wordt een binnenexpansievat meegeleverd met een inhoud van 8 liter met een voordruk van 1 bar. Dit betekent dat, volgens de grafiek van de volumedruk, het totale watervolume van 230 liter standaard wordt ondersteund. Als het totale watervolume wordt gewijzigd vanwege de installatievoorwaarden, moet de voordruk worden aangepast om een goede werking te garanderen.
Pagina 68
Men moet opmerken dat dit hoofdstuk alleen gaat over accessoires van derden. Voor accessoires ondersteund door LG Electronics, verwijzen wij u naar de installatiehandleiding van de accessoires.
Pagina 69
INSTALLATIE ACCESSOIRES Item Doel Modelt Cloud-gateway Om bakenwolk te gebruiken PWFMDB200 Voor bediening op afstand van het Wi-Fi-modem systeem vanaf de smartphone te PWFMDD200 activeren Verlengkabel Verbind het Wi-Fi-modem goed voor Wi-Fi- PWYREW000 met de USB-kabel. modem Om de werking van het 2e circuit te vergrendelen en de Thermistor voor temperatuur van het mengcircuit...
Pagina 70
INSTALLATIE ACCESSOIRES LET OP • Installeer tijdens het koelen de afvoerpan. • Als deze niet geïnstalleerd is, kan er water worden gevormd. • Kijk in de afzonderlijke installatiehandleiding voor het installeren van de afvoerpan. Accessoires ondersteund door fabrieken van derden Item Doel Modelt...
Pagina 71
INSTALLATIE ACCESSOIRES Vóór de installatie WAARSCHUWING De volgende zaken moeten vóór de installatie worden bewaard • De hoofdvoeding moet uitgeschakeld worden tijdens het installeren van accessoires. • Accessoires van derden moeten voldoen aan de ondersteunde specificaties. • Voor de installatie moeten de juiste gereedschappen worden gekozen. •...
Pagina 72
INSTALLATIE ACCESSOIRES Algemene informatie De waterpomp ondersteunt volgende thermostaten. Type Vermogen Werkingsmodus Ondersteund Enkel verwarmen (3) Mechanisch (1) 230 V~ Verwarming/koeling (4) Verwarming / Koeling / SWW Verwarming (5) Enkel verwarmen (3) Elektrisch (2) 230 V~ Verwarming/koeling (4) Verwarming / Koeling / SWW Verwarming (5) (1) Er zit geen elektrisch circuit in de thermostaat en er is geen elektrische stroomvoorziening naar de thermostaat vereist.
Pagina 73
INSTALLATIE ACCESSOIRES Bekabelen van Verwarming / Koeling / SWW Verwarmingsthermostaat Volg de onderstaande procedures met stap 1 tot 3. Stap 1. Maak de voorklep van de unit los en open de schakelkast. Stap 2. Identificeer de vermogensspecificatie van de thermostaat. Als deze 220 ~ 230 V is, gaat u naar stap 3.
Pagina 74
INSTALLATIE ACCESSOIRES Laatste controle Instelling DIP-schakelaar: DIP-schakelaar instellen op nr. 8 naar “AAN”. Anders kan het apparaat de thermostaat niet herkennen. Afstandsbediening: - De tekst ‘Thermostaat’ wordt weergegeven op de afstandsbediening. - Alleen de instelling van de watertemperatuur is beschikbaar en de invoer van andere toetsen is verboden. - In het geval van een verwarming / koeling / SWW-verwarmingsthermostaat, selecteer ‘...
Pagina 75
INSTALLATIE ACCESSOIRES 2de circuit Het 2e circuit is een functie die de Circuit 1 die een hoge temperatuur vereist en de Circuit 2 die een gemiddelde temperatuur vereist afzonderlijk kan regelen, u moet een aparte Mengen Kit voorbereiden. De mengkit moet worden geïnstalleerd in de Circuit 2. [Installatiegids mengcircuit voor verwarming] Circuit 2 Convector...
Pagina 76
[Circuit 1] Direct Circuit Radiator Radiator OPMERKING • De locatie van de externe pomp kan variëren, afhankelijk van de instellingen van de installateur. • Temperatuursensorspecificatie: LG-accessoire PRSTAT5K10 bij 25 °C : 5 kΩ Minimale bedrijfstemperatuurbereik: -30 °C ~ 100 °C...
Pagina 77
INSTALLATIE ACCESSOIRES [Thermistor voor mengcircuit] Sensor Sensor houder Sensor Connector Volg onderstaande procedures Stap 1 ~ Stap 4. Stap 1. Installeer de sensorconnector op de uitlaatpijp van de waterpomp van de mixset. (Er moet worden gelast om de sensorconnector op de buis aan te sluiten.) Stap 2.
Pagina 78
INSTALLATIE ACCESSOIRES Het product kan worden gebruikt door een extra verwarmingsketel aan te sluiten. De boiler van derden kan handmatig worden in-/uitgeschakeld via de afstandsbediening of automatisch door de buitenluchttemperatuur te vergelijken met de vooraf ingestelde temperatuur. Alleen Bivalent- alternatieve werking is mogelijk. Als de ketel is ingeschakeld, moet hij werken met zijn eigen bediening.
Pagina 79
Stap 4. Sluit de controller van derden goed aan op klemmenblok 2(21/22). (inclusief de meterinterfacemodule) CN_MODBUS TB 2 CONTROLLER VAN DERDEN (DC 5 V) CONTROLLER van DERDEN of METERINTERFA CE(LG) Indoorprintplaat OPMERKING • Als CN_MODBUS-poort wordt gebruikt voor interlink met LG meetmodule, kan niet tegelijkertijd een controller van derden worden aangesloten.
Pagina 80
INSTALLATIE ACCESSOIRES Meterinterface Dit accessoire (PENKTH000) kan worden gebruikt om een wattmeter van derden (max. 3) met pulsingang of Modbus en één warmtemeter met pulsingang. Het verbruikte elektrische vermogen en/of de geproduceerde thermische energie wordt weergegeven op de afstandsbediening. Hoe de meterinterface te installeren [Onderdelen van meterinterface] Behuizing meterinterface Volg de onderstaande procedures met stap 1 tot 4.
Pagina 81
Meld u aan bij de centrale controller en registreer het apparaat met het ingestelde adres. Neem contact op met een gekwalificeerde technicus / technicus voor de installatie van een centrale regelaar. Als u vragen hebt over de installatie, neem dan contact op met het LG-servicecentrum of met LG Electronics.
Pagina 82
※ Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van het warmwatertoestel voor gedetailleerde informatie over de aansluiting. WAARSCHUWING Het schema bevat niet alle benodigde veiligheidsvoorzieningen. Raadpleeg voor details de Hydronische schema's van de lokale LG vestiging. Algemene informatie volgende 3-wegsklep. Type...
Pagina 83
Koud water Ruimteverwarming ※ De plaats van de installatie van water in / water out kan variëren, afhankelijk van het model. WAARSCHUWING Het schema bevat niet alle benodigde veiligheidsvoorzieningen. Raadpleeg voor details de Hydronische schema's van de lokale LG vestiging.
Pagina 84
INSTALLATIE ACCESSOIRES Bekabelen van een hercirulcatiepomp Volg de onderstaande procedures met stap 1 tot 4. Stap 1. Controleer of de voeding van het apparaat is uitgeschakeld. Stap 2. Demonteer de voorpanelen en zoek de schakelkast (binnen) van het apparaat. Stap 3. Controleer of het harnas (wit) volledig in de printplaat van de binnenunit (CN_PUMP_A15) zit. Stap 4.
Pagina 85
INSTALLATIE ACCESSOIRES Tankkit voor sanitair warm water Dit accessoire (PHLTA/PHLTC) wordt gebruikt om een warmwaterboostverwarming aan te sluiten. De kit bestaat uit een aardlekschakelaar, een stroomonderbreker en interne draden. Hij bevat ook de warmwaterthermistor. Hoe een SWW-tankkit te installeren [Tankkit Onderdelen voor sanitair warm water] PHLTA / PHLTC Sensor Multikabelboom...
Pagina 86
INSTALLATIE ACCESSOIRES Hoe warmwaterboostverwarming aansluiten Als de LG tank [OSHW-x00F(D)] wordt gebruikt, zit er een boostverwarming in de tank. Stap 1. Open het deksel aan de zijkant van de tank. Stap 2. Zoek het klemmenblok en sluit de draden aan zoals hieronder. De draden worden door het veld geleverd.
Pagina 87
Dit product kan worden gebruikt door de thermische zonnekit op de site aan te sluiten. Er kan warm water worden gebruikt dat wordt verwarmd door een zonnesysteem. De eindgebruiker moet de LG AWHP-thermische zonnekit zijn. Hoe de thermische zonnekit te installeren...
Pagina 88
INSTALLATIE ACCESSOIRES PT1000 (van derden) ZONNE TEMP. THERMISCHE ZONNECOLLECTOR SENSOR ZONNEPOMP WARMWATER TANK HEET WATER THERMOSTATISCH TB_SENSOR_ZONNE MENGVENTIEL SENSOR (VERPLICHT) WARMWATER TB1 5 / 6 TANK (A) THERMA CN_TH4 TB1 12 / 13 / 14 VOELER BODEM VOELER BODEM VOELER BODEM WATERVOORZIENING WARMWATER WARMWATER...
Pagina 89
INSTALLATIE ACCESSOIRES Droog contact Een droogcontact is een oplossing voor automatische regeling van het HVAC-systeem naar goeddunken van de eigenaar. Kortm, het is een schakelaar die kan worden gebruikt om het apparaat in/uit te schakelen nadat het signaal van externe bronnen is ontvangen. Hoe een droogcontact te installeren [Onderdelen van een droogcontact] Lichaam droogcontact...
Pagina 90
[Instelling voor de ingang van het contactsignaakl] • Alleen voor sluiting van het invoercontact (geen stroominvoer) Dit gedeelte wordt niet meegeleverd met de Thermostaat LG (lokaal te voorzien) OPMERKING Voer het spanningssignaal niet in de instellingsmodus ‘NON VOLT’ in, anders zal het ernstige schade veroorzaken •...
Pagina 91
INSTALLATIE ACCESSOIRES Externe controller - Programmeerbare digitale invoer instellen Als u controle wilt hebben afhankelijk van de externe digitale ingang (AAN / UIT), sluit u de kabel aan op de binnenruimte PCB (CN_EXT). Volg de onderstaande procedures met stap 1 tot 4. Stap 1.
Pagina 92
INSTALLATIE ACCESSOIRES Draadloze temperatuursensor De draadloze temperatuursensor op afstand kan overal worden geïnstalleerd waar een gebruiker de temperatuur wil detecteren. Installatievoorwaarden De rol en beperking tijdens de installatie van de externe luchttemperatuursensor lijkt veel op die van de thermostaat. • De afstand tussen de binneneenheid en de externe luchttemperatuursensor moet kleiner zijn dan 15 m vanwege de lengte van de verbindingskabel van de externe luchttemperatuursensor.
Pagina 93
INSTALLATIE ACCESSOIRES Hoe de draadloze temperatuursensor te installeren [Onderdelen van de externe temperatuursensor] Kabel Schroef (voor het bevestigen Installatiehandleiding van de externe sensor) Volg de onderstaande procedures met stap 1 tot 5. Stap 1. Bepaal waar de externe temperatuursensor is geïnstalleerd. Bepaal vervolgens de locatie en hoogte van de bevestigingsschroeven in afb.
Pagina 94
INSTALLATIE ACCESSOIRES Zonnepomp Er kan een zonnepomp nodig zijn om de waterstroom te activeren wanneer het thermische zonnesysteem is geïnstalleerd. Bekabelen van een zonnepomp Volg de onderstaande procedures met stap 1 tot 4. Stap 1. Controleer of de voeding van het apparaat is uitgeschakeld. Stap 2.
Pagina 95
INSTALLATIE ACCESSOIRES Externe pomp Externe pomp (van derden) kan worden gebruikt als de interne pomp de systeemdrukverliezen niet kan overwinnen; als er een secundaire pomp nodig is (in geval van een parallel buffervat) of - als er twee verwarmingscircuits nodig zijn - als circuitpomp om het radiatorcircuit te voeden. Bekabelen van een externe pomp Volg de onderstaande procedures met stap 1 tot 3.
Pagina 96
INSTALLATIE ACCESSOIRES Wi-fi-modem De Wi-Fi-modem maakt bediening op afstand via de smartphone mogelijk. Beschikbare functies omvatten de aan/uit-selectie, gebruiksmodus, warmwaterbereiding, temperatuurinstelling en wekelijkse planning, enz. Raadpleeg de handleiding die is meegeleverd met de accessoires voor gedetailleerde instructies. Hoe de Wi-Fi-modem te installeren [Onderdelen van de Wi-Fi-modem] Behuizing Wi-Fi-modem USB-kabel...
Pagina 97
INSTALLATIE ACCESSOIRES Energiestatus Dit product versterkt energiestatussen waarmee klanten zoveel mogelijk van hun eigen duurzame energie kunnen gebruiken. Dit kan ingestelde punten verschuiven afhankelijk van het invoersignaal van ESS (Energie Storage System, energie-opslagsysteem) of van een ander toestel van een derde partij die gebruik maakt van Modubus RTU of Digitale 230V invoer. Beschikbare energiestatussen Er zijn 8 energiestatussen beschikbaar.
Pagina 98
INSTALLATIE ACCESSOIRES Digitale invoer voor energiebesparing (ESS, Smart Grid) Dit product levert twee digitale invoeren (TB_SG:ES1/ES2) die gebruikt kunnen worden voor het wisselen tussen energiestatussen als Modbus RTU (CN-COM) niet gebruikt wordt. Beschikbare energiestatussen Er zijn in totaal 8 energiestatussen beschikbaar. Vier verschillende statussen kunnne gestart worden met de 230V invoeren - standaard energiestatussen 1-4.
Pagina 99
INSTALLATIE ACCESSOIRES Tweewegklep De tweewegklep is vereist om de waterstroom tijdens het koelen te regelen. De rol van de tweewegsklep is om de waterstroom naar de vloerlus in de koelmodus af te sluiten wanneer de ventilatorconvector is uitgerust voor koeling. Algemene informatie ondersteunt volgende 2-wegsklep.
Pagina 100
INSTALLATIE ACCESSOIRES Driewegklep(A) 3-wegklep (A) is vereist om de SWW-tank te gebruiken. De driewegklep heeft als doel het schakelen tussen de vloerverwarmingslus en de verwarmingslus van de watertank. Algemene informatie volgende 3-wegsklep. Type Vermogen Werkingsmodus Ondersteund Stroom A tussen Stroom A en ‘Stroom B SPDT 220-240 V~ 3-draads...
Pagina 101
INSTALLATIE ACCESSOIRES Laatste controle Controlepunt Beschrijving - Controleer of de afsluitkleppen moeten worden gemonteerd Verbinding van waterinlaat/- met waterinlaat- en uitlaatpijp van de eenheid uitlaat - Controleer de locatie van de waterinlaat-/uitlaat waterleiding - Controleer de druk van het toegevoerde water aan de hand van de drukmeter in de eenheid.
Pagina 102
CONFIGURATIE CONFIGURATIE Omdat is ontworpen om te voldoen aan verschillende installatie-omgevingen, is het belangrijk om het systeem correct in te stellen. Als dit niet correct is geconfigureerd, kan een onjuiste werking of verminderde prestaties worden verwacht. Instelling DIP-schakelaar LET OP Schakel de elektrische voeding uit voordat u de DIP-schakelaar instelt •...
Pagina 103
CONFIGURATIE Informatie DIP-schakelaar Optie schakelaar 1 Beschrijving Instelling Standaard Als Master (LG-uitbreidingsmodules) MODBUS -communicatietype Als slaaf (controller van derden) Uniform open protocol MODBUS-functie Geen functie Er wordt geen antivriesmiddel gebruikt Antivriesmiddel Er wordt antivriesmiddelgebruikt * * Mogelijkheid om koudere watertemperatuur toe te staan door in te stellen.
Pagina 104
CONFIGURATIE Optie schakelaar 2 Beschrijving Instelling Standaard Warmtepomp is geïnstalleerd (alleen circuit verwarming (koeling)) Informatie over Warmtepomp accessoire-installatie + SWW-tank is geïnstalleerd Warmtepomp + SWW-tank + thermisch zonnesysteem is Enkel verwarmen Programma Verwarmen en koelen Elektrische verwarming wordt niet gebruikt Halve capaciteit wordt gebruikt De capaciteit van de reserveverwarming...
Pagina 105
CONFIGURATIE Buiten PCB SW1G UIT geselecteerd AAN geselecteerd...
Pagina 106
CONFIGURATIE Informatie DIP-schakelaar Beschrijving Instelling Standaard Modus altijd - Handhaaf de modus met laag geluidsniveau, zelfs als de doeltemp. lange tijd niet kan worden bereikt. Modus laag geluid Gedeeltelijke AAN / UIT-modus - Verlaat de modus met laag geluidsniveau als de doeltemp. lange tijd niet kan worden bereikt.
Pagina 107
SERVICE-INSTELLING SERVICE-INSTELLING Hoe service-instelling invoeren Om het menu te openen dat onderaan wordt weergegeven, moet u als volgt het service- instellingenmenu openen. • Druk in het menuscherm op de knop [<,> (links / rechts)] om de instellingscategorie te selecteren en druk op de knop [OK] om naar de lijst met instellingen te gaan. •...
Pagina 108
SERVICE-INSTELLING Service Contact Controleer en voer het telefoonnummer in van het servicecentrum dat de gebruiker kan bellen als er een serviceprobleem is. • Selecteer in de servicelijst het servicecontactpunt en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. • Terwijl de knop "Bewerken" is geselecteerd, drukt u op de knop [OK] om naar het bewerkingsscherm te gaan, dit te wijzigen en op [OK] te drukken om het servicecontactpunt te wijzigen.
Pagina 109
Het moet worden ingesteld door de installatiespecialist met de installatielicentie en als het is geïnstalleerd of gewijzigd zonder installatielicentie, zijn alle veroorzaakte problemen de verantwoordelijkheid van het installatieprogramma en kan de LG-garantie vervallen. • Druk in het menuscherm op de [<,>(links/rechts)]-knop om de instelcategorie te kiezen en druk 3 seconden op [∧(omhoog)] om het wachtwoord in te voeren in invoerscherm van...
Pagina 110
INSTALLATEUR INSTELLING Installateurinstelling • U kunt de gebruikersfuncties van het product instellen. • Sommige functies worden mogelijk niet weergegeven/gebruikt in sommige productsoorten.
Pagina 126
INSTALLATEUR INSTELLING Besturingsmethode Het product kan worden bediend op basis van de luchttemperatuur of de watertemperatuur. Waarde Standaard Bereik Regelstandaard Water Water / Lucht / Lucht + Water Afstandsbediening / Sensorlocatie Afstandsbediening Interne Eenheid * Wanneer "Water" is geselecteerd, is de sensorlocatie uitgeschakeld. OPMERKING •...
Pagina 127
INSTALLATEUR INSTELLING Gebruik van de verwarming voor verwarmingstank Dit is een functie voor het wijzigen van de ingesteld waarde voor het gebruik van de verwarming voor de heetwatertank, zaols gebruik/niet gebruik van verwarming heetwatertank en de vertragingstijd voor de verwarming. •...
Pagina 128
INSTALLATEUR INSTELLING Mengcircuit Functie om in te stellen of een geïnstalleerde functie van het mengcircuit met behulp van de mengset moet worden gebruikt. Waarde Standaard Niet gebruiken / Verwarmen / Koele Niet gebruiken U kunt zelf de sluitertijd[s] en hysteresistemperatuur [°C] op het scherm instellen. Door het instellen van de stoptemperatuur wordt het water tijdens het verwarmen beschermd tegen overstromen van de stoptemperatuur in het mengcircuit.
Pagina 129
INSTALLATEUR INSTELLING Instellingsfunctie voor installatie voor het instellen van het gebruik / de vertragingstijd van de watermengpomp in de modus verwarmen/koelen. Waarde Standaard Bereik Tijdinstelling / Type Tijdsinstelling Continu bedrijf 3 min 1 ~ 60 min 3 min 1 ~ 60 min * Wanneer Continubedrijf is geselecteerd, is Aan, Uit uitgeschakeld.
Pagina 130
INSTALLATEUR INSTELLING Externe pomp gebruiken Deze functie kan worden ingesteld om de externe waterpomp te regelen. • Selecteer in de installatielijst de categorie Externe pomp gebruiken en druk op de knop [OK] om naar het detailscherm te gaan. • Verwarmen/Koelen U kunt deze functie gebruiken als u een 3-wegs-klep heeft geïnstalleerd voor het wisselen van de waterstroom tussen de ondervloer en de watertank.
Pagina 131
INSTALLATEUR INSTELLING RMC master/slave Deze functie kan geselecteerd worden als Meester/Slaaf op de afstandsbediening voor gebruik van de 2 afstandsbediening omgeving. • In de installatielijst selecteert u de instellingencategorie RMC Meester/slave en drukt u op [<,>(links/rechts)] knop voor de volgende instelwaarden. Waarde Meester (Standaard) Slaaf...
Pagina 132
Deze functie kan ingesteld worden voor het opslaan van de omgevingsinstellingen van het product voor gebruik in de LG Therma V Configurator via een SD-kaart. • In de installatielijst selecteert u de instelling LG Therma V Configuratie instellingencategorie en drukt u op de knop [OK] om naar het gegevensscherm te gaan.
Pagina 133
INSTALLATEUR INSTELLING Voorrangsregeling • Als het product lange tijd niet wordt gebruikt, zal de pomp gedwongen worden te werken om te voorkomen dat de pomp uitvalt en PHEX bevriest. • Waterpomp uit Na 20 achtereenvolgende uren, in-uitschakelen van de logica die de waterpomp zelf aandrijft •...
Pagina 134
INSTALLATEUR INSTELLING Pompvoorloop/-overloop Pomp voorlopen zorgt voor voldoende stroming voordat de compressor wordt gebruikt. Dit is een functie waarmee warmtewisseling probleemloos werkt. Pompoverloop verwijdert latente warmte van de PHEX door de waterstroom te laten circuleren wanneer de compressor is gestopt. Waarde Standaard Bereik...
Pagina 135
INSTALLATEUR INSTELLING Waterstroomcontrole Deze functie regelt de waterstroming door het besturen van de waterpomp. Selecteer de manier waarop de waterpomp wordt bestuurd en stel de doelwaarde in • Selecteer in de lijst met installatie-instellingen de configuratiecategorie en druk op [OK] om naar het gegevensscherm te gaan.
Pagina 136
Deze functie kan worden ingesteld om de energiebewakingsfunctie van de unit te gebruiken. • Wijzig instellingswaarden met de knop [<,> (links/rechts)] Waarde Standaard Bereik Gebruiken/ Energiebewaking Gebruik Niet gebruiken LG 1Ø / LG 3Ø / Type LG 1Ø Elektrische Verwarming EXTERN Instelling Verwarmingscapaciteit 6 kW 1 kW ~ 10 kW...
Pagina 137
INSTALLATEUR INSTELLING Anti-vries optie 1 Met deze functie kunt u kiezen of u Type1 of Type2 wilt gebruiken om bevriezing te voorkomen wanneer de afstandsbediening wordt uitgeschakeld. • Wijzig instellingswaarden met de knop [<,> (links/rechts)] Waarde Type1(standaard) Type2 LET OP Als de functie op Type 2 is ingesteld, bestaat er kans op bevriezing.
Pagina 138
INSTALLATEUR INSTELLING Reset wachtwoord Het is de functie om (0000) te initialiseren wanneer u het wachtwoord bent vergeten dat is ingesteld in de afstandsbediening. • Selecteer in de lijst met installerinstellingen de instelling voor het instellen van de wachtwoordinitialisatie en druk op de knop [OK] om naar het detailscherm te gaan. •...
Pagina 139
INSTALLATEUR INSTELLING Vloerdroging Deze functie is een uniek kenmerk van AWHP dat, wanneer AWHP in een nieuwe betonconstructie is geïnstalleerd, de specifieke temperatuur van de vloerverwarmingstemperatuur gedurende een bepaalde tijdsperiode regelt om de vloercement te genezen. • Selecteer in de installatielijst de categorie Dekvloer drogen en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan.
Pagina 140
INSTALLATEUR INSTELLING OPMERKING • Tijdens het droogproces van de dekvloer is de knopinvoer behalve de installateurfunctie en de temperatuurweergave beperkt. • Wanneer de stroom opnieuw wordt ingeschakeld na een stroomstoring tijdens de werking van het product, wordt de bedrijfstoestand van het product voordat de stroomstoring optreedt onthouden en wordt het product automatisch bediend.
Pagina 141
INSTALLATEUR INSTELLING Kachel op temperatuur Afhankelijk van de plaatselijke klimatologische omstandigheden is het noodzakelijk de temperatuurconditie te wijzigen waarin de reserveverwarming wordt in- en uitgeschakeld. • In de installatielijst, Verwarmingselement op temperatuurcategorie, en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik...
Pagina 142
INSTALLATEUR INSTELLING Luchtverwarming temp. inst. Bepaal het temperatuurbereik van de verwarmingsinstelling wanneer luchttemperatuur wordt geselecteerd als insteltemperatuur • Selecteer in de lijst met installerinstellingen de categorie Luchverwarmingstemperatuur en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik Min.
Pagina 143
INSTALLATEUR INSTELLING Waterverwarming temp. inst. Bepaal het temperatuurbereik van de verwarmingsinstelling wanneer de watertemperatuur als instelling is geselecteerd temperatuur. • Selecteer in de lijst met instellingsinstellingen de insteltemperatuur van de waterverwarming. categorie en druk op de knop [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik...
Pagina 144
INSTALLATEUR INSTELLING Hysteresis Kamerlucht (Verwarming) Dit is een functie om de temperatuur van de verwarmingsluchttemperatuur Thermische aan / uit- temperatuur aan te passen in overeenstemming met de veldomgeving voor geoptimaliseerd verwarmingsgebruik. • In de installatielijst selecteer Hysteresis Kamerlucht(Verwarming) categorie en druk op de knop [OK] om naar het gegevensscherm te gaan.
Pagina 145
INSTALLATEUR INSTELLING Hysteresis Verwarmingswater Dit is een functie om de temperatuur van de verwarmingsluchttemperatuur Thermische aan / uit- temperatuur aan te passen in overeenstemming ter voorbereiding voor geoptimaliseerd SWW- verwarmingsgebruik. • In de installatielijst selecteer Hysteresis Verwarmingswater cateogrie en druk op de knop [OK] om naar het gegevensscherm te gaan.
Pagina 146
INSTALLATEUR INSTELLING Verwarming temp. instelling • Bij de waterregelaar in de verwarmingsmodus, de instelling van de regelreferentiewatertemperatuur - Als de instelling voor het instellen van de lucht/uittredend watertemperatuur is ingesteld op Uittredende watertemperatuur • Wijzig instellingswaarden met de knop [<,> (links / rechts)] •...
Pagina 147
INSTALLATEUR INSTELLING Pompinstelling in verwarming • Het is een functie om de mechanische levensduur van de waterpomp te helpen door de rusttijd van de waterpomp in te stellen • Installatiefunctie voor het instellen van de optie voor het aan / uit-interval van de waterpomp tijdens het uitschakelen van de temperatuur in de verwarmingsmodus •...
Pagina 148
INSTALLATEUR INSTELLING luchtkoeling temp. inst. Bepaal het temperatuurbereik van de koelstand wanneer luchttemperatuur wordt geselecteerd als insteltemperatuur. • Selecteer in de lijst met installerinstellingen de categorie Luchtkoelset temp en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik Min.
Pagina 149
INSTALLATEUR INSTELLING Waterkoeling temp. inst. Bepaal het temperatuurbereik voor de instelling van het verwarmen als de luchttemperatuur als insteltemperatuur is gekozen. • Selecteer in de lijst met installateursinstellingen de temperatuurcategorie voor koeling van het water en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik...
Pagina 150
INSTALLATEUR INSTELLING Water stop temp. tijdens koel. Bepaal de temperatuur van het uitstromende water, waardoor de flow naar de spoel onder de vloer in de koelmodus wordt geblokkeerd. Deze functie wordt gebruikt om condensatie op de vloer in de koelmodus te voorkomen •...
Pagina 151
INSTALLATEUR INSTELLING Hysteresis Kamerlucht (Koeling) Dit is een functie om de koelluchttemperatuur Thermische aan / uit-temperatuur aan te passen in overeenstemming met de veldomgeving voor geoptimaliseerd koelgebruik. • In de installer instellingenlijst selecteer Hysteresis Kamerlucht(Koelen) categorie en druk op de knop [OK] om naar het gegevensscherm te gaan.
Pagina 152
INSTALLATEUR INSTELLING Hysteresis Koelwater Dit is een functie om de koelwatertemperatuur Thermische aan / uit-temperatuur aan te passen in overeenstemming met de veldomgeving voor geoptimaliseerd koelgebruik. • In de installatielijst selecteer Hysteresis Koelwater instellingencateogrie en druk op de knop [OK] om naar het gegevensscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik...
Pagina 153
INSTALLATEUR INSTELLING Koeling temp. instelling • Bij de waterregeling in de koelmodus, de instelling van de referentiewatertemperatuur. - Als de instelling voor het instellen van de lucht/uittredend watertemperatuur is ingesteld op Uittredende watertemperatuur • Wijzig instellingswaarden met de knop [<,> (links / rechts)] •...
Pagina 154
INSTALLATEUR INSTELLING Pompinstelling in koeling • Het is een functie om de mechanische levensduur van de waterpomp te helpen door de rusttijd van de waterpomp in te stellen • Installatiefunctie voor het instellen van de optie voor het aan / uit-interval van de waterpomp tijdens het uitschakelen van de temperatuur in de koelmodus •...
Pagina 155
INSTALLATEUR INSTELLING Seizoensgeb. auto temp Het is de functie om de bedrijfsreferentiewaarde in de seizoensgebonden auto-modus in te stellen. • Selecteer in de instellingenlijst van het installatieprogramma de categorie Seizoengebonden auto temp en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan.
Pagina 157
INSTALLATEUR INSTELLING In deze modus volgt de temperatuurinstelling automatisch de buitentemperatuur. In deze modus wordt de functie Koelseizoen toegevoegd aan de conventionele weersafhankelijke bedieningsmodus. Auto-aanpasbare Verwarming gewenste temperatuur Koeling Watertemp Doel: LW/EW1 Kamerluchttemp Doel: RA1 Temperatuurprofiel van weersafhankelijke werking Watertemp Doel: LW/EW2 Kamerluchttemp Doel: RA2 Watertemp Doel: LW/EW3 Kamerluchttemp Doel: RA3...
Pagina 158
INSTALLATEUR INSTELLING Verwarming prioriteit • Voorrang verwarming: Er wordt beslist of de boostverwarming voor de warmwaterfunctie en de back-upverwarming voor de vloerverwarming tegelijkertijd worden gebruikt op voorwaarde. • Voorbeeld: Als de verwarmingsprioriteit is ingesteld op 'Hoofd+Boost-verwarming AAN', worden de back-upverwarming en boost-verwarming in-/uitgeschakeld volgens de besturingslogica.
Pagina 159
INSTALLATEUR INSTELLING DHW temp. inst. Bepaal het temperatuurbereik van de verwarmingsinstelling wanneer de warmwatertemperatuur wordt geselecteerd als insteltemperatuur • Selecteer in de installatielijst de gewenste warm watertemp. categorie en druk op de knop [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik...
Pagina 160
INSTALLATEUR INSTELLING Tank ontsmettingsinstelling 1, 2 • Desinfectiewerking is een speciale gebruiksmodus van de SWW-tank om virussen in de tank te doden en de groei hiervan te voorkomen. - Desinfectie actief: In- of uitschakelen van desinfectie selecteren. - Begindatum: Bepaal de datum waarop de desinfectiemodus wordt uitgevoerd. - Begintijd: Bepaal de tijd waarop de desinfectiemodus wordt uitgevoerd.
Pagina 161
INSTALLATEUR INSTELLING Tank instelling1 • Selecteer in de installatielijst de categorie tankinstelling en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik Min. temp. 5 °C 1 ~ 30 °C Comp. Limiettemp. 55 °C 40 ~ 58 °C OPMERKING "Max buitentemp."...
Pagina 162
INSTALLATEUR INSTELLING Tank instelling2 • Selecteer in de installatielijst de categorie tankinstelling 2 en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik Hysteresis 3 °C 2 ~ 4 °C Verwarmingsprioriteit Vloerverwarming / DHW...
Pagina 163
INSTALLATEUR INSTELLING • Tankinstelling 1, 2 De beschrijvingen voor elke parameter zijn als volgt. - Minimale temp. : temperatuurvershil van max. buitentemp. - Maximale buitentemp. : maximale temperatuur gegenereerd door AWHP-compressorcyclus. - Voorbeeld: Als de min temp. is ingesteld op '5' en max. buitentemp. op '48', wordt sessie A (zie de grafiek) gestart wanneer de watertanktemperatuur lager is dan 43 °C...
Pagina 164
INSTALLATEUR INSTELLING DHW tijdsinstelling Bepaal de volgende tijdsduur: bedrijfstijd van de verwarming van de warmwatertank, stoptijd van de verwarming van de warmwatertank en vertragingstijd van de werking van de warmwatertankverwarming. - Actieve tijd: Deze tijdsduur bepaalt hoe lang de verwarming van de warmwatertank kan worden voortgezet.
Pagina 165
INSTALLATEUR INSTELLING Waarde Standaard Bereik Actieve tijd 30 min 5~95 min Stop tijd 30 min 0~600 min...
Pagina 166
INSTALLATEUR INSTELLING Hercirculatietijd • De functie voor het instellen van het aan/uit-interval van de hercirculatiewaterpomp • Selecteer in de lijst met installatie-instellingen de Hercirculatietijd categorie en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. Waarde Standaard Bereik SWW-hercirculatie Niet gebruiken Gebruiken/Niet gebruiken AAN-tijd 10 min...
Pagina 167
INSTALLATEUR INSTELLING Zonnesysteem Het is de functie om de werkingsreferentiewaarde in het zonnesysteem in te stellen. Selecteer in de installatielijst de categorie Zonnewarmtesysteem en druk op [OK] om deze te verplaatsen naar het detailscherm. OPMERKING Om deze functie te gebruiken, moet schakelaar nr. 2 van keuzeschakelaar 2 worden ingeschakeld en moet nummer 3 van keuzeschakelaar 2 worden uitgeschakeld.
Pagina 168
INSTALLATEUR INSTELLING Beschrijvingen voor elke parameter zijn als volgt. • Insteltemperatuur zonnecollector - Min. temp: dit is de minimale zonnecollectortemperatuur waarop het zonnesysteem kan werken. - Max. temp: dit is de minimale zonnecollectortemperatuur waarop het zonnesysteem kan werken. • TH aan/uit variabel, zon - Temp aan: dit is het temperatuurverschil tussen de huidige temperatuur van de zonnetemperatuur en de temperatuur van de SWW-tank waarop het zonnesysteem werkt.
Pagina 169
INSTALLATEUR INSTELLING Pomp testsessie Het proefdraaien van de pomp dient om de werking te testen door de waterpomp in te schakelen gedurende 1 uur. Deze functie kan worden gebruikt voor het doorblazen van lucht door luchtopeningen en het controleren van het debiet en andere. •...
Pagina 170
INSTALLATEUR INSTELLING Vorstbescherming temp. Deze functie voorkomt dat het product bevriest. Met deze functie stelt u de temperatuur van de vorstbeveiliging in op basis van de concentratie die wordt ingespoten na het injecteren van antivries. Zorg ervoor dat u deze functie alleen gebruikt als er antivries is toegevoegd. •...
Pagina 171
INSTALLATEUR INSTELLING Dry Contactmodus Droge contactfunctie is de functie die alleen kan worden gebruikt als de apparaten voor droog contact apart worden aangeschaft en geïnstalleerd. • Wijzig instellingswaarden met de knop [<,> (links / rechts)] Waarde Beschrijving Auto (Standaard) Automatische werking AAN met ontgrendeling van de harde vergrendeling Manual Houd de bediening UITGESCHAKELD met een harde vergrendeling OPMERKING...
Pagina 172
INSTALLATEUR INSTELLING Centraal besturingsadres Wanneer u de centrale bediening aansluit, stelt u het centrale besturingsadres van de binnenunit in. • Selecteer in de lijst met installerinstellingen de categorie Centraal besturingsadres en druk op [OK] om naar het detailscherm te gaan. OPMERKING Voer adrescode in als hexadecimale waarde Voorkant Centraal besturingsgr.
Pagina 173
INSTALLATEUR INSTELLING CN_CC Het is de functie voor de instelling van het gebruik van de CN_CC-poort van de binneneenheid. • Wijzig instellingswaarden met de knop [<,> (links / rechts)] Waarde Beschrijving Wanneer er stroom op het product zit, herkent de binnenunit wanneer D/C Automatisch het contactpunt is ingeschakeld in de status Dry Contact geïnstalleerd (Standaard)
Pagina 174
Er zijn twee opties om gebruik te maken van deze logica: Modbus gebruiken: LG Energy Storage System (ESS) of een ander apparaat van derden wordt aangesloten via de seriële Modbus-lijn. Digitale ingangen gebruiken: Een controller van een derde partij (bijv. SmartHome controller of PV-omvormer) wordt aangesloten via 230V ingangen ("SG-Ready...
Pagina 175
INSTALLATEUR INSTELLING Scheiding Waarde Standaard Bereik Scheiding Waarde Standaard Bereik Gebruiken Gebruik / Niet gebruiken Gebruiken Gebruik / Niet gebruiken Warmte Temp. vast Warmte Temp. +5 °C 0 ~ 30 °C ES 1 ES 5 Koele Temp. vast Koele Temp. -5 °C -30 ~ 0 °C DHW Temp.
Pagina 176
INSTALLATEUR INSTELLING Als het gebruikstype Signaalmodus van ESS geselecteerd is, druk op de knop digitale invoer beoordeling voor het instellen van de energiestatus volgens het invoersignaal. Ingangssignaal Uitgangsstatus Waarde TB_SG / ES1 TB_SG / ES2 Standaard Bereik Energietoestand 2 Vast Energietoestand 1 Vast Energietoestand 3...
Pagina 177
INSTALLATEUR INSTELLING Regeltype thermostaat Stel het type thermostaatregeling in • Selecteer in de installatielijst de verbindingscategorie en druk op [OK] om naar het gegevensscherm te gaan. Type Verwarmen en koelen (Standaard) Verwarmen en koelen / SWW...
Pagina 178
INSTALLATEUR INSTELLING Werktijd pomp Dit is een functie voor het weergeven van de gebruikstijd van de waterpomp voor het controleren van de mechanische levensduur. • Selecteer in de lijst met installatie-instellingen de informatiecategorie en druk op [OK] om naar het gegevensscherm te gaan.
Pagina 179
INSTALLATEUR INSTELLING IDU-werktijd Dit is een functie voor het weergeven van de gebruikstijd van de binnenunit voor het controleren van de mechanische levensduur. • Selecteer in de lijst met installatie-instellingen de informatiecategorie en druk op [OK] om naar het gegevensscherm te gaan.
Pagina 180
INSTALLATEUR INSTELLING Modbus-adres Deze functie wordt gebruikt om het adres in te stellen van het Modbus-apparaat dat extern aan het product is gekoppeld. De instelfunctie van het Modbus-adres is beschikbaar op de binnenunit. • Selecteer in de installatielijst Modbus-adres en druk op de knop [OK] om naar het detailscherm te gaan.
Pagina 181
INSTALLATEUR INSTELLING Modbus-geheugenkaart Baud Rate : 9 600 bps Stop Bit : 1 stop bit Pariteit : Geen pariteit Registreer spoel (0x01) Registratie Beschrijving Waarde verklaring Inschakelen/uitschakelen 00001 0 : Bedrijfsmodus UIT / 1 : Bedrijfsmodus AAN (verwarming/koeling) 00002 Inschakelen/uitschakelen (SWW) 0 : Bedrijfsmodus UIT / 1 : Bedrijfsmodus AAN 00003 Stiltemodus instelling...
Pagina 184
INSTALLATEUR INSTELLING CN_EXT Dit is een functie om externe invoer en uitvoer te regelen volgens het DI-type dat is ingesteld door de klant met behulp van de CN-EXT-poort. • Selecteer in de installatielijst de categorie CN-EXT-poort en druk op de knop [OK] om naar het detailscherm te gaan.
Pagina 185
INSTALLATEUR INSTELLING Ketel van derde Deze functie wordt gebruikt om een boiler van derden te regelen. Als de status van deze functie ‘Gebruiken’ is, kunt u de bedieningsmodus van de ketel kiezen: Automatisch of Handmatig. Als de modus van deze functie is ingesteld op ’Auto’, kunt u respectievelijk de temperatuur van de boiler en de hysterese instellen.
Pagina 186
INSTALLATEUR INSTELLING Meterinterface Deze instellingen zijn nodig als gekalibreerde meters van derden op de het-pompen worden aangesloten via de Metering module (accessoire: PENKTH000). De instellingen moeten overeenkomen met die van de aangesloten apparaten. Raadpleeg de handleiding van de meetmodule voor gedetailleerde informatie. In deze functie zijn er 2 opties: modbus-adres en eenheid.
Pagina 187
INSTALLATEUR INSTELLING Huidige stroomsnelheid Dit is de functie om de huidige stroomsnelheid te controleren. • Selecteer in de installatielijst de categorie Hudige stroomsnelheid gebruiken en druk op de knop [OK] om naar het detailscherm te gaan. Het huidige debiet kan worden gecontroleerd. (Bereik: 7 ~ 80 L/min) •...
Pagina 188
INSTALLATEUR INSTELLING Gegevensregistratie Deze functie is voor het controleren van de werking en de foutgeschiedenis • Selecteer in de installatielijst de categorie Data logging en druk op de knop [OK] om naar het detailscherm te gaan. OPMERKING Opzoekbereik voor foutgeschiedenis: 50 Opzoekbereik voor foutgeschiedenis: Item: datum, tijd, modus (inclusief Uit), insteltemperatuur, inkomende temperatuur, uitgaande temperatuur, kamertemperatuur, Heet water bedrijf/stop, Heet water ingestelde...
Pagina 189
Productinstallatie • Koudemiddellekkage is een ernstig gevaar. In geval van lekkage, Koudemiddel lekkage contacteer een gekwalificeerd installatiebedrijf van LG-airconditioning. • Tijdens het koelen kan er condens op de bodem van de binnenunit druppelen. Bereid in dit geval de ontwateringsbehandeling voor...
Pagina 190
OVERZICHT INSTELLINGEN Om de beste prestaties van te verzekeren, is het vereist om periodieke controle en onderhoud uit te voeren. Er wordt aanbevolen om de controlelijst een keer per jaar te volgen. LET OP Schakel de stroom uit voordat u verder gaat met onderhoud. Categorie Artikel Controlepunt...
Pagina 191
OVERZICHT INSTELLINGEN Inbedrijfstelling Te controleren voorafgaand aan de bedrijfsinstelling Controleer of er koelmiddellekkage is en controleer of de stroom- of transmissiekabel correct is aangesloten. Bevestig dat 500 V-megger 2,0 MΩ aangeeft ≤ of meer tussen de terminalblok van de stroomvoorziening en de grond. Niet bedienen in geval van 2,0 MΩ ≤ of minder. OPMERKING Voer nooit mega-ohm-controle uit op het bedieningspaneel van de terminal.
Pagina 192
OVERZICHT INSTELLINGEN Probleemoplossing niet goed werkt of als het niet begint te werken, controleer dan de volgende lijst. LET OP Schakel de stroom uit voordat u verder gaat met het oplossen van problemen. Kritieke Grote problemen Kleine problemen Optie probleem problemen / Fout Probleem dat de Problemen met...
Pagina 193
OVERZICHT INSTELLINGEN Probleemoplossing voor problemen tijdens het gebruik Probleem Reden Oplossing • Stel de doeltemperatuur correct in. • Het instellen van de doeltemperatuur is niet • Controleer of de temperatuur op water- of luchtbasis is. Zie correct.. "Afstandssensor actief" en "Temp. sensor selectie" •...
Pagina 194
Warmwatertank- ten) • Sensor storing sensor kapot • Elektrische of mechanische EEPROM-fout beschadiging van EEPROM • Vraag ondersteuning aan LG (Binnen-Printplaat) • BLDC waterpomp defect BLDC waterpomp • Probleem met waterpomp • Verkeerde aansluiting of beschadiging vergrendelen van het BLDC-type van de driverkabel •...
Pagina 195
OVERZICHT INSTELLINGEN Foutcode Titel Oorzaak van de fout Controlepunt • Controleer de actuele stroomsnelheid in de afstandsbediening (monitoring- scherm) • Controleer of er geen waterlekkage / lage druk is. • Debiet <= Minimaal debiet • Controleer of het filter of de waterlei- gedurende minstens 15 se- ding niet verstopt is en of de kleppen Fout in de flowsen-...
Pagina 196
OVERZICHT INSTELLINGEN Foutcode Titel Oorzaak van de fout Controlepunt • Storing van compressor • Blokkering van leiding CT 2 (Maximum • Ingangsoverstroom • Lage ingangsspanning • Koelmiddel, leidinglengte, verstopping... • Controleer CN_(L), CN_(N) Aansluiting • DC Link Voltage is hoger dan 420 V DC DC Link Voltage is •...
Pagina 197
OVERZICHT INSTELLINGEN Foutcode Titel Oorzaak van de fout Controlepunt • Slechte aansluiting van thermistorcon- • Open / Kort nector Probleem in tem- peratuursensor uit- • Slecht gesoldeerd • Defect van thermistorconnector laatpijp (Open/Kort) • Fout in intern circuit • Defect van buitenkaart (Omvormer) •...
Pagina 198
OVERZICHT INSTELLINGEN Foutcode Titel Oorzaak van de fout Controlepunt • EEPROM contact defect/verkeerde plaatsing EEPROM Check- • EEPROM-toegangsfout en • Verschillende EEPROM-versie sum onjuist SUM-controlefout • ODU-omvormer & hoofdprintplaat (as- semblage 1) beschadigd • Overbelasting (Beperking • Controleer de beperkingen van de buitenventilator, buitenventilator / afgeschermd / stro- afgeschermd, geblokkeerd)
Pagina 199
BIJLAGE BIJLAGE OPMERKING De sensorweerstandswaarde en de spanningswaarde aan beide uiteinden kunnen variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de waarde heeft een afwijking van 5%. Er kunnen enkele fouten optreden afhankelijk van de meetapparatuur. Ruimteluchttemperatuursensoren (NTC 10kOhm) Weerstand (kΩ) Binnentemperatuur (°C) Voltage (V) 60 kΩ...
Pagina 201
BIJLAGE Aangesloten Stekker uit 0.5 ~ 3.5 V 5.0 V (± 5 %) (± 2 %) Controleer de spanning Controleer de spanning van de voeding OPMERKING Tussen pin 1 (bruin) en 3 (blauw) moet een voedingsspanning van 5 VDC staan. Meet de spanning tussen pin 2 (wit) en 3 (blauw) en vergelijk met bovenstaande tabel.
Pagina 203
LG Electronics Inc. Single Point of Contact (EU) : LG Electronics European Shared Service Center B.V. Krijgsman 1, 1186 DM Amstelveen, The Netherlands Factory : LG Electronics Inc. 84, Wanam-ro, Seongsan-gu, Changwon-si, Gyeongsangnam-do, KOREA Eco design requirement The information for Eco design is available on the following free access website.