Zoom + (Inzoomen)/Zoom - (Uitzoomen)
Wanneer u op Zoom + (Inzoomen) drukt, wordt het midden van
het beeld uitvergroot. Wanneer u opnieuw op + drukt, wordt het
beeld verder vergroot. Gebruik de Mouse Pad (Muispad) om door
het beeld te bewegen. Wanneer u op Zoom - (Uitzoomen) drukt,
wordt het beeld verkleind. Wanneer u opnieuw op - drukt, wordt
het beeld verder verkleind, tot het weer het originele formaat heeft.
U kunt de oorspronkelijke grootte ook herstellen door op Return
(Terug) te drukken.
Het beeld optimaliseren
Gebruik de afstandsbediening of de schermmenu's om het beeld te optimaliseren. Zie
pagina
28
voor meer informatie over de werking van schermmenu's.
1.
Selecteer een standaardmodus op de projector, de
afstandsbediening of via
Preset Mode (Standaardmodus). Er zijn vier modi
beschikbaar voor elke ingang.
PC/DVI-signaalingang
• Presentation Mode (Presentatiemodus): geschikt
voor presentaties De helderheid primeert in deze modus.
• Vivid Mode (Levendige modus): perfect voor het spelen van games. De
kleurintensiteit en helderheid zijn goed verdeeld.
• Video Mode (Videomodus): geschikt voor het bekijken van films in hun natuurlijke
kleur.
• Economic Mode (Economische modus): gebruik deze modus om de systeemruis te
verminderen en het stroomverbruik met 20% te verlagen. Door een lagere
lichtuitvoer wordt de levensduur van de lamp ook langer.
YPbPr-/YCbCr-/S-Video-/videosignaalingang
• Gaming Mode (Spelmodus): geschikt voor het spelen van videogames in een kamer
met veel licht.
• Video Mode (Videomodus): geschikt voor het bekijken van tv-films, dankzij een
hogere kleurtemperatuur.
• Cinema Mode (Bioscoopmodus): geschikt voor het bekijken van bioscoopfilms,
dankzij een lagere kleurtemperatuur.
• Economic Mode (Economische modus): gebruik deze modus om de systeemruis te
verminderen en het stroomverbruik met 20% te verlagen. Door een lagere
lichtuitvoer wordt de levensduur van de lamp ook langer.
2.
U kunt de opties Brightness (Helderheid) en Contrast van een DVI-A- of DVI-D-
beeld aanpassen in het menu
afstandsbediening. U kunt ook de opties Brightness (Helderheid), Contrast,
Color (Kleur) en Tint aanpassen tijdens het bekijken van componentvideo-,
composietvideo- of S-Video-invoer.
Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in
gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op
het scherm. Zie pagina
Control (Bediening) >
Display (Weergave) of met de
28
voor de beschikbare functies voor elk signaaltype.
Bediening
23