De projector plaatsen
Een locatie kiezen
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1.
Op de vloer en voor het scherm;
2.
Tegen het plafond en voor het scherm;
3.
Op de vloer en achter het scherm; of
4.
Tegen het plafond en achter het scherm.
Met deze draadloze projector behoort een wirwar van kabels tot het verleden. U kunt de
projector tot op 20 m van de laptop plaatsen en onmiddellijk heen en weer schakelen tussen
presentaties op verschillende laptops zonder gedoe met de kabels.
I. Floor front (Vloer voorkant):
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer
en voor het scherm installeert. Als u een snelle
opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest
gebruikte opstelling.
II. Ceiling front (Plafond voorkant):
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het
plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen,
kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij
uw leverancier kopen.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u
het menu Source (Bron) > Mirror (Spiegelen).
III. Floor rear (Vloer achterkant)
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer
en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u
het menu Source (Bron) > Mirror (Spiegelen).
IV. Ceiling rear (Plafond achterkant)
Selecteer deze instelling als u de projector tegen het
plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist en de
plafondmontageset van BenQ.
Nadat u de projector hebt ingeschakeld, kiest u
het menu Source (Bron) > Mirror (Spiegelen).
Als u de projector boven of onder het scherm plaatst, dient u deze omlaag of omhoog te
kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen wordt het beeld
vervormd. U kunt de vervorming corrigeren met de functie Keystone (Trapezium). Zie
pagina
22
voor trapeziumfoutcorrectie.
in
in
in
De projector plaatsen
13