2. Verbind de printer en een netwerkapparaat (router, enzovoort) met een Ethernet-kabel (A).
Sluit het apparaat niet aan op de USB-poort.
c De printer instellen
1. Druk op de knop MENU (A) op de printer.
2. Gebruik de knoppen
(A) Instellen (Setup) selecteren in het volgende scherm.
3. Druk op de knop OK (B).
4. Selecteer Apparaatinstellingen (Device settings).
5. Druk op de knop OK.
6. Selecteer LAN-instellingen (LAN settings).
7. Druk op de knop OK.