ACCU EN OPLAADPROCEDURE
OPMERKING
• Het opladen start automatisch.
• Als de weergave-eenheid wordt ingeschakeld terwijl de
accu aan het opladen is, worden alle normale weerga-
ven getoond, inclusief de indicator accuvermogen,
maar het hulpsysteem zal niet functioneren.
• Wanneer de accu op de accu-oplader is aangesloten,
zal de lamp accu-oplader knipperen met tussenpozen
van ongeveer 0,2 seconden om aan te geven dat het
opladen van de accu wordt voorbereid. Laat dit zoals
het is en het opladen zal normaal starten.
[OPLADEN VAN DE ACCU VERWIJDERD VAN DE
FIETS]
1. Schakel de weergave-eenheid uit.
2. Plaats de sleutel in het accuslot en draai deze om het
accuslot te ontgrendelen.
3. Verwijder de accu.
Gebruik beide handen voor het verwijderen van de
accu en zorg dat u deze niet laat vallen. Als u de accu
op uw voet laat vallen kunt u letsel oplopen.
4. Sluit de stekker van de accu-oplader aan op een stop-
contact.
5. Verwijder het klepje van de laadconnector op de accu
en sluit aan op de oplaadstekker op de accu-oplader.
• Verbind oplaadstekker van de accu-oplader niet
met de laadconnector van de batterij indien deze
nat is.
• Zorg dat u de oplaadstekker alleen aansluit wan-
neer de laadconnector op de accu volledig droog
is.
Anders kunnen de accu-oplader en de accu niet goed
functioneren.
• Oefen geen excessieve druk uit op de oplaadstek-
ker en trek niet aan de kabel terwijl de oplaadstek-
ker is verbonden met de accu.
Anders kunnen de stekker of connector beschadigd
raken.
36