INSTRUMENT- EN BEDIENINGSFUNCTIES
Klembout
2 Instellen van de displayhoek
Stel de hoek van het display af door de klembout los te
draaien. De hoek is afhankelijk van elke fietser.
Na het afstellen, draait u de klembout vast.
Draai de klembout vast tot 3,0–4,5 N·m. Tijdens het rij-
den, kunnen trillingen ervoor zorgen dat de klembout
losraakt met het risico dat de klem eraf kan vallen.
OPMERKING
• De klem en het display kunnen aan de linkerzijde van
de stang worden geïnstalleerd.
• Voor modellen zonder deze klem is bovenstaande op-
merking niet van toepassing.
2 Stroom „Aan/Uit"
Iedere keer wanneer u op de aan/uit-schakelaar drukt,
schakelt de stroom „Aan" of „Uit".
Wanneer u de stroom inschakelt, zal de animatie worden
weergegeven.
Daarna worden de indicator accuvermogen, de snelheids-
meter, de hulpstroommeter, de functieweergave, de Blue-
tooth-indicator en de „STD" van de indicator hulpmodus,
weergegeven.
OPMERKING
• Wanneer u de stroom inschakelt, wordt de hulpmodus
automatisch ingesteld op standaard modus.
• Houd uw voeten van de pedalen wanneer u de weer-
gave-eenheid inschakelt. Ga ook niet onmiddellijk na
het inschakelen van de weergave-eenheid fietsen.
Hierdoor kan de hulpstroom verzwakken. (Een zwakke
hulpstroom duidt in deze gevallen niet op een storing.)
Als een van de bovenstaande voorbeelden per ongeluk
voorkomt, haal uw voeten dan van de pedalen, schakel
de stroom opnieuw in en wacht even (ongeveer twee
seconden) voordat u begint te fietsen.
15