Let op:
Husqvarna adviseert om het signaal van het
max . Het is meestal beter om
laadstation in te stellen op
het laadstation te verplaatsen dan om het bereik van het
signaal van het laadstation te verkleinen.
4.4.1.2 Volg de geleidingsdraad en de
begrenzingsdraad
De tijdsinterval kan worden ingesteld voor als het
product de begrenzingsdraad en geleidingsdraad begint
te volgen om het laadstation te vinden.
4.4.2 De begrenzingsdraad testen
1.
Kies
Installatie > Vind laadstation > Test: Instelling
begrenzingsdraad.
2.
Plaats het product 3 m / 9 ft. vanaf de
begrenzingsdraad, naar de begrenzingsdraad
gericht.
3.
Druk op de knop START.
4.
Controleer of het product de begrenzingsdraad
volgt naar het laadstation.
5.
Controleer of het product koppelt met het
laadstation.
6.
Wijzig de positie van het laadstation of de
begrenzingsdraad als het product niet koppelt
met het laadstation. Zie
pagina 16 en De begrenzingsdraad installeren op
pagina 16 .
4.4.3 De geleidingsdraad testen
1.
Kies
Installatie > Vind laadstation > Test: Geleiding
1-3 instellen .
2.
Plaats het product 3 m / 9 ft. vanaf de
geleidingsdraad, naar de geleidingsdraad gericht.
3.
Druk op de knop START.
4.
Controleer of het product de geleidingsdraad volgt
naar het laadstation.
5.
Controleer of het product koppelt met het
laadstation.
6.
Wijzig de positie van het laadstation of de
geleidingsdraad als het product niet koppelt met
Laadstation monteren op
het laadstation. Zie
pagina 16 en De geleidingsdraad installeren op
pagina 17 .
4.4.4 Tuindekking
Het product heeft GPS-ondersteunde navigatie
waarmee het product de meest optimale werking kan
kiezen.
Tuindekking om handmatige
Gebruik de functie
instellingen uit te voeren.
Let op:
Als de GPS-ondersteunde navigatie is
ingeschakeld, zal deze functie worden gebruikt als er
een GPS-service beschikbaar is. Het product gebruikt
1427 - 009 - 20.12.2022
Laadstation monteren op
handmatige instellingen voor bedrijf als de GPS-service
niet beschikbaar is.
4.4.4.1 Functie Tuindekking instellen
Gebruik de functie
Tuindekking om het product
afgelegen delen van het werkgebied te laten maaien.
Tuindekking als het werkgebied
Gebruik de functie
afgelegen delen bevat die verbonden zijn met smalle
doorgangen, om een werkgebied met voldoende
maairesultaat te behouden. U kunt maximaal afgelegen
gebieden instellen waar het product begint te maaien.
Het product volgt eerst de geleidingsdraad tot de
ingestelde gespecificeerde afstand en begint vervolgens
het werkgebied te maaien.
Gebied A, ongeveer 50%
Gebied B, ongeveer 30%
Gebied C, ongeveer 20%
A
Elk gebied kan worden in- en uitgeschakeld. Gebruik
Testen om de afstand te meten van het
de functie
laadstation tot waar het product moet beginnen met
maaien.
Op basis van de standaardinstellingen kan het product
de geleidingsdraad volgen over een lengte van
300m/980 ft. in 20% van de gevallen dat het product
het laadstation verlaat. Als de geleidingsdraad in
werkelijkheid korter is dan 300 m/980 ft zal het product
deze volgen tot het punt waar de geleidingsdraad is
aangesloten op de begrenzingsdraad.
4.4.5 Rijd over draad
De voorzijde van het product beweegt zich altijd
over een bepaalde afstand langs de begrenzingsdraad
voordat het product weer naar het werkgebied beweegt.
De fabrieksinstelling voor de functie
31 cm / inch. U kunt een afstand selecteren van 20-50
cm / inch.
C
B
Rijd over draad is
Instellingen - 23