2.
Houd de "a" toets ingedrukt en druk dan op de gewenste klaviertoets om een
melodie te selecteren. Druk op de "a" toets nadat de melodie is geselecteerd.
• Selecteer de melodienummers 0 t/m 99 met de A0 t/m F{1 klaviertoetsen (de nummers 0 t/m
99 worden automatisch in de oplopende volgorde van de bestandsnaam aan de bestanden
toegewezen).
Invoeren van instelwaarden met de klaviertoetsen 0 t/m 9 (bedieningstype C)
• Gebruik van de klaviertoetsen B2/C3 (muziekselectie – / muziekselectie +) om het vorige/
volgende melodienummer te selecteren
Gebruik van de +/– klaviertoetsen om de instelwaarde met 1 te verhogen of verlagen
(bedieningstype B)
3.
Tik op de "a" toets om te beginnen met weergeven.
• Tik nogmaals op de "a" toets om de weergave in het midden van de melodie te stoppen.
• De maatslagindicator licht op overeenkomstig de maatslag van de melodie (linkerkant voor de
eerste maatslag, rechterkant voor de resterende maatslagen).
• De weergave stopt wanneer het einde van de melodie wordt bereikt.
• Als het bestand van het geselecteerde melodienummer niet bestaat, klinkt er een toon die aangeeft
dat de invoer ongeldig is.
A0
C1
C2
C3
A0 - F 1
B2
C3
NL-83
C4
C5
C6
Luisteren naar melodieën
C7
C8