I
Controleer de staat van de deurcomponenten.
Controleer de elektrode (E). Verander ze indien nodig.
Wees bijzonder waakzaam als de ketel op
propaangas werkt.
Borstel en stofzuig indien nodig de branderroosters (B)
lichtjes.
Pas op dat u geen schokken toedient aan de
elektrode (E), de brander (B) of de isolatie (I).
J
Controleer de spreiding en de positie van de
elektrode.
Pas op dat u geen schokken toedient aan de
elektrode of de brander.
Vervang de elektrodeverbinding wanneer u de
elektrode vervangt.
50
ONDERHOUD
I
B
E
4.5 mm
0.5
+ / -
8.5 mm
Elektrode
Brander
• Plaats de deurhaard:
- Controleer de siliconenafdichting op de haarddeur
(controleer of er geen scheuren / barsten zijn, de
afdichting moet fl exibel blijven).
De siliconenafdichting op de haarddeur moet
elke 2 jaar vervangen worden.
- Monteer alle onderdelen weer op de juiste manier:
- Controleer de positie van het gasdiafragma en zijn
dichting.
- Draai de moeren van de deurhaard "kruislings" vast
(aanhaalmoment: 5Nm).
- Controleer de goede dichtheid van de kanalen van de
verbrande gassen.
- Controleer de goede dichtheid van de verbindingen.
- Open de gaskraan, purgeer de lucht uit de
leiding en controleer de dichtheid tot aan de
gasregelblok.
►
Controle van de
verbrandingsparameters
Zie §
"Controle van de verbranding", bladzijde 33
►
Test sanitaire afsluitklep
- Schakel de veiligheidsklep in tijdens elke interventie
aan de ketel om de juiste werking ervan te testen.
NL