▼ Buitenvoeler (optioneel)
Voor optimaal comfort en uitsparing is het raadzaam
om een buitenvoeler te installeren. Raadpleeg de
montagehandleiding op de verpakking van de voeler.
Plaats de voeler op de minst gunstig gelegen gevel,
gewoonlijk de noord- of noordoostgevel. Hij mag in geen
geval blootgesteld zijn aan de ochtendzon. Hij wordt
zodanig geïnstalleerd dat hij gemakkelijk bereikbaar is,
maar op minstens 2.5 meter boven de grond.
Warmtebronnen zoals schoorstenen, bovenste delen
van deuren en vensters, de nabijheid van afzuigmonden,
onderzijden van balkons en dak uitsteken, moeten
absoluut vermeden worden omdat ze de voeler zouden
afschermen van de schommelingen van de temperatuur
van de buitenlucht.
- Sluit de buitenvoeler aan op de klemmen 7-8.
▼ Omgevingsvoeler/thermostaat (optie)
Voor optimaal comfort en uitsparing is het raadzaam
om een buitenvoeler te installeren. Raadpleeg de
montagehandleiding op de verpakking van de voeler.
De voeler moet worden geïnstalleerd in de zone van
de woonkamer op een vrije muur. Ze wordt zodanig
geïnstalleerd dat ze gemakkelijk bereikbaar is. Vermijd
directe warmtebronnen (open haard, televisie, fornuizen,
zon), zones met frisse luchtstromen (ventilatie, deur). Een
gebrekkige luchtdichtheid van een constructie vertaalt zich
1
fi g. 25 - Toegang klemmenstroken ZLVS
30
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
ZLVS
Connector
Omgevingssonde Zone 1
1
Sonde ambiance zone 1
(ou thermostat 1)
2
(of thermostaat 1)
3
Omgevingssonde Zone 2
Sonde ambiance zone 2
4
(ou thermostat 2)
(of thermostaat 2)
5
Modem
6
7
Sonde extérieure
Buitensonde
8
9
Sécurité plancher
10
chauffant
Veiligheid verwarmende vloer
vaak in een koude luchtstroom door de elektrische kokers.
Dicht de elektrische kokers af indien er aan de achterzijde
van de omgevingsvoeler een koude luchtstroom is.
- Sluit de voeler (of de thermostaat) aan op de
klemmen 1-2 (zone 1).
Parameters instellen: zie
Indien thermostaat (dry contact): zie instellingen
bladzijde
36.
▼ Vloerverwarming beveiliging (niet
inbegrepen)
- Sluit de thermische beveiliging van de vloerverwarming
aan op de SELV-connector op de besturingskaart
(klemmen 9-10).
- In het geval van een installatie met 2 verwarmde
vloeren, moeten de 2 thermische beveiligingen in serie
worden geïnstalleerd.
Om hinderlijke struikelblokken te voorkomen na
warmwaterbereiding,
beveiliging
zo
ver
geplaats worden op de aanvoerbuizen van de
vloerverwarmingskring.
De
thermische
vloerverwarming moet van het "normaal
gesloten" type zijn.
2
3
bladzijde
36.
moet
de
vloerverwarming
mogelijk
van
het
beveiliging
van
Kabelgoot
PASS Connector
toestel
de
NL