►
Werking verwarming
- "ZONDER omgevings hulpstuk of MET
omgevingsthermostaat", bladzijde 36
▼ ZONDER omgevings hulpstuk of MET omgevingsthermostaat
■ ZONDER buitensonde
Regelingen (
ender
Z
• Regeling kringloop
32 (Z1)
Maximaal
vertrekinstelpunt
42 (Z2)
35 (Z1)
Type straler
45 (Z2)
* Installatie met vloerverwarming, Zich verzekeren dat de
vloerverwarming aangesloten is.
■ MET buitensonde
De werking van de ketel wordt gestuurd
door de waterwet.
De
insteltemperatuur
verwarmingskring wordt bijgeregeld in functie van de
buitentemperatuur.
Als er thermostatische kranen op de installatie zijn,
moeten deze wijd open staan.
Bij het installeren moet de waterwet geparametreerd
worden in functie van de verwarmingstoestellen en de
isolatie van de woning.
De waterwetcurves refereren naar een omgevings-
instellingswaarde gelijk aan 20ºC
De helling van de waterwetcurve bepaalt de impact van
de variaties van de buitentemperatuur op de variaties
van de temperatuur van vertrek van verwarming.
Hoe hoger de helling, des te zwakker zal een
vermindering van de buitentemperatuur een belangrijke
verhoging meebrengen van de starttemperatuur van de
verwarmingskringloop.
De
verrekening
starttemperatuur van alle curves, zonder wijziging van
de helling
(fi g.
29).
De correctieve acties in geval van ongemak worden
opgesomd op het bord
36
REGELINGSINTERFACE
uitsluitend op de ketel)
Radiatoren
Vloerver-
Conventionele
voor lage
warming*
radiatoren
temperatuur
50 °C
60 °C
1 *
0
van
het
water
(fi g. 28, bladzijde
van
de
waterwet
wijzigt
(fi g.
30).
- "Met Navilink A59", bladzijde 37
- "Met Navilink 105 of 128", bladzijde 39
• Regeling van start-ingestelde waarde verwarming
Deze regeling geschiedt rechtstreeks met behulp van de
80 °C
toetsen
0
van
de
• Regeling kringloop
Maximaal
vertrekinstelpunt
38).
Type straler
* Installatie met vloerverwarming, Zich verzekeren dat de
vloerverwarming aangesloten is.
• Regeling van de helling van de verwarmingscurve
Stookcurve voor
de verwarming
de
Overdracht van
de stookcurve
• Regeling van start-ingestelde waarde verwarming
Deze regeling gebeurt rechtstreeks met behulp van de
toetsen
t.o.v. de waarde berekend door de waterwet).
en
bevestigen met
Regelingen (
uitsluitend op de ketel)
Radiatoren
Vloerver-
ender
voor lage
Z
warming*
temperatuur
32 (Z1)
50 °C
60 °C
42 (Z2)
35 (Z1)
1 *
0
45 (Z2)
30 (Z1)
0:25...
0.5 tot
0.5
1.25
40 (Z2)
31 (Z1)
0
0
41 (Z2)
en
Bevestigen met
.
Conventionele
radiatoren
80 °C
0
1.25 tot 3
0
(+/-5
NL