▼ Afzonderlijke leidingen voor luchttoevoer
en rookafvoer (type C53)
Het is noodzakelijk om de adapter te gebruiken (optie).
De uitmondingen voor de verbrandingsluchttoevoer en
de rookafvoer mogen niet op tegenoverliggende wanden
van het gebouw worden geïnstalleerd.
De rookgasleidingen moeten tegen mechanische
schokken worden beschermd.
Aansluiting doorvoerpijp type C53
T
L1
5%
90°
Aanzuiging van verbrandingslucht (met terminal) /
Afvoer van rookgassen (zonder terminal):
Maximale rechtlijnige lengtes = 13 m
Deze lengtes moeten 1 m korter zijn per bocht op 90° en
0,5 m korter per bocht op 45°.
Voorbeelden van aansluitingen :
Aanzuiging van verbrandingslucht (met eindstuk)
per 1 bocht op 90°: L + (1 x 1 m) 13 m.
Rookafvoer (zonder eindstuk))
per 2 bochten op 90°: L1 + L2 + (2 x 1 m) 13 m.
ACD - Adapter afzonderlijke leidingen.
T - eindstuk (maximum 1 m).
fi g. 14 - Aansluitingsmogelijkheden (type C53)
20
L
90°
L2
ACD
*5% (= 3°)
PLAATSING
▼ Schoorsteenleiding B23, B23p
■ Afvoerleiding schoorsteen
• Reglementering
De aansluitleiding moet in overeenstemming, met de
geldende voorschriften, zijn.
De aansluitleiding moet de juiste afmetingen hebben
(volgens de norm NF EN 13384-1).
De afvoerleiding mag niet op meer dan één toestel
aangesloten worden.
De afvoerleiding moet waterdicht zijn.
De afvoerleiding moet een voldoende thermische isolatie
hebben.
• Type B23p
(fi g. 16, bladzijde
Het rookkanaal moet uitmonden in:
• ofwel het lokaal waar het toestel zich bevindt,
• ofwel het lokaal ernaast.
- In dit geval moet het tegen de scheidingswand
tussen de twee lokalen lopen om een rechtstreekse
aansluiting door deze wand mogelijk te maken.
- De doorvoer in de eerste wand moet op dichte wijze
worden uitgevoerd.
- Bij doorvoeren in andere wanden hoeft er geen
dichtingssysteem te worden aangebracht zodat de
ringvormige ruimte, wand / kanaal volledig vrij is
- De afstand tussen de buitenwand van het afvoerkanaal
voor de verbrandingsproducten en de wanden van het
schoorsteenkanaal moet groter zijn dan 20 mm.
- De
ruimte
schoorsteenkanaal moet bovenaan een rechtstreekse
verbinding naar buiten krijgen door middel van een
fi g. 15 - Hoogte
van de afvoerleiding (B23, B23p)
21)
tussen
het
afvoerkanaal
40 cm
1,2 m
40 cm
8 m
8 m
en
het
<15°
40 cm
NL