DataTrak-bediening
Symbool
28
Tabel 1: Diagnostische codes
Code
Codenaam
Overtoeren
De pomp draait sneller dan
de ingestelde
overtoerenlimiet.
E-1
Duikt omhoog
Lek tijdens slag omhoog.
E-2
Duikt omlaag
Lek tijdens slag omlaag.
E-3
Batterij bijna
Batterijspanning te laag om
leeg
de overtoeren te stoppen.
E-4
Onderhoud
Probleem met het stoppen
onderdeel 1
van de overtoeren.
E-4
Ontkoppelde
Solenoïde is ontkoppeld.
solenoïde
De solenoïde is niet met de
zuigerbeker vergrendeld.
E-5
Onderhoud
Probleem met het detecteren
onderdeel 2
van de ventielbeweging.
E-6
Zekering
De zekering is doorgebrand.
doorgebrand
Vervang de zekering;
zie pagina 29.
Diagnose
• Verhoogde luchtdruk.
• Verhoogde vloeistofuitvoer.
• Geen vloeistoftoevoer meer.
Versleten zuigerventiel of pakkingen.
Versleten inlaatventiel.
Batterij bijna leeg. Vervang de accu;
zie pagina 29.
• Beschadigde solenoïde.
• Beschadigde ventieldrager.
• Overtoerenbeveiliging (RT, A
kan zijn ingeschakeld voor een
pomp die niet is uitgerust met
een overtoerensolenoïdeventiel.
Ga naar de instelstand en schakel
de overtoerenbeveiliging uit.
• Solenoïde losgekoppeld.
• Beschadigde draden van
de solenoïde.
• De beugel en de solenoïde zijn
niet aan de luchtventielbehuizing
bevestigd.
• Sensoren losgekoppeld.
• Sensoren onjuist gemonteerd.
• Beschadigde sensoren.
• Beschadigde ventieldrager.
• Defecte spoel of bedrading
van de spoel.
• Extreme temperaturen
(hoger dan 60°C [140°F]).
• Overtoerenbeveiliging (RT, A
kan zijn ingeschakeld voor een
pomp die niet is uitgerust met
een overtoerensolenoïdeventiel.
Ga naar de instelstand en schakel
de overtoerenbeveiliging uit.
Oorzaak
. 8)
FB
. 8)
FB
3A1641V